op een bepaalde tijd te laten uitschakelen
wanneer het in bedrijf is, op dezelfde wijze
te werk te gaan en herhaaldelijk de toets T-
OFF in te drukken totdat het gewenste tijdstip
bereikt is.
5. Nachtprogramma Sleep
Functie koeling
In de functie Sleep tijdens het bedrijf in ko-
eling werkt het toestel in de volgende ope-
envolging van stappen: 1 - 2.
Stap 1
Het toestel werkt in de functie ko-
eling totdat het consignatiepunt
van de ruimtetemperatuur bereikt
wordt.
Stap 2
Nadat het consignatiepunt van de
ruimtetemperatuur bereikt is, werkt
het toestel in de functie koeling ten
einde de ruimtetemperatuur tus-
sen de grenzen van het consigna-
tiepunt +1 en +2°C tijdens 1 uur te
houde.
Functie verwarming
In de nachtfunctie en tijdens het bedrijf in
verwarming werkt het toestel in de volgen-
de opeenvolging van stappen: 1 - 2.
Stap 1
Het toestel werkt in de functie
verwarming totdat het consigna-
tiepunt van de ruimtetemperatuur
bereikt wordt.
Stap 2
Nadat het consignatiepunt van de
ruimtetemperatuur bereikt is, werkt
het toestel in de functie verwar-
ming teneinde deze ruimtetempe-
ratuur tussen de grenzen van het
consignatiepunt -1 en -2°C tijdens
1 uur te houden.
6. Andere functies
I FEEL functie
Wanneer geactiveerd, wordt de lezing van
de temperatuur van de ruimte wordt verkre-
gen door een sensor die de afstandsbedie-
Component
Luchtfilter:
Omkasting van het toestel:
Opvangbak en afvoerbuis:
ning omvat. De afstandsbediening stuurt de
temperatuur standaard elke 10 minuten op
de binnenunit. Om deze functie uitschake-
len, drukt u nogmaals op de knop.
Zuiveringsfilter
Indrukken van deze knop kan in-of uits-
chakelen van de werking van de filter zui-
veraar titanium fotokatalytische. Standaard
is deze functie is ingeschakeld.
De stille modus
Op deze knop drukt, draait de ventilator rus-
tig en bij lage snelheid.
Auto drogen
Indrukken van deze knop in koeling of ont-
vochtiging, zal overdekt ventilator te laten
draaien voor 10 minuten nadat het appara-
at wordt losgekoppeld.
Werking van de unit
Noodfunctie
De noodschakelaar bevindt zich in het
ontvangerspaneel aan de voorzijde van het
toestel. Deze schakelaar wordt gebruikt als
de batterijen van de afstandsbediening
leeg zijn of in geval er zich een storing vo-
ordoet.
Werking van het systeem tijdens de
noodfunctie
Koelsysteem.
Het consignatiepunt van de ruimtetempe-
ratuur wordt op 20°C ingesteld. Het toestel
werkt in de functie koeling.
Koel - en verwarmingssysteem.
Het consignatiepunt van de ruimtetempe-
ratuur wordt op 25°C ingesteld. Het toestel
werkt in automatisch bedrijf.
Onderhoud
1- Met een stofzuiger reinigen of zachtjes uitkloppen
en met lauw water (40°C) en een zacht afwasmiddel
afwassen.
2- Uitspoelen en laten drogen alvorens het filter in het
toestel terug te plaatsen.
3- Geen benzine, alcohol of andere chemische produc-
ten gebruiken.
1- Het stof op het frontpaneel met een zachte of een in
een groene zeepoplossing vochtig gemaakte doek
verwijderen.
2- Geen benzine, alcohol of andere chemische produc-
ten gebruiken.
1- Reinigen en controleren of er geen verstoppingen
zijn.
NL
by johnson controls
Door één keer op de schake-
AUTO
laar te drukken wordt deze in-
geschakeld en door nogmaals
te drukken uitgeschakeld (omschakelen).
Tijdens dit handmatige noodbedrijf kan de
afstandsbediening niet gebruikt worden.
Beveiliging automatische herstart en
vriesbeveiliging
Na een onderbreking in de stroomtoevoer
wordt het toestel automatisch herstart (zo-
dra de stroomtoevoer hersteld is) en blijft in
dezelfde functie staan die ingesteld stond
op het moment dat de stroom uitviel.
Ontdooien en bescherming tegen
oververhitting
Dit wordt gebruikt om te voorkomen dat
de verdamperunit tijdens het bedrijf in ko-
eling of luchtontvochtiging bevriest of in de
functie verwarming oververhit raakt.
Tijdens de cyclus ontdooien (defrost) en
bescherming tegen oververhitting schakelt
de compressor uit, de led van de compres-
sor knippert cyclisch en het uit-blaasorna-
ment blijft in de stand volledig geopend
staan. Na afloop van de cyclus werkt het
uitblaasornament weer volgens de eerder
ingestelde programmering.
Onderhoud
De toestellen zijn ontworpen om vrijwel
onderhoudsvrij een lange tijd in bedrijf te
zijn. De onderstaande handelingen dienen
echter regelmatig uitgevoerd te worden.
Geadviseerde regelmaat
Een keer per maand of, indien nodig, vaker.
Een keer per maand of, indien nodig, vaker.
Ieder seizoen voordat het toestel in bedrijf genomen
wordt.
21