nl
4.1
Apparaat inschakelen
. Met de draaischakelaar het apparaat inschakelen en gewenste temperatuurniveau instellen.
● Het groene controlelampje licht op.
● De gele controlelamp brandt tijdens het verwarmingsproces.
● Instelbereik: Laag getal = lage temperatuur, hoog getal = hoge temperatuur,
Temperatuurwaarden schaal
4.2
Gebruiksaanwijzingen
● Voor de optimale energie-overdracht alleen kookgerei met een vlakke en dikke bodem gebruiken.
● Plaats het kook- en braadgerei niet op een vervuilde warmhoudplaat!
● Vervuilingen, zout, kruiden, water en etensresten op de warmhoudplaat onmiddellijk verwijderen.
● Kookgerei droog op de kookplaat plaatsen. Geen nat, aangedampt potdeksel op de warmhoud
plaat leggen.
● De warmhoudtemperatuur niet verlagen door de pot te verschuiven, maar wel met behulp van de
draaischakelaar.
● Potten of pannen afdekken met een deksel.
5.
Einde van gebruik
. Draaischakelaar op 0-stand draaien.
● De controlelampen gaan uit.
. Het apparaat reinigen, zie volgend hoofdstuk 6. "Reiniging en verzorging".
. Elektrische hoofdschakelaar van het apparaat uitschakelen of netstekker uittrekken.
64 / 76
VOORZICHTIG! Hete oppervlakken, hete voorwerpen!
Verbrandingsgevaar!
. Beschermende handschoenen dragen!
. Panlappen gebruiken!
. Met gepaste voorzichtigheid te werk gaan!
Draaischakelaar - stand
2
4
6
8
10
Temperatuur
ca. 55°C
ca. 70°C
ca. 85°C
ca. 100°C
ca. 120°C