vetten tijdens het grillen op en voorkomt dat deze op het onderste verwarmingselement komen.
3. Plaats het rooster met de etenswaren in de middelste (19b) of bovenste sleuven (19c) in de oven.
4. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
5. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling.
6. Draai de functie-instelling naar de stand
7. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling. De bereidingstijd is afhankelijk van de soort
etenswaren en de hoeveelheid ervan. Het aan/uit-indicatielampje gaat aan. De oven schakelt in.
8. Grill de etenswaren totdat deze gaar zijn. Aan het einde van de grilltijd is een geluidsignaal hoorbaar
en schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
Als de etenswaren gaar zijn maar de grilltijd nog niet
verstreken is, kunt u de oven uitschakelen door de
tijdinstelling terug naar 0 te draaien.
9. Doe ovenhandschoenen aan.
10. Open de ovendeur. Voorzichtig! De deur is heet.
11. Neem het rooster met de etenswaren met de
uitneemgreep uit de oven.
12. Neem de etenswaren van het rooster en plaats ze op
een bord. Voorzichtig! De etenswaren zijn heet.
13. Neem de bakplaat met de uitneemgreep uit de oven.
Voorzichtig! Eventuele sappen en vetten op de bakplaat
zijn heet!
14. Sluit de ovendeur.
Werking - draaispit gebruiken
Met het draaispit (13) kunt u vlees en gevogelte mooi egaal bruin roosteren.
1. Open de ovendeur.
2. Plaats de bakplaat in de onderste sleuven in de oven. De bakplaat vangt eventuele sappen en vetten
tijdens het roosteren op en voorkomt dat deze op het onderste verwarmingselement komen.
3. Verwijder de klem (14) aan het afgeronde uiteinde
van het draaispit.
4. Spies het te roosteren vlees of gevogelte aan het
afgeronde uiteinde op het draaispit. Zorg ervoor dat het
draaispit door het midden van het vlees of gevogelte steekt.
5. Zet het te grillen vlees of gevogelte met de klemmen op het
draaispit vast.
6. Plaats het draaispit met het vlees of gevogelte in de oven.
Steek het afgeronde uiteinde van het draaispit in de
aandrijfhuls (10). Plaats het rechte uiteinde van het draaispit
op de steun.
Zorg ervoor dat het vlees of gevogelte tijdens het draaien
niet tegen het bovenste verwarmingselement komt.
7. Laat de ovendeur op een kier openstaan om de lucht te kunnen laten circuleren.
8. Stel de gewenste temperatuur in met de temperatuurinstelling.
9. Draai de functie-instelling naar de stand
bovenwarmte te gebruiken, omdat het onderwarmte element afgedekt wordt door de bakplaat die het
druipvet opvangt en dus geen effect heeft.
10. Stel de gewenste grilltijd in met de tijdinstelling. De bereidingstijd is afhankelijk van het soort
etenswaar en de hoeveelheid ervan. Het aan/uit-indicatielampje gaat aan. De oven schakelt in.
11. Grill het vlees of gevogelte totdat dit gaar is. Aan het einde van de roostertijd is een geluidsignaal
hoorbaar en schakelt de oven automatisch uit. Het aan/uit-indicatielampje gaat uit.
Als het vlees of gevogelte gaar is maar de grilltijd nog niet verstreken is, kunt u de oven
uitschakelen door de tijdinstelling terug naar 0 te draaien.
.
. Bij gebruik van het draaispit adviseren wij om alleen
6
Handleiding
Figuur 3
Rooster uitnemen
Figuur 4
Draaispit plaatsen