–
Langs onder de beugel (3) van de dwarse stang in de schans inhangen.
–
Daarna de onderste houderklemmen (4) op de dwarse stang van het
opvangzakframe drukken.
–
Het frame van de opvangzak met de beugel vooraan in het opvangdoek plaatsen.
De bovenste naden van het opvangdoek aan de beugel uitlijnen.
–
De profielen van de opvangzak op de stangen van het frame drukken R1 .
–
De uitwerpklep van de maaier naar boven openen.
–
Til de opvangzak op met de draaggreep, plaats de schans (1) aan de opening van
de opvangzak en hang deze met zijn beide zijdelingse haken boven in de
maaierbehuizing S1 .
–
De uitwerpklep op de opvangzak klappen.
Instellen van de maaihoogte (Afbeelding I )
De maaihoogte wordt achter de motor ingesteld.
–
Druk met de duim op de grijze druktoets, breng de maaier in de gewenste positie
door de greep aan de maaier omhoog of omlaag te bewegen.
–
Door het loslaten van de druktoets arrêteert de hendel in de gewenste
maaihoogte.
–
De markering links op de maaier toont de ingestelde maaihoogte aan.
BELANGRIJK
Het maaien op de laagste snijhoogte mag alleen gebeuren op vlakke en gladde
grasmatten!
Gelieve er rekening mee te houden dat de onderste snijhoogte-instellingen alleen
bij optimale omstandigheden gebruikt mogen worden. Als u de snijhoogte te laag
kiest, dan kan de grasnerf beschadigd en onder bepaalde omstandigheden zelfs
vernield worden.
Naast de snijhoogte beïnvloedt ook de rijsnelheid het snijbeeld en vangresultaat.
Snijhoogte en rijsnelheid aanpassen aan de hoogte van het te snijden het gras.
9 VOOR DE EERSTE INGEBRUIKNEMING
Alle schroefverbindingen en de bougiestekker controleren op goede bevestiging. De
schroeven eventueel aandraaien! Met name de bevestiging van de mesbalk moet
gecontroleerd worden (zie hiervoor hoofdstuk „Onderhoud van de mesbalk").
De bevestigingsschroef van het mes moet altijd door een geautoriseerde vakwerkplaats
worden aangedraaid. Als de messchroef te los of te vast wordt aangedraaid, dan
kunnen meskoppeling en mesbalk beschadigd worden of loskomen, hetgeen zware
verwondingen kan veroorzaken.
De grasmaaier is uitgerust met een motorstop-inrichting.
Vóór de eerste inbedrijfstelling controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de
motorstop foutloos functioneert. Als de schakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten
motor en mesbalk binnen drie seconden tot stilstand komen.
De beugel moet na het loslaten in elk geval weer in de in de afbeelding „Beschrijving
van de componenten" getoonde positie terugspringen.
Als dit niet het geval is, dan moet dit onmiddellijk door een geautoriseerde
vakwerkplaats gecontroleerd worden.
Verwondingsgevaar!
Als de nalooptijd van het apparaat groter is, het apparaat niet meer gebruiken en naar
een geautoriseerde vakwerkplaats brengen.
Meten van de nalooptijd
Na het starten van de verbrandingsmotor draait het mes en is een windgeluid hoorbaar.
De nalooptijd komt overeen met de duur van het windgeluid na het afzetten van de
verbrandingsmotor, en deze kan met een stopwatch worden gemeten.
Veiligheids- en bescherminrichtingen van de machine mogen niet gemanipuleerd of
gedeactiveerd worden!
Erop letten dat alle bescherminrichtingen zoals voorgeschreven aangebracht en niet
beschadigd zijn!
Olie bijvullen (Afbeelding Y1 )
BELANGRIJK
Schade vermijden! De motor wordt zonder olie geleverd. De motor moet voor het
starten met olie worden gevuld.
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Vóór de eerste start motorolie (hoeveelheid en kwaliteit zie technische gegevens) met
een trechter na de peilstok eraf te hebben geschroefd in deze opening gieten.
–
De maaier parkeren op vlakke ondergrond.
–
Olie langzaam in de vulopening gieten. Niet overvullen. Na het vullen van de olie
eerst enkele minuten wachten en dan pas het oliepeil controleren.
De oliepeilstok aanbrengen en vastschroeven.
–
Oliepeil controleren
Meetstaaf eruit nemen. De peilstok afvegen met een schone doek, weer erin
steken en vastschroeven. Dan de peilstok weer uitnemen en het oliepeil aflezen.
De olie moet tot boven aan de Vol-markering (pijl) staan. Eventueel olie bijvullen.
Het oliepeil mag echter niet boven de Vol-markering liggen.
Meetstaaf weer erin zetten en vastdraaien.
–
Na de eerste vulling het bord „NO OIL" (GEEN OLIE) boven aan de motor
verwijderen.
Brandstof invullen
–
Gebruik als tankvulling alleen verse en schone loodvrije standaard brandstof.
Brandstof met maximaal 10% ethanol is acceptabel.
–
Benzinedop losdraaien.
–
Brandstof m. b. v. een trechter tot max. onderkant van de vulpijp invullen.
–
Benzinedop weer aanbrengen en vastdraaien.
10 STARTEN VAN DE MOTOR (AFBEELDING D + E )
De motor alleen starten als u achter de maaier staat.
De maaier in elk geval op een vlak, niet met hoog gras begroeide ondergrond zetten (te
hoog gras remt de aanloop van de mesbalk en bemoeilijkt het startproces). Bij het
starten van de motor mag de machine niet omhoog worden gekanteld, maar, indien
vereist, door de duwboom omlaag te duwen slechts zo schuin worden gezet, dat het
snijgereedschap in de van de gebruiker afgewende richting wijst, maar niet verder dan
absoluut noodzakelijk is. Voordat het apparaat weer op de grond staat, moeten beide
handen zich aan het bovenste deel van de duwboom bevinden.
VOORZICHTIG
Startkabelgreep tijdens het starten stevig vastpakken. De greep zou anders uit de
hand kunnen glijden. Verwondingsgevaar!
BELANGRIJK
De motor loopt alleen wanneer de veiligheidsschakelbeugel op het bovenste deel
van de duwboom wordt gedrukt. Op het moment, dat u de schakelbeugel loslaat,
dan klapt deze door veerdruk weer terug omhoog naar zijn uitgangspositie, de
motorrem wordt geactiveerd en binnen drie seconden komen de motor en de
messenbalk tot stilstand.
–
De veiligheidsschakelbeugel (2) op het bovenstuk van de boom (3) drukken en
vasthouden D .
–
De startkabel (4) langzaam uittrekken tot er een weerstand merkbaar wordt, dan
snel uittrekken E , – de motor begint te lopen, de kabel langzaam terugvoeren.
AANWIJZING
Deze motor heeft een ReadyStart
®
temperatuurgeregelde automatische choke. De motor loopt automatisch bij optimaal
max. toerental, dat vereist is voor een zuiver snijbeeld (motortoerental = mestoerental).
11 UITSCHAKELEN VAN DE MOTOR (AFBEELDING F )
–
Veiligheidsschakelbeugel loslaten.
12 STOPPEN IN GEVAL VAN NOOD
Veiligheidsschakelbeugel loslaten.
–
Het mes komt tot stilstand.
–
De motor wordt uitgeschakeld.
OPGELET
Vóór elk maaien controleren of de veiligheidsschakelbeugel voor de motorrem
foutloos functioneert.
–
als de veiligheidsschakelbeugel wordt losgelaten, dan moeten motor en
mesbalk binnen drie seconden blijven stilstaaan.
7
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
Veiligheidsinstructie!
Verklaring van de symbolen zie tabel pagina 3
-systeem: Dit systeem heeft een