- Stop wanneer de gewenste percentuele lucht-
vochtigheid bereikt is. Het controlelampje gaat
na 5 seconden aan, terwijl het scherm (3) weer
de omgevingstemperatuur toont. Dit betekent
dat de gewenste luchtvochtigheid ingesteld is.
- Het apparaat zal werken totdat de luchtvoch-
tigheid tot 2% onder de ingestelde waarde
gedaald is. Vervolgens stopt de compressor,
maar de ventilator blijft draaien op de ingestel-
de snelheid.
- Wanneer de luchtvochtigheid van de kamer
stijgt tot 2% boven de ingestelde waarde, gaat
de compressor opnieuw werken.
TIMERFUNCTIE:
- Deze functie kan worden gebruikt wanneer de
luchtontvochtiger aan of uit staat.
- Wanneer de luchtontvochtiger aan staat kan
de werkingsduur van de compressor worden
ingesteld.
- Wanneer de luchtontvochtiger uit staat kan
het tijdstip waarop de luchtontvochtiger auto-
matisch wordt ingeschakeld geprogrammeerd
worden.
- Druk op de timerknop (4) om deze functie te
activeren.
- Het scherm (3) toont de geselecteerde tijd.
- Stel de gewenste tijd in door zo vaak op de
knop te drukken als het aantal uren dat u wilt
programmeren (1-24 u). Bij elke druk op de
knop wordt een uur toegevoegd.
- Stop wanneer het gewenste aantal uren bereikt
is. Na 5 seconden wordt de ingestelde tijd
bevestigd.
- - Het waarschuwingslampje gaat branden.
- Deze functie wordt geannuleerd wanneer de
luchtontvochtiger met de hand wordt aan- of
uitgeschakeld of wanneer het waterreservoir
vol is.
VENTILATORSNELHEID:
- Druk op de knop voor de ventilatorsnelheid (5)
om de gewenste snelheid in te stellen.
- Het controlelampje geeft de ingestelde snel-
heid weer.
WATERAFVOER (WATERRESERVOIR):
- Wanneer het waterreservoir vol is, gaat het
controlelampje "water full" aan. Het apparaat
maakt een geluid om de gebruiker te waar-
schuwen.
- In dit geval houdt de luchtontvochtiger op te
werken.
- Verwijder het waterreservoir. Plaats uw
handen op de zijkanten van het reservoir, in
de gleuven, om het reservoir voorzichtig te
verwijderen.
- Giet het reservoir leeg.
- Plaats het reservoir weer in het apparaat om de
luchtontvochtiger opnieuw op te starten.
WATERAFVOER (CONTINU):
- Wanneer u het waterreservoir liever niet her-
haaldelijk wilt legen, kunt u de afvoerslang (H)
(met een inwendige diameter van 10 mm) op de
opening van de afvoer (G) aansluiten om het
water continu af te voeren.
- Om de slang te installeren moet u de opening
van de afvoer (G) lokaliseren en het waterre-
servoir voorzichtig verwijderen. Breng vervol-
gens de slang aan op de opening.
- De onderkant van de slang moet 10 cm lager
zijn dan de opening van de afvoer.
- Het uiteinde van de slang moet niet in het water
liggen. Het verdient aanbeveling de slang te
installeren op een plek waar een continue
waterafvoer mogelijk is.
- Er mogen geen knikken zitten in de slang,
aangezien de waterafvoer dan niet correct zal
functioneren.
NA GEBRUIK VAN HET APPARAAT:
- Zet het apparaat uit met de aan/uit knop (1).
- Trek de stekker uit het stopcontact.
- Reinig het apparaat.
HANDVATEN VOOR TRANSPORT EN
WIELEN:
- Deze luchtontvochtiger heeft handvaten voor
het transport op de zijkanten die het transport
vereenvoudigen.
- Het apparaat heeft tevens vier wielen (C) om
het transport te vergemakkelijken en eventueel
letsel te voorkomen.
REINIGING
- Trek de stekker uit het stopcontact en laat het
apparaat afkoelen alvorens het te reinigen.
- Maak het elektrische systeem en het contact
met een vochtige doek schoon en droog ze af.
DOMPEL HET APPARAAT NOOIT IN WATER
OF EEN ANDERE VLOEISTOF ONDER.
- Reinig het apparaat met een vochtige doek met
enkele druppels zeep en droog het af.