nEDERLanDs
WAARSCHUWING: Zorg er altijd voor dat het boorstuk
stevig vast zit voordat u het gereedschap opstart. Een
los boorstuk kan uit het gereedschap schieten en op die
manier mogelijk persoonlijk letsel veroorzaken.
Uw gereedschap is voorzien van een sleutelloze boorhouder
met een roterende huls
7
de boorhouder. Om een boorstuik of een ander accessoire te
plaatsen, volgt u de onderstaande stappen op.
1. Zet het gereedschap uit en sluit het af van de stroombron.
2. Pak de zwarte huls van de boorhouder met één hand vast
en gebruik uw andere hand om het gereedschap. Draai de
huls tegen de klok in (gezien vanaf de voorzijde), net zover
totdat het gewenste accessoire erin past.
3. Zet het accessoire ongeveer 19 mm in de boorkop. Zet
stevig vast door de boorkop met één hand naar rechts te
draaien terwijl u het gereedschap met de andere hand
vasthoudt. Blijf de kraag van de boorkop draaien totdat u
een aantal ratelende klikken hoort, zodat gegarandeerd is
dat het accessoire maximaal vastzit.
OPMERkInG: Zorg ervoor dat u de boorhouder met één
hand op de huls van de boorhouder vastmaakt, en met één
hand het gereedschap vasthoudt voor maximale stevigheid.
U kunt het accessoire losmaken door stap 1 en 2 die hierboven
worden vermeld, te herhalen.
BEDIENING
Instructies voor gebruik
WAARSCHUWING: Houd u altijd aan de
veiligheidsinstructies en van toepassing
zijnde voorschriften.
WAARSCHUWING: Om het gevaar op ernstig
persoonlijk letsel te verminderen, zet u het
gereedschap uit en ontkoppelt u de accu, voordat
u enige aanpassing maakt of hulpstukken of
accessoires verwijdert/installeert. Het onbedoeld
opstarten kan letsel veroorzaken.
Juiste handpositie (Afb. D)
WAARSCHUWING: Beperk het risico op ernstig persoonlijk
letsel, plaats ALTIJD uw handen in de juiste positie,
zoals afgebeeld.
WAARSCHUWING: Beperk het risico van ernstig
persoonlijk letsel, houd het gereedschap ALTIJD stevig
vast, zodat u bent voorbereid op een plotselinge terugslag.
Voor een juiste positie van de handen zet u één hand op de
hoofdhandgreep
16
en één hand op de accu.
Gebruik als boormachine (Afb. A, D)
WAARSCHUWING: BEPERK HET RISICO VAN
PERSOONLIJK LETSEL, ZET ALTIJD het werkstuk stevig
vast. Voorkom beschadiging van het materiaal, gebruik
een "steunblok" als u boort in dun materiaal.
1. Draai de kraag
3
naar het symbool van de hamer.
2. Selecteer het gewenste bereik voor de snelheid/het
aanhaalmoment met de snelheidsinstelling
84
voor bediening met één hand van
4
zodat het
overeenkomt met de snelheid en het aanhaalmoment voor
de geplande werkzaamheden.
3. Gebruik voor hout gedraaide boortjes, speedboren,
spiraalboren of gatenzagen. Gebruik voor metaal High
6
Speed-boortjes of -gatenzagen. Gebruik een snijvloeistof
wanneer u in metaal boort. De uitzonderingen zijn gietijzer
en messing, deze moeten droog worden geboord.
4. Oefen met het bitje altijd druk uit in een rechte lijn. Oefen
zo veel druk uit dat het boortje zich in het materiaal blijft
vreten, maar duw niet zo hard dat de motor vastloopt of het
boortje wordt gebogen.
5. Houd het gereedschap stevig met beide handen vast
zodat u de draaibeweging van de boortje kunt beheersen.
Is het model van het gereedschap niet voorzien van een
zijhandgreep, pak het gereedschap dan vast met één hand
op de handgreep en de andere hand op de accu.
VOORZICHTIG: Boormachine kan vastlopen als u deze
overbelast en er kan dan een plotselinge draaibeweging
ontstaan. Wees altijd voorbereid op het vastlopen. Grijp
de boormachine stevig met beide handen vast zodat u de
draaibeweging kunt beheersen en letsel kunt vermijden.
6. aLs DE BOORMacHInE VasTLOOPT, is dat meestal
omdat het gereedschap wordt overbelast of niet goed
wordt gebruikt. LaaT DE aan/UIT‑scHakELaaR
OnMIDDELLIJk LOs, haal het bitje uit het werkstuk
en bepaal wat de oorzaak van het vastlopen is. kLIk DE
scHakELaaR nIET aan En UIT In EEn POGInG EEn
VasTGELOPEn BOORMacHInE WEER OP GanG TE
HELPEn — HIERDOOR ZOU U DE BOORMacHInE
kUnnEn BEscHaDIGEn.
7. U kunt het doorbreken van het materiaal en het
vastlopen tot een minimum beperken door de druk op de
boormachine te verminderen en het boortje geleidelijk door
het laatste gedeelte van het boorgat te leiden.
8. Laat de motor draaien terwijl u het bitje terugtrekt uit het
geboorde gat. Zo kunt u het vastlopen voorkomen.
9. Voor boormachines met een variabele snelheid hebt u
geen centerpons nodig om een beginpunt van het boorgat
te maken. Begin met een langzame snelheid te boren en
versnel door de schakelaar harder in te drukken wanneer het
gat zo diep is dat het boortje er niet meer uit kan springen.
Gebruik als hamerboormachine (Afb. A, D)
1. Draai de kraag
3
2. Selecteer de hoge snelheid instelling door de
snelheidsinstelling
de boorkop).
BELanGRIJk: Gebruik alleen hardmetalen boren
of steenboren.
3. Oefen bij het boren precies zo veel kracht uit op de
hamerboor dat de machine niet al te veel stuitert of
het boortje wegloopt. Te veel kracht leidt tot lagere
boorsnelheden, oververhitting en een lager rendement van
de boor.
4. Boor rechtuit, houd het boortje in een rechte hoek op het
werkstuk. Oefen geen zijwaartse druk op het boortje uit
naar het symbool van de hamerboor.
4
terug te schuiven (weg van