snelheid van het gereedschap verhoogd tot de
ingestelde snelheid. Vervolgens handhaaft het
gereedschap deze snelheid tot het wordt
uitgeschakeld. Bij lage temperatuur wanneer het vet
minder vloeibaar is, is het mogelijk dat deze functie niet
werkt ondanks dat de motor draait.
ONDERDELEN AANBRENGEN EN
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de accu is verwijderd alvorens enige
werkzaamheden aan het gereedschap te verrichten.
Het zaagblad aanbrengen en verwijderen
LET OP:
• Verwijder altijd eerst alle houtsnippers en vreemde
stoffen die aan het zaagblad en/of de zaagbladhouder
kleven. Als u dat niet doet is het mogelijk dat het
zaagblad onvoldoende wordt vastgeklemd, wat kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Raak het zaagblad en het werkstuk niet onmiddellijk na
gebruik aan. Zij kunnen bijzonder heet zijn en
brandwonden op uw huid veroorzaken.
• Zet het zaagblad stevig vast. Als u dat niet doet, kan
dat leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
• Wees voorzichtig bij het verwijderen van het zaagblad
dat u uw vingers niet bezeert aan de punt van het
zaagblad of de uiteinden van het werkstuk (zie afb. 7).
Controleer voordat u het zaagblad probeert aan te
brengen of de zaagbladhouder in de ontgrendelde stand
staat.
Om het zaagblad aan te brengen, steekt u het zaagblad
(met de tanden naar voren gericht) in de zaagbladhouder
tot het wordt vergrendeld. De zaagbladhouder beweegt uit
zichzelf naar de vergrendelde stand en het zaagblad is
vergrendeld. Trek zacht aan het zaagblad om er zeker
van te zijn dat het zaagblad er niet uitvalt tijdens gebruik.
LET OP:
• Open de gereedschapsopener niet overmatig ver
omdat anders het gereedschap kan worden
beschadigd (zie afb. 8).
Om het zaagblad te verwijderen, duwt u de
gereedschapsopener zo ver mogelijk naar voren.
Hierdoor wordt het zaagblad ontgrendeld.
OPMERKING:
• Smeer af en toe de rol.
Opbergplaats van de inbussleutel
(zie afb. 9)
Wanneer u de inbussleutel niet gebruikt, bergt u deze op
de plaats aangegeven in de afbeelding op, om te
voorkomen dat deze wordt verloren.
Dekplaat (zie afb. 10)
Gebruik de dekplaat wanneer u zaagt in decoratieve
deklagen, kunststoffen, enz. Hij beschermt gevoelige en
delicate oppervlakken tegen beschadiging. Breng hem
aan op de onderkant van de zool.
32
Antisplinterhulpstuk (zie afb. 11)
Voor zagen zonder splinters kunt u het
antisplinterhulpstuk gebruiken. Om het
antisplinterhulpstuk te monteren, zet u de zool in de
voorste stand en brengt u het hulpstuk eerst aan op de
achterrand van de zool. Als u de dekplaat gebruikt, brengt
u het antisplinterhulpstuk aan op de dekplaat.
LET OP:
• Het antisplinterhulpstuk kan niet worden gebruikt bij
verstekzagen.
Stofafzuiging
De stofafzuigaansluitmond (los verkrijgbaar) wordt
aanbevolen om tijdens het zagen schoon te werken
(zie afb. 12).
Om de stofafzuigaansluitmond op het gereedschap aan te
brengen, steekt u de haak van de stofafzuigaansluitmond
in het gat in de zool (zie afb. 13).
Om de stofafzuigaansluitmond vast te zetten, draait u de
klemschroef voorop de stofafzuigaansluitmond aan.
De stofafzuigaansluitmond kan op de linker- of
rechterkant van de zool worden aangebracht.
(zie afb. 14).
Sluit vervolgens een Makita-stofzuiger aan op de
stofafzuigaansluitmond.
BEDIENING
LET OP:
• Houd de zool altijd vlak met het oppervlak van het
werkstuk. Als u dat niet doet bestaat de kans dat het
zaagblad breekt, wat kan leiden tot ernstig persoonlijk
letsel.
OPMERKING:
• Als het gereedschap continu wordt bediend totdat de
accu leeg is, laat u het gereedschap gedurende
15 minuten liggen alvorens verder te werken met een
volle accu (zie afb. 15).
Schakel het gereedschap in zonder dat het zaagblad iets
raakt en wacht tot het zaagblad op volle snelheid is.
Plaats daarna de zool vlak op het werkstuk en beweeg
het gereedschap rustig naar voren langs een eerder
aangebrachte zaaglijn.
Als u in een bocht zaagt, beweegt u het gereedschap zeer
langzaam vooruit.
Verstekzagen (zie afb. 16)
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u de
zool kantelt.
Met een gekantelde zool kunt u verstekzagen onder elke
hoek tussen 0° en 45° (links of rechts) (zie afb. 17).
Om de zool te kantelen draait u de bout op de onderkant
van de zool los met behulp van de inbussleutel. Verplaats
de zool zodat de bout zich in het midden van de
verstekgleuf in de zool bevindt (zie afb. 18).
Kantel de zool tot de gewenste verstekhoek is bereikt. De
V-naad van het tandwielhuis geeft de verstekhoek aan op
een schaalverdeling. Draai daarna de bout stevig vast om
de zool vast te zetten.