Controleer of de accu uit het apparaat
8.1
is verwijderd.
Druk borgclip (8) naar beneden.
8.2
Houd het spuitopzetstuk (16) vast en
8.3
draai de blaasunit (4) 90° linksom.
Trek de blaasunit van het
8.4
spuitopzetstuk.
Schroef de materiaaltank (10) rechtsom
8.5
van het spuitopzetstuk.
Giet de resterende inhoud van de mate-
8.6
riaaltank in een geschikte opslagcontai-
ner of gooi het op de correcte manier
weg.
Giet oplosmiddel of water in de
8.7
materiaaltank.
Schroef de materiaaltank linksom op
8.8
het spuitopzetstuk.
Doe de accu weer in de accuhouder.
8.9
Haal de bedieningshendel (6) over en
8.10
spuit gedurende 2-5 seconden oplos-
middel of water in een bak of doek.
Herhaal dit proces totdat er alleen hel-
8.11
der oplosmiddel of water uitkomt.
Schroef de materiaaltank (10) rechtsom
8.12
van het spuitopzetstuk.
Haal de bedieningshendel ong. 2 secon-
8.13
den over om het systeem te legen.
Verwijder de accu.
8.14
Gooi de materiaaltank helemaal leeg.
8.15
Trek de zuigbuis (18) van het
8.16
spuitopzetstuk.
Trek het ventiel (17) eruit. Schroef het
8.17
voorzichtig los en verwijder al het vuil.
Reinig alle onderdelen van het apparaat
8.18
van buitenaf met een in oplosmiddel of
water gedrenkte doek.
Draai de wartelmoer (1) linksom los van
8.19
het spuitopzetstuk.
Verwijder de luchtkap (2) en de mond-
8.20
stuk (3).
Trek de stelring van de wartelmoer.
8.21
Draai de luchtstroomregelaar (20) naar
8.22
links tot aan de aanslag en trek hem
naar voren.
Reinig de luchtkap, het mondstuk en de
8.23
luchtstroomregelaar met de borstel (7)
en oplosmiddel of water.
Controleer de afdichtingsring in het
8.24
mondstuk op beschadigingen.
Plaats de naaldsleutel (14) op de naald
8.25
en draai deze 90° rechtsom.
Trek de naald eruit en reinig deze
8.26
grondig.
Laat alle onderdelen daarna volledig
8.27
drogen.
Monteer alle onderdelen weer volgens
8.28
de afbeelding.
Reinig het mondstuk of de luchtgaten van
het spraypistool nooit met scherpe, meta-
len objecten.
Gebruik geen oplosmiddelen of smeer-
middelen met silicone.
9. Onderhoud
(Zie Afb. H).
U moet de luchtfilter in de luchtcompres-
sor inspecteren om te kijken of er veel vuil
in zit. Als het vuil is, volg dan de onder-
staande steppen om het te vervangen.
a. Zorg ervoor dat de batterij uit het appa-
raat is verwijderd.
b. Draai de twee schroeven van het luchtfil-
terdeksel (5) linksom los met een kruis-
kopschroevendraaier PH1 (15).
c. Verwijder het luchtfilterdeksel.
d. Verwijder de vuile filters en vervang ze
met nieuwe.
e. Bevestig de klep weer op de
hoofdbehuizing.
Gebruik het apparaat nooit zonder luchtfil-
ters. Vuil kan worden opgezogen en het
kan het functioneren van het apparaat
verstoren.
Nederlands
31