2. Start de motor
3. Pak het achterste handvat (1) met de
rechter hand.
4. Met de linker hand het voorste handvat (2)
vastpakken.
5. Zet de gashendel op 1/3 snelheid en be-
dien de kettingremhendel (3) met de linker
hand. De ketting moet abrupt stoppen.
6. Laat de gashendel los.
7. Als de kettingrem naar behoren werkt zet
u de motor af en laat u de kettingrem los.
Als de kettingrem niet correct
werkt, de motorzaag niet gebrui-
ken. Schakel de motor uit en laat de
motorzaag repareren door een
servicebedrijf voor kettingzagen.
Automatische oliewerking contro-
leren
• Schakel de zaag in en houd de neus van
het zaagblad op ca. 20 cm van een stuk
papier of karton. De zaag werkt goed als
er een oliespoor zichtbaar is.
• Stel de olietoevoer zo in, dat er geen olie
wegloopt, maar dat de ketting nooit droog
loopt. Zet de olieregulering op nul als u de
zaag opbergt.
Bij koud weer kan olie wat dikker wor-
den. U kunt de olietoevoer dan wat
opendraaien.
Kettingolie reguleren
De kettingolietoevoer kan met de
schroevendraaier worden ingesteld
aan de instelschroef op de onderkant
van de kettingzaag.
MAX grote hoeveelheid olie
MIN
kleine hoeveelheid olie
Als de olietoevoer niet goed werkt,
kunt u het hoofdstuk 'Problemen oplos-
sen' doorlezen of het apparaat laten
nakijken door onze klantenservice.
Zaagtechnieken
Algemeen
Houd de zaag altijd met twee handen
vast, met de rechterhand aan de ach-
terste en de linker hand aan de voor-
ste handgreep. Duimen en vingers
moeten de handgrepen stevig omslui-
ten.
• Zaag altijd volgas door de
gashendelblokkering en de gashendel te-
gelijk in te drukken.
• Laat na iedere zaagsnede de motor sta-
tionair lopen. Als de motor langere tijd op
het hoogste toerental loopt zonder belast
te worden kan dit de motor beschadigen.
• U hebt meer controle als u met de onder-
kant van het zaagblad zaagt (trekkende
zaagketting) en niet met de bovenkant
(duwende zaagketting).
• De ketting mag tijdens het doorzagen of
daarna niet in contact komen met de
grond of met een ander voorwerp.
• Let erop dat de ketting niet vastloopt of
dat de boomstam breekt of afsplintert.
• Neem de veiligheidsmaatregelen tegen
terugslag in acht (zie veiligheids-
voorschriften).
Als de ketting vast komt te zitten,
niet proberen om de motorzaag met
geweld uit de boom te trekken. Ge-
vaar voor letsel. Zet de motor af en
maak de motorzaag los met een wig
of een hefboomarm.Hebelarm oder
Keil, um die Motorsäge
freizubekommen.
Doorzagen
Doorzagen is het zagen van de gevelde
boom in kleinere, te hanteren stukken.
• Let erop dat de ketting tijdens het zagen
niet de aarde raakt.
NL
B
53