draaiknop (openen-regelen-sluiten).
INSCHAKELEN/UITSCHAKELEN
zie par. ILL. - REF. i)
Het apparaat moet ingeschakeld
worden nadat de bereidingska-
mer met water is gevuld. Niet
droog inschakelen (met een lege be-
reidingskamer).
1. Draai de knop voor inschakeling
naar de stand "1-2-3" in functie van de
bereidingsvereisten, de verlichting van
de groene indicator geeft de werkings-
fase aan (Afb. 3-A/B).
2. Draai de knop voor inschakeling
naar de stand "Nul" (Afb. 3C) om het
apparaat uit te schakelen op het einde
van de werkcyclus.
Tijdens de werking moet men het
waterpeil in de bereidingskamer
controleren, breng indien nodig opnieuw
op niveau via de afsluiter om water te
vullen. Bij het vullen van water tijdens de
werking blijft het risico op brandwonden
bestaan. Gebruik ge schikte middelen
voor preventie en bescherming.
PRODUCT VULLEN/VERWIJDEREN /
zie par. ILL. - REF. i)
Zie "Algemene informatie voor
de veiligheid / Blijvende risico's"
vooraleer de handelingen uit te
voeren
Na inschakeling van het apparaat
en nadat het water op het kookpunt
is gebracht, doet u het te bereiden
product in het voorziene recipiënt
en plaatst u het recipiënt in de berei-
dingskamer (afb. 4).
Houd het waterpeil in de berei-
dingskamer constant, indien no-
dig draait u aan de knop om water te
vullen (zie Water vullen).
DEZE HANDLEIDING IS EIGENDOM VAN DE FABRIKANT EN ELKE, OOK GEDEELTELIJKE, REPRODUCTIE IS VERBODEN.
GEBRUIKSINSTRUCTIES
Met de knop voor afgifte van wa-
ter met beperkte stroom kunt u tij-
dens de werking constant water in
de bereidingskamer bijvullen.
Op het einde van het bereidingspro-
ces haalt u het recipiënt uit de berei-
dingskamer (afb. 5) en brengt u die op
een plaats die vooraf is voorzien voor
het neerzetten.
BUITENDIENSTSTELLING
Op het einde van de werkcyclus
moet men de draaiknoppen op
het apparaat naar de stand "Nul"
draaien (afb. 6). De indicatorlampjes
(indien aanwezig) moeten uit blijven.
Sluit
stroomopwaarts van de appara-
tuur sluiten (Gas - Water - Elek-
triciteit).
Controleer of het apparaat en de
gebruikte recipiënten optimaal
schoongemaakt en hygiënisch
zijn. Zie "Onderhoud".
1. Haal de gebruikte recipiënten uit de
bereidingskamer.
2. Wacht tot de temperatuur van het wa-
ter in de bereidingskamer afkoelt.
3. Controleer of er geen belemmerin-
gen en/of obstructies in de afvoerlei-
ding zijn.
Mak de bereidingskamer hele-
maal leeg volgens de procedu-
res voor verwijdering die van
kracht zijn in het land van gebruik.
WATER AFLATEN UIT DE BEREI-
DINGSKAMER / zie par. ILLUSTRA-
TIES - REF. l)
1. Open de afvoerkraan en laat het
water via de afvoerleiding wegstro-
men (afb. 7).
2. Wanneer de bereidingskamer
leeg is, sluit u de waterafvoerkraan
(afb. 7A).
- 17 -
de
netwerkafsluitingen
7.
NL