Anleitung NSG 270 F_SPK2
5. Montage-instructies
Zie fig. 3-13.
6. Netaansluiting
Dit lastoestel werkt op 230 V en 400 V nominale
spanning. De gewenste nominale spanning kan
worden ingesteld m.b.v. de voorgestelde
draaischakelaar (4). Gelieve de hieronder vermelde
bedieningsinstructies in acht te nemen:
Let op!
Om het lasapparaat met een maximale lasstroom
I
= 250 A in gebruik te kunnen nemen dient de
2
netkabel van een 400 V ~ 32-A-CeCon stekker te
zijn voorzien en dient de netaansluiting door een
overeenkomstige zekering te zijn beveiligd. Vraag
advies bij een elektrovakwerkplaats!
Let op!
De netstekker mag alleen door een
elektrovakman worden vervangen.
Gelieve de volgende instructies na te leven om
brandgevaar, gevaar voor een elektrische schok of
letsel van personen te voorkomen.
Gebruik het toestel nooit met een nominale
spanning van 400 V als het toestel op 230 V is
ingesteld. Wees voorzichtig: Brandgevaar!
Gelieve de stroomtoevoer van het toestel te
onderbreken voordat u de nominale spanning
instelt.
Het is verboden een andere nominale spanning in
te stellen terwijl het lastoestel in werking is.
U dient er zich van te vergewissen dat de
ingestelde nominale spanning van het toestel
overeenkomt met de spanning van de stroombron
voordat u het lastoestel in gebruik neemt.
7. Lasvoorbereidingen
De aardingsklem (2) wordt direct op het te lassen
stuk of op de ondergrond waarop het te lassen stuk
is geplaatst, bevestigd.
Opgelet! Zorg ervoor dat een direct contact met het
te lassen stuk bestaat. Mijd dus gelakte oppervlakken
en/of isolatiematerialen. De elektrodehouderkabel
heeft aan het uiteinde een speciale klem die dient om
de elektrode vast te klemmen. De laskap moet
tijdens het lassen altijd worden gebruikt. Deze
beschermt de ogen tegen de van de lichtboog
17.02.2006
9:27 Uhr
Seite 23
uitgaande lichtstraling en laat toch toe de blik op het
te lassen stuk te vestigen.
8. Lassen
Nadat u alle aansluitingen voor de stroomtoevoer en
voor de lasstroomkring tot stand hebt gebracht, kunt
u als volgt te werk gaan:
Steek het niet omhulde uiteinde van de elektrode in
de elektrodehouder (1) en verbind de aardingsklem
(2) met het te lassen stuk. Let erop dat hierbij een
goed elektrisch contact bestaat.
Schakel het toestel in via de schakelaar (4) en stel de
lasstroom in met behulp van de knop (3), al
naargelang de elektrode die men wil gebruiken. Houd
de laskap voor het gezicht en wrijf de staafelektrode
zo over het te lassen stuk, dat u een beweging zoals
bij het aanstrijken van een lucifer uitvoert. Dit is de
beste methode om de lichtboog te ontsteken.
Test eerst op een proefstuk of u de juiste elektrode
en stroomsterkte hebt geselecteerd.
Elektrode Ø (mm)
2,5
3,2
4
5
Opgelet!
Tik niet met de elektrode tegen het werkstuk; dit zou
schade kunnen veroorzaken en de ontsteking van de
lichtboog bemoeilijken.
Zodra de lichtboog ontstoken is, probeert u een
afstand tot het werkstuk aan te houden die
overeenstemt met de gebruikte elektrodediameter.
De afstand moet zo constant mogelijk blijven terwijl u
last. De hoek van de elektrode moet in werkrichting
ongeveer 20/30 grande bedragen.
Opgelet!
Gebruik altijd een tang om gebruikte elektroden te
verwijderen of om pas gelaste stukken te bewegen.
Denk er a.u.b. aan dat de elektrodehouder (1) na het
lassen altijd geïsoleerd moet worden weggelegd.
De slak mag pas na het afkoelen van de naad
worden verwijderd.
Wordt een lasbewerking aan een onderbroken
lasnaad voortgezet, dan moet eerst de slak aan het
beginpunt worden verwijderd.
NL
Lasstroom (A)
60 - 110 A
80 - 160 A
120 - 200 A
160 - 250 A
23