6.
GEBRUIKSAANWIJZING.
6.1 Hang de werklamp op met behulp van de haken aan de achterzijde. Wanneer de
werklamp wordt opgehangen aan een enkele haak, kan hij 360° worden gedraaid
voor een preciezere positionering.
6.2 In plaats daarvan kunnen ook de magneten worden gebruikt. Deze kunnen op een
ijzerhoudend metalen oppervlak kleven.
6.3 De lens wegdraaien van de ogen alvorens de werklamp aan te zetten.
6.4 Eenmaal drukken om 3W LED aan te zetten.
Een tweede keer drukken om de hoogspanning SMD LEDs aan te zetten.
Een derde keer drukken om de laagspanning SMD LEDs aan te zetten.
Drukken om uit te schakelen.
6.5 De werklamp herladen na gebruik en ten minste om de 6 maanden.
7.
ONDERHOUDSINSTRUCTIES.
7.1 Na gebruik en vóór het verrichten van onderhoud, de stekker van de werklamp uit
het stopcontact halen.
7.2 Een droge doek gebruiken om vuil of olie van de laders, snoeren en behuizing te
vegen.
7.3 Controleer of alle onderdelen van de werklamp op hun plaats zitten en goed
functioneren.
7.4 Het apparaat moet niet worden geopend voor onderhoud, want er zijn geen
onderdelen die de gebruiker kan onderhouden.
7.5 Alle andere reparaties moeten worden uitgevoerd door een bevoegd
servicetechnicus.
8.
OPSLAGINSTRUCTIES.
8.1 Binnen opslaan op een koele, droge plaats.
8.2 Zorg dat u beschadiging van de laders, kabels en het apparaat vermijdt/voorkomt.
Wanneer u dit niet doet kan dit persoonlijk letsel of materiële schade tot gevolg
hebben.
8.3 De interne batterij van de werklamp onmiddellijk opladen na aankoop, na elk
gebruik en om de 6 maanden.
L I T H I U M - I O N
• 41 •
T E C H N O L O G Y
NL