je op het uitgeschakelde verwarmingselement indirect barbe-
cueën.
• Eten dat gaar is, kun je op het warmhoudrooster (28) leggen
om het warm te houden terwijl je verder barbecuet. Houd er
rekening mee dat het daarbij verder gaar wordt.
Daarnaast kun je op het warmhoudrooster groente, zeevruch-
ten etc. langzaam gaar laten worden en daarbij bijv. vlees op
het grillrooster (27) op hoog vuur barbecueën.
• De dekselthermometer (35) geeft de temperatuur in de grill-
ruimte (32) aan. Tevens worden er twee vleesthermometers (14)
meegeleverd die de kerntemperatuur van levensmiddelen op de
barbecue meten. Deze worden in de levensmiddelen gestoken
en aangesloten op de aansluitingen P1 resp. P2 (42) (afbeel-
ding D). De temperatuur van de levensmiddelen verschijnt op
het display (43).
• Wij adviseren om te barbecueën met gesloten deksel (31).
Waarom? Omdat het risico van steekvlammen hierdoor wordt
verminderd en de levensmiddelen sneller en gelijkmatiger gaar
worden.
• De gaarduur van vlees hangt af van de dikte, kwaliteit, rijpings-
tijd en temperatuur aan het begin van het barbecueën. Voordat
je goed vertrouwd bent met het apparaat moet je de toestand
van de levensmiddelen op de barbecue tussendoor controleren.
• Als je ze een beetje insmeert met olie worden ze gelijkmatiger
bruin en plakken niet vast aan het grillrooster. Smeer of spuit
olie altijd op de levensmiddelen, niet rechtstreeks op het grill-
rooster.
• Bij gebruik van een marinade, saus of glazuur met veel suiker
of andere snel brandende ingrediënten smeer je deze pas in de
laatste 10 tot 15 minuten van het barbecueën erop.
Barbecueën
1. Druk op de Aan/Uit-knop
ment (47) dat je wilt gebruiken.
De bijbehorende temperatuurindicator (36) en de timer-indica-
tor (40) beginnen te branden.
2. Stel met de knoppen (37, 46) in stappen van 50°C de ge-
wenste gaartemperatuur in.
Het verwarmingselement wordt warm tot het de ingestelde
temperatuur heeft bereikt.
3. Om beide verwarmingselementen te gebruiken schakel je op
dezelfde manier het tweede verwarmingselement in.
4. Als je de barbecue wilt voorverwarmen, dan sluit je het
deksel (31) en wacht je tot de gewenste temperatuur op de
dekselthermometer (35) wordt weergegeven.
5. Open het deksel en leg de levensmiddelen op het grillroos-
ter (27) en evt. op het warmhoudrooster (28).
6. Wanneer een hoge temperatuur in de grillruimte (32) nodig is
en de levensmiddelen van alle kanten gelijkmatig gaar moeten
worden, sluit dan het deksel.
7. De timer begint na het inschakelen automatisch bij 990 minuten
en telt terug. Met de timer-knop (39) kun je in stappen van 10
minuten de gewenste gaarduur instellen, waarna de barbecue
automatisch uitschakelt. Dit is vooral handig voor langere gaar-
processen, bijv. bij het bereiden van pulled pork.
Om de timer weer op 0 te zetten houd je de timer-knop ca.
3 seconden ingedrukt.
8. Draai de levensmiddelen tussendoor om.
9. Druk op de Aan/Uit-knop
de timer) uit te schakelen.
10. Laat de verwarmingselementen, grillroosters en het warm-
houdrooster na het barbecueën uitbranden door de barbecue
een paar minuten op maximaal vermogen te verwarmen.
11. Wacht na het uitschakelen van de barbecue ca. 5 tot 10 minu-
ten voordat je de stekker uit het stopcontact trekt. De ventila-
tor blijft namelijk nog een tijdje draaien om de barbecue af te
koelen.
12. Laat alle onderdelen afkoelen en reinig ze vervolgens (zie hoofd-
stuk 'Na het gebruik / reinigen en opbergen').
(38, 45) van het verwarmingsele-
om de barbecue (vóór afloop van
Gebruik van de vleesthermometers
L
Bij meerdere stukken vlees of vis (van dezelfde dikte) is één
vleesthermometer voldoende als referentiemeter.
1. Steek de vleesthermometer (14) helemaal in het midden van de
langere zijde van het stuk vlees, vis of gevogelte.
2. Sluit de stekker aan op aansluiting P1 resp. P2 (42) (afbeelding D).
3. De gemeten temperatuur verschijnt op het display (43). Met de
knop P1-P2 (44) schakel je om tussen de indicatie voor P1 en
P2. Let op: de indicatie van P1 brandt continu en de indicatie
van P2 knippert.
4. Bereid het levensmiddel zoals je dat gewoon bent en houd
daarbij het display in de gaten.
5. Wanneer het levensmiddel gaar is, verbreek je de verbinding
tussen vleesthermometer en apparaat en trek je de thermome-
ter uit het levensmiddel. VOORZICHTIG: de vleesthermome-
ter wordt heet. Raak hem niet aan met de handen. Gebruik
keukenhandschoenen of een ander hulpmiddel.
6. Maak hem schoon (zie hoofdstuk 'Na het gebruik / reinigen en
opbergen').
NA HET GEBRUIK /
REINIGEN EN OPBERGEN
ATTENTIE!
■ Om een vetbrand te vermijden moet de barbecue regelmatig
worden gereinigd.
■ Gebruik geen bijtende of schurende reinigingsmiddelen en geen
borstels met metalen haren. Deze kunnen de oppervlakken
beschadigen.
■ Het toebehoren is niet geschikt voor de vaatwasser.
■ WAARSCHUWING! De verwarmingselementen mogen alleen
met een doek worden gereinigd. Reinig ze NIET met vloeistoffen
en dompel ze NIET onder in vloeistoffen!
■ Berg de barbecue indien mogelijk op in een gesloten ruimte, bij
een maximale temperatuur van 40 °C. Anders adviseren wij om
de barbecue af te dekken met een beschermhoes.
Om zo lang mogelijk veel plezier aan je barbecue te beleven dien je
hem na elk gebruik te reinigen.
Als de barbecue niet regelmatig wordt gereinigd en onderhouden,
kunnen zijn prestaties na verloop van tijd afnemen. Lage tempe-
raturen, een ongelijkmatige hitteverdeling en aan de grillroosters
vastgekoekte etensresten wijzen erop dat de barbecue reiniging en
onderhoud nodig heeft.
Reiniging na elk gebruik
1. Brand de verwarmingselementen (47), grillroosters (27) en
het warmhoudrooster (28) uit door de barbecue een paar
minuten op maximaal vermogen te verwarmen.
2. Na het afkoelen reinig je de verwarmingselementen en roosters
met een doek.
3. De grillroosters en het warmhoudrooster kun je indien nodig
reinigen met warm water, afwasmiddel en een roestvrije staal-
spons.
4. Maak de vetopvangbak (3) leeg en spoel hem af met warm
water en afwasmiddel.
5. Wanneer alle onderdelen droog zijn, zet je ze weer in de barbe-
cue.
NL
23