ims PRO UNIMIG 200-2 Manual Del Usuario página 37

BEDIENINGSPANEEL (FIG 5)
10 - Selectie van lassen modus
• NORMAL (2T): standaard 2-takt lassen
• NORMAL (4T): standaard 4-takt lassen
• DELAY: «chain stitch» functie, met intermitterende punt instelling
• SPOT: aftopping functie / spot,
Met instelling van de punt diameter
11 - De draad snelheid instelling
Draaiknop voor het instellen van de draad snelheid.
De snelheid varieert van 1 tot 15 m / min.
12 - Instelling draaiknop SPOT/DELAY
MODE «MANUAL» (FIG 5) (FIG 6)
Voor het instellen van uw lasapparaat dient u volgende doen:
- Selecteer de lasspanning met behulp van de schakelaar.
Voorbeeld voor UNIMIG 200-2 met een 0,8 draad: positie 1 voor een 0,8 mm plaat en positie 4 voor een 2 mm plaat
• Stel de draad snelheid met de draaiknop (11).
Advies:
De aanpassing van de draadsnelheid gebeurt vaak «op geluid»: de boog moet stabiel zijn met weinig geknetter.
Als de snelheid te laag is, zal de boog niet doorlopen.
Als de snelheid te hoog is, zal de boog knetteren en krijgt de draad neiging om de toorts af te stoten.
MODE «SYNERGIC» (FIG 5) (FIG 6)
Dankzij deze functie is het niet nodig om de draad snelheid in te stellen.
• Zet de draad snelheid draaiknop (3) in het midden van het «Optimal synergetische» gebied
• Selecteer:
- Soort draad (1)
- Draad diameter (2)
- Het vermogen (schakelaar aan de voorkant)
Kijk naar de« mode synergic » tabel op de tegenovergestelde pagina om de juiste positie afhankelijk van de te lassen dikte te selecteren.
Uit deze combinatie van de parameters, bepaalt het toestel de optimale draad snelheid en het lasapparaat is klaar voor gebruik. Indien nodig is
het mogelijk om de draadsnelheid in te stellen dankzij + of - draai knoppen (3). Bewaren van het laatste laswerk configuraties wordt uitgevoerd en
gereactiveerd elke keer bij het opstarten (draag diameter, type draad, modus).
GAS keuze (alleen voor lassen van staal):
In synergetische modus, bepaalt UNIMIG de lasparameters afhankelijk van het gebruikte gas. Voor het lassen van staal wordt het
lasapparaat standaard «Argon + CO2.»geconfigureerd.
Om gas te wijzigen en het lasapparaat in CO2 modus te configureren of om terug naar Argon +CO2 modus te gaan, gaat u als volgt:
1- Druk 5 seconden lang op de «Type» knop totdat het bedieningspaneel wordt uitgeschakeld en laat dan de knop los.
2-Binnen 5 seconden, kies de gewenste configuratie met de «selectie mode» knop.
• Normal (2T) => Argon + CO2 (standaardinstelling)
• Delay => 100% CO2
3- Bevestigen wordt gedaan, hetzij door het indrukken van de «Type» knop of door 5 seconden wachten.
4 Zodra bevestigt, keert het lasapparaat terug naar de normale modus en de verandering blijft opgeslagen, zelfs na het uitschakelen.
RISICO OP VERWONDINGEN VEROORZAAKT DOOR BEWEGENDE ONDERDELEN
De draadaanvoersystemen zijn voorzien van bewegende delen die handen, haar, kleding en gereedschap kunnen grijpen en die ernstige
verwondingen kunnen veroorzaken !
• Raak met uw hand(en) geen bewegende, draaiende of aandrijvende onderdelen aan.
• Let goed op dat de behuizingen van het apparaat correct gesloten blijven wanneer het apparaat in werking is.
Draag geen handschoenen tijdens het afwikkelen van de lasdraad en het verwisselen van de spoelen.
ADVIES EN THERMISCHE BEVEILIGING
• Volg de standaard regels van het lassen.
• Laat de ventilatieopening vrij zodat de lucht gemakkelijk kan circuleren.
• Na het lassen, laat het toestel aan staan voor het afkoelen.
Thermische beveiliging: het controlelampje gaat aan en de afkoelingstijd is van enkele minuten afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
UNIMIG
13 - Mode Manual
In de handmatige modus wordt de draadaanvoersnelheid bepaald door
de gebruiker door het aandraaien van de draaiknop (11).
14 - Mode Synergic
Zet de draaiknop (11) in het midden van het «OPTIMAL SYNERGIC»
gebied.
In deze modus wordt de optimale draad snelheid door 3 instellingen
bepaald:
• Spanning
• Draad diameter
• Soort draad
Het is mogelijk om de draadsnelheid + /- aan te passen.
NL
37