CONTROLE VAN DE
GELAATSBEVESTIGING
Controleer met het hoofdharnas van
de hoofdkap gevouwen over het vizier
van het gelaatsmasker op een goede
gelaatsbevestiging.
Plaats het gelaatsmasker met één hand
op het gelaat.
Sluit de inlaatpoort van het
gelaatsmasker met de andere hand.
Inhaleer en controleer of het masker
op het gelaat zit en blijft zitten als u de
adem inhoudt.
Een goede gelaatsbevestiging blijkt
als het masker op zijn plaats zit en een
vacuüm is ontstaan.
Als het masker niet op zijn plaats blijft,
dan geeft dit een mogelijkheid aan, die
echter niet beperkt is tot een van de
volgende:
Onjuiste passing
Onjuiste maskergrootte
Defecte inademingsslang
Defecte/beschadigde
maskerbevestiging
Als het masker goed zit en u geen
gebreken kunt vaststellen kan het
noodzakelijk zijn om van maskermaat
te veranderen en de instelling van het
masker te herhalen.
Als het masker niet in orde is, mag u
het niet gebruiken tot het gebrek is
gevonden en hersteld.
Opmerking: Het masker moet dicht
tegen het gelaat zitten, zodat beweging
niet mogelijk is. Te dicht bevestigen
veroorzaakt ongemak en kan de
gelaatsbevestiging verstoren.
Gebruik geen masker als u dit niet goed
passend kunt krijgen.
ELEKTRISCH
LUCHTTOEVOERSYSTEEM
De PAPR moet worden gecontroleerd in
overeenstemming met de gebruiks- en
onderhoudsinstructies die specifiek zijn
voor het gekozen model.
Zodra is gecontroleerd of alle onderdelen
onderhouden kunnen worden, kan het
systeem volledig worden gemonteerd als
voorbereiding voor het opzetten, zie het
onderdeel Opzetten.
MONTAGE
De hoofdkap en de ademhalingsslang
zijn nu gereed voor bevestiging aan de
PAPR.
Opmerking: Terwijl van de materialen
die in contact kunnen komen met de
huid van de drager niet bekend is dat
deze irritatie veroorzaken van de huid
of andere ongunstige effecten hebben
op de gezondheid, kunnen zij allergische
reacties veroorzaken bij personen die
specifiek overgevoelig zijn.
29
FM4