• Het stoomvolume dat wordt gegenereerd door
het water in de oven kan worden geregeld via de
microkraan die achter het apparaat is gemon-
teerd.
• Bedien de microkraan om verschillende drup-
pels water op de verwarmers te injecteren. Er
moet voor worden gezorgd dat er niet te veel
water in de bakkamer terechtkomt.
AANDACHT: Gebruik deze trays niet voor het bewaren en ver-
werken van zure, alkalische of zoute levensmiddelen.
2). Begin met koken
• Stel de 2 bedieningselementen in: Timerregeling en de tem-
peratuurregeling naar de gewenste instellingen. Het indica-
tielampje van de timerregeling (4), het indicatielampje van de
temperatuurregeling (7) en het binnenlampje van het appa-
raat gaan branden. Het apparaat start met opwarmen.
Opmerking: De ideale bereidingstijd is afhankelijk van het
voedseltype en de grootte, evenals de geselecteerde instel-
lingen. Sommige soorten voedsel kunnen verbranden als ze
te lang worden gebakken, geroosterd of gegrild. Controleer
daarom regelmatig of het voedsel klaar is door de glazen deur.
• Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, gaat het tempera-
tuur- en timerlampje uit.
• Om het kookproces handmatig te beëindigen, zet u de timer-
knop op de "0".
• Zet na het koken de temperatuurregeling op "0°C".
• Open de glazen deur met de deurgreep en verwijder het voed-
sel.
VOORZICHTIG! Risico op brandwonden!
• Open de glazen deur altijd met behulp van de deurgreep.
• Om het voedsel te verwijderen, gebruikt u het handvat van de
bakplaat (meegeleverd) en/of ovenwanten (niet meegeleverd).
Zorg ervoor dat u de verwarmingselementen niet aanraakt en
beschadigt.
• Houd uw handen uit de buurt van stoom die uit het apparaat
komt.
• Haal na gebruik de stekker uit het stopcontact.
• Laat het apparaat volledig afkoelen voordat u het reinigt en
opbergt.
3). Timerregeling
• Er kan een bereidingstijd van maximaal 120 minuten worden
ingesteld. Stel hiervoor de timerregeling in op de gewenste
tijd. De bereidingstijd kan op elk moment tijdens de werking
worden verlengd of verkort.
Opmerking: Om de tijd met hogere precisie in te stellen,
draait u eerst de timerknop een beetje over de gewenste
tijdpositie en keert u vervolgens terug naar de gewenste tijd-
positie.
• Wanneer de ingestelde tijd is verstreken, gaan de indica-
tielampjes van de timerregeling (5) en de temperatuurrege-
ling (8) uit en klinkt er een geluid.
4). Temperatuurregeling
• Een kooktemperatuur van maximaal MAX (300°C) kan worden
ingesteld. Stel hiervoor de temperatuurregeling in op de ge-
wenste temperatuur.
• Op dezelfde manier kan de kooktemperatuur op elk moment
tijdens het gebruik worden verhoogd of verlaagd.
Opmerking: Wanneer de temperatuur de gewenste instelling
bereikt, gaat het temperatuurcontrolelampje (7) uit. Als de tem-
peratuur daalt, gaat het temperatuurcontrolelampje (7) weer
branden. Dit proces wordt automatisch herhaald.
Opmerking: Houd er rekening mee dat er een veiligheidsap-
paraat voor thermische beveiliging is dat zich aan de onder-
kant van de achterkant van het apparaat bevindt met een be-
schermdop (zie ----> De veiligheidsuitschakeling RESETTEN
(Hi-limiter of thermische uitschakeling) ). Dit om te voorkomen
dat het apparaat te hoog wordt en automatisch uitschakelt.
5). Stoomfunctie
• Houd de stoomschakelaar ingedrukt als u stoom in het appa-
raat wilt toevoegen.
• Zorg ervoor dat de waterleiding is aangesloten en dat de ti-
mer is ingesteld.
• Laat de stoomschakelaarknop los als u deze niet gebruikt.
RESET de veiligheidsuitschakeling (Hi-limiter
of thermische uitschakeling)
Houd er rekening mee dat de RESET-knop is uitgerust met een
beschermkap om oververhitting te voorkomen.
• Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact.
• Laat het apparaat volledig afkoelen.
• Schroef de beschermdop van de RESET-knop los.
• Druk op de RESET-knop van de Hi-limiter (thermische uit-
schakeling). U hoort een klikgeluid.
• Schroef de beschermdop terug op de RESET-knop.
• Sluit aan op de voeding en u kunt deze opnieuw gebruiken.
Reiniging en onderhoud
• AANDACHT! Koppel het apparaat altijd los van de voeding en
koel het af voordat u het opbergt, reinigt en onderhoudt.
• Gebruik geen waterstraal of stoomreiniger voor het reinigen
en duw het apparaat niet onder water, omdat de onderdelen
nat worden en er elektrische schokken kunnen ontstaan.
• Als het apparaat niet schoon wordt gehouden, kan dit een
negatieve invloed hebben op de levensduur van het apparaat
en leiden tot een gevaarlijke situatie.
• Voedselresten moeten regelmatig worden gereinigd en uit het
apparaat worden verwijderd. Als het apparaat niet goed wordt
gereinigd, verkort dit de levensduur en kan dit leiden tot een
gevaarlijke situatie tijdens het gebruik.
Reiniging
• Reinig het gekoelde buitenoppervlak met een doek of spons
die licht bevochtigd is met een milde zeepoplossing.
• Om redenen van hygiëne moet het apparaat voor en na ge-
bruik worden gereinigd.
• Vermijd contact van water met de elektrische componenten.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of andere vloei-
stoffen.
• Gebruik nooit agressieve reinigingsmiddelen, schuursponzen
of reinigingsmiddelen die chloor bevatten. Gebruik voor het
reinigen geen staalwol, metalen keukengerei of scherpe of
puntige voorwerpen. Gebruik geen benzine of oplosmiddelen!
• Geen enkel onderdeel is vaatwasmachinebestendig.
NL
13