11
FUNCTIONELE STORINGEN EN OPLOSSINGEN
Alvorens wat dan ook aan de machine te doen, de stekker uit het stopcontact trekken, de waterkraan dicht
draaien en het pistool activeren totdat er geen druk meer op het apparaat staat.
Storing
Drukschommeling of drukverlies
De motor gonst als het apparaat
wordt aangezet maar start niet
De motor slaat niet aan bij het in-
schakelen
De motor stopt
Er komt geen reinigingsmiddel uit Sproeikop verstopt
De straal heeft een onregelmati-
ge vorm, is niet scherp
Oorzaak
Geen water
Waterfilter verstopt
Netspanning te laag
Pistool niet geactiveerd
Doorsnede van het verlengsnoer
te klein
Verkeerde netspanning
Netbescherming niet ingeschakeld Schakel de netbescherming in
Motorbeveiliging uitgeschakeld
door oververhitting van de motor.
Hogedrukspuitmond in de spuit-
lans vuil
Stelhuls voor de vorm van de
straal niet goed afgesteld
49
Oplossing
Draai de waterkraan open
Maak het waterfilter op de toevoer-
slang van de pomp schoon
Controleer de elektrische aan-
sluiting
Activeer het pistool wanneer u
het apparaat aanzet
Gebruik een verlengsnoer met
voldoende grote doorsnede; zie
"Elektrische aansluiting van het
apparaat"
Controleer de stekker, de kabel
en de schakelaar
Controleer of de voedingsspan-
ning en de spanning van het
apparaat overeenkomen, 3
minuten wachten en het apparaat
opnieuw aanzetten.
Maak de spuitmond van de spuit-
lans voor het reinigingsmiddel
schoon
Maak de hogedrukspuitmond
schoon
Stel de stelhuls bij