Nederlands – 2
Naast de hier weergegeven functies kan het zijn dat op elk
moment softwarewijzigingen voor het verhelpen van fouten
en voor functiewijzigingen geïmplementeerd worden.
Afgebeelde componenten
Sommige weergaven in deze gebruiksaanwijzing kunnen, af-
hankelijk van de uitrusting van uw eBike, in geringe mate af-
wijken van de werkelijke omstandigheden.
De nummering van de afgebeelde componenten heeft be-
trekking op de weergaven op de pagina's met afbeeldingen
aan het begin van de gebruiksaanwijzing.
(1) Aandrijfeenheid
a)
(2) Snelheidssensor
(3) Spaakmagneet
(4) CenterLock-magneet
(5) Velgmagneet (rim magnet)
a) afwijkende sensorvorm en montagepositie mogelijk
b) afwijkende montagepositie mogelijk
Technische gegevens
Aandrijfeenheid
Productnummer
Nominaal continu vermogen
Draaimoment bij aandrijving max.
Nominale spanning
Gebruikstemperatuur
Opslagtemperatuur
Beschermklasse
Gewicht, ca.
A) is niet compatibel met de velgmagneet
Bosch eBike Systems gebruikt FreeRTOS (zie www.freertos.org).
A)
Fietsverlichting
Spanning ca.
Maximaal vermogen
– Voorlicht
– Achterlicht
A) afhankelijk van wettelijke regelingen niet in alle, per land ver-
schillende uitvoeringen via accu van eBike mogelijk
Verkeerd geplaatste lampen kunnen vernietigd worden!
0 275 007 3D1 | (13.02.2023)
b)
Drive Unit
Performance Line
CX/Cargo/
CX Race Edition/
Speed
BDU3740
BDU3741
BDU3742
BDU3743
BDU3760
BDU3761
BDU3780
BDU3781
W
Nm
V=
°C
–5 ... +40
°C
+10 ... +40
kg
V=
W
W
Informatie over de geluidsemissie van de
aandrijfeenheid
Het A-gewogen emissiegeluidsniveau van de aandrijfeenheid
bedraagt bij normale werking < 70 dB(A). Wanneer de eBike
onbevoegd wordt verplaatst, produceert de aandrijfeenheid
in het kader van de <eBike Alarm> service een alarmsig-
naal. Dit alarmsignaal kan boven het emissiegeluidsniveau
van 70 dB(A) komen en ligt bij 80 dB(A) op een afstand van
2 m van de aandrijfeenheid. Het alarmsignaal staat pas na
activering van de <eBike Alarm> service ter beschikking en
kan via de app eBike Flow weer worden gedeactiveerd.
Montage
Snelheidssensor controleren (zie afbeelding A)
Speedsensor (slim)
De snelheidssensor (2) en de bijbehorende CenterLock-
magneet (4) of spaakmagneet (3) zijn in de fabriek zodanig
gemonteerd dat de magneet zich bij een omwenteling van
het wiel op een afstand van minimaal 2 mm en maximaal
15 mm langs de snelheidssensor beweegt.
Bij constructieve veranderingen moet de correcte afstand
tussen magneet en sensor aangehouden worden (zie afbeel-
ding A).
Aanwijzing: Let er bij het monteren en demonteren van het
achterwiel op dat u de sensor of de sensorhouder niet be-
schadigt.
Let er bij het wisselen van wielen op dat de sensorkabel zon-
A)
der trekkracht en zonder knikken wordt gelegd.
A)
De CenterLock-magneet (4) kan maar maximaal 5 keer weg-
genomen en weer aangebracht worden.
Velgmagneet
Bij de installatie van een velgmagneet is voor het herkennen
250
van een wielomwenteling geen sensor nodig. De aandrijfeen-
heid herkent zelf wanneer de magneet in de buurt is en bere-
85
kent uit de frequentie van het opduiken van het magneetveld
36
de snelheid en alle andere noodzakelijke gegevens.
Omdat de aandrijfeenheid gevoelig is voor magnetische vel-
den, moet u andere magnetische velden (bijv. magnetische
klikpedalen, magnetische trapfrequentiemeters enz.) in de
IP55
buurt van de aandrijfeenheid vermijden om de aandrijfeen-
3
heid niet te storen.
Gebruik
Voor de ingebruikname van de eBike is een bedieningseen-
12
heid van de systeemgeneratie the smart system (het smart
systeem) noodzakelijk. Neem goed nota van de gebruiks-
17,4
aanwijzing van de bedieningseenheid en van eventuele ande-
re componenten van de systeemgeneratie the smart sys-
0,6
tem (het smart systeem).
Bosch eBike Systems