HOOFDONDERDELEN
1.
Ondersteunend oppervlak
2.
Binnenste buis
3.
Buitenste buis
4.
Veiligheidspen
5.
Poten
GEBRUIK
1
Klap de steunpoten (5) helemaal uit
en stel de binnenste buis (2) in op de
gewenste hoogte.
2
Steek de veiligheidspen (4) door zowel
de buitenste buis (3) als de binnenste
buis (2) en zorg ervoor dat hij aan beide
3
zijden van de buitenste buis uitsteekt.
4
Parkeer de auto. Zet de motor uit, trek
aan de handrem en zet de auto in de
eerste versnelling of in zijn achteruit
(gebruik de stand 'p' in auto's met een
automatische versnellingsbak).
Plaats wielblokken bij de banden die
niet worden opgekrikt. Krik de auto op
5
met een autokrik zoals beschreven in
de handleiding van de auto. Wanneer
de auto voldoende is opgekrikt, plaatst
u de krikstandaard correct onder
de auto en laat u deze voorzichtig
zakken. Vervolgens kunt u de autokrik
verwijderen. De auto kan weer op de
grond worden gezet door deze op te
krikken met de krik, de krikstandaarden
te verwijderen en de auto voorzichtig te
laten zakken.
33
NL