Startkabels aansluiten
WAARSCHUWING:
Explosiegevaar door explosief gas dat
afkomstig is van de accu. Sluit geen
negatieve aansluitklem van de volledig
opgeladen accu aan op of in de buurt van de
negatieve aansluitklem van de zwakke accu.
OPGELET:
het product niet om andere voertuigen te
starten.
1. Sluit het ene uiteinde van de rode kabel aan op de
PLUSKLEM (+) van de zwakke accu (A). (Fig. 50)
2. Sluit het andere uiteinde van de rode kabel aan op
de PLUSKLEM (+) van de volledig opgeladen accu
(B).
WAARSCHUWING:
de uiteinden van de rode draden geen
kortsluiting maken tegen het chassis.
3. Sluit een uiteinde van de zwarte kabel aan op de
MINKLEM (-) van de volledig opgeladen accu (C).
4. Sluit het andere uiteinde van de zwarte kabel aan
op een CHASSISMASSA (D), uit de buurt van de
brandstoftank en de accu.
Startkabels verwijderen
Let op:
Verwijder de startkabels in omgekeerde
volgorde van aanbrengen.
1. Verwijder de ZWARTE kabel van het chassis.
2. Verwijder de ZWARTE kabel van de volledig
opgeladen accu.
3. Verwijder de RODE kabel van de 2 accu's.
De accu verwijderen en monteren
1. Klap de stoel naar voren. Zie
klappen op pagina 152 .
2. Verwijder de bout en de moer van de accubeugel.
Verwijder vervolgens de beugel van de accu. (Fig.
51)
3. Gebruik 2 sleutels om de zwarte accukabel los te
koppelen van de negatieve (-) accupool.
4. Gebruik 2 sleutels om de rode accukabel los te
koppelen van de positieve (+) accupool.
5. Verwijder de accu voorzichtig uit de machine.
6. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
De trackingsnelheid afstellen
Als het product niet recht vooruit rijdt, moet de
trackingsnelheid worden afgesteld.
1741 - 002 - 22.08.2023
Gebruik de accu van
Zorg dat
De stoel naar voren
WAARSCHUWING:
trackingsnelheid altijd af in een open gebied
zonder omstanders.
1. Controleer de bandenspanning. Zie
op pagina 157 .
2. Draai de trackingregelaars volledig naar binnen. Zie
Productoverzicht op pagina 143 voor de locatie van
de trackingregelaars.
3. Draai de trackingregelaars 4 slagen naar buiten.
OPGELET:
schade aan het product veroorzaken.
4. Start het product.
5. Beweeg de besturingshendels volledig naar voren
en gebruik het product met volgas.
6. Draai de rechter trackingregelaar geleidelijk tot het
product naar rechts begint te rijden.
7. Draai de linker trackingregelaar geleidelijk tot het
product recht vooruit begint te rijden.
Bandenspanning
Zorg ervoor dat alle 4 de banden de juiste
bandenspanning hebben. Zie
pagina 165 .
De voorwielen verwijderen en
monteren
1. Verwijder de moer en de bout om de voorwielen van
de vorken te verwijderen. (Fig. 52)
2. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
Draai de moer en bout aan met een aanhaalmoment
van 67,8 Nm.
De anti-scalp-rollen afstellen
De anti-scalp-rollen zorgen dat het maaidek in de juiste
positie op de grond blijft en dat scalperen op de meeste
soorten terrein wordt voorkomen. De anti-scalp-rollen
kunnen in 3 standen worden gezet voor verschillende
graslengtes:
•
Bovenste stand: 1,5–2,5 inch / 38–64 mm gras.
•
Middelste stand: 2,5–4 inch / 64–102 mm gras.
•
Onderste stand: 4–5 inch / 102–127 mm gras.
1. Parkeer het product op een vlakke ondergrond en
schakel de motor uit.
2. Verwijder de moer, de bout, de as en de anti-scalp-
rol. (Fig. 53)
3. Monteer de anti-scalp-rol in een van de 3 posities.
OPGELET:
beschadigd raken als de anti-scalp-rollen
onjuist zijn afgesteld. De anti-scalp-rollen
Stel de
Bandenspanning
Meer dan 4 slagen kan
Technische gegevens op
Het maaidek kan
157