Descargar Imprimir esta página

RIDGID micro IR-200 Manual De Instrucciones página 67

Ocultar thumbs Ver también para micro IR-200:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 29
Emitterend vermogen – Emitterend vermogen is een term die
wordt gebruikt voor het beschrijven van energie-emissiekenmer-
ken van materialen en kan een waarde hebben van 0 tot 1. Voor de
temperatuurbepaling kan bij de micro IR-200 de factor emitterend
vermogen worden ingesteld op een waarde tussen 0,10 en 1,00.
Als de emissiekenmerken van een oppervlak niet gekend zijn, kan
voor een groot aantal toepassingen (bijvoorbeeld temperatuur-
metingen bij geverfde oppervlakken) het emitterend vermogen
op 0,95 worden ingesteld. In Figuur 8 vindt u de emissiefactor voor
een aantal gebruikelijke materialen.
Materiaal
Emitterend
vermogen
Aluminium, gepolijst
0,05
Asfalt
0,88
Baksteen
0,90
Ruw beton
0,91
Koper, gepolijst
0,04
Glas
0,95
Kalksteen
0,92
Marmer, gepolijst
0,90
Figuur 8 – Het emitterend vermogen van een aantal gebruike-
lijke materialen
Temperatuur – Hoewel de micro IR-200 variaties in de omgevings-
temperatuur compenseert, kunnen grote schommelingen in de
omgevings- en de gemeten temperatuur de accuraatheid doen af-
nemen. In geval van aanzienlijke wijzigingen in de omgevingstem-
peratuur (meer dan 30°F of 17°C), dient u de micro IR-200 vijftien
minuten de tijd geven om zich aan te passen.
All manuals and user guides at all-guides.com
Materiaal
Emitterend
vermogen
Lakverf
0,95
Papier, wit
0,90
Pleisterwerk, ruw
0,89
Rubber
0,93
Staal, gegalvaniseerd
0,28
Staal, geoxideerd
0,88
Water
0,96
micro IR-200 Contactloze infraroodthermometer
Belemmeringen – Stoom, stof, rook en andere belemmeringen,
zoals glas of plastic, tussen de micro IR-200 en het te meten opper-
vlak kunnen de nauwkeurigheid doen afnemen. Ze belemmeren de
optische elementen van het instrument of leveren foute a ezingen
op (meting van de temperatuur van het glas in plaats van het op-
pervlak). Gebruik het instrument niet in geval van belemmeringen.
3.
Vergewis u ervan dat alle apparatuur grondig werd gecontroleerd.
Werking
In- en uitschakelen (Metingen uitvoeren)
1.
Houd de micro IR-200 vast met de handgreep en richt hem op het
te meten oppervlak. Blijf uit de buurt van elektrische, bewegende
of hete onderdelen. Zorg ervoor dat de laser in een veilige richting
wordt gericht, weg van eventuele omstaanders, alvorens het ap-
paraat in te schakelen.
2.
Haal de trekker over om de micro IR-200 in te schakelen. Wanneer
de trekker wordt overgehaald, verschijnt het SCAN-pictogram en
zal de micro IR-200 de weergegeven temperatuurwaarde voortdu-
rend bijwerken en de maximale temperatuur weergeven sinds het
instrument werd ingeschakeld.
De micro IR-200 kan langzaam over het oppervlak worden bewo-
gen om warme of koude zones te lokaliseren. Zie de hoofdstukken
High-alarm en Low-alarm voor informatie over de instellingen van
high- en low-alarm.
3.
Wanneer de trekker wordt losgelaten, verschijnt het HOLD-
pictogram. De micro IR-200 wordt automatisch uitgeschakeld na
zeven seconden, tenzij het instrument in de modus "continu me-
ten" staat.
65

Publicidad

loading