NL
VERTI-GROOM AANZETSTUK
SPECIFICATIE
51
Aantal messen:
31
Diameter
72 mm
Mesafstand
15 mm
Diepte-afstelling
8 mm boven voorrol voor
nivellering hiermee
Draaisnelheid
2500 rpm max.
BIJSTELLINGEN
Installering van de machine na bevestiging van
Verti-Groom aanzetstuk.
VERTI-GROOM AFSTELLINGEN (Afb.1.0)
De Verti-Groom kooi dient parallel met het
ondermes te zijn.
1.
Zorg ervoor dat de Verti-Groom
handwielen in de omlaagstand staan.
2.
Om de hoogte van de Verti-Groom in te
stellen moet de maaihoogte-instelstang
worden gebruikt. Ontspan de borgmoeren
(A Afb.1.0) en draai de handwielen
(B Fig.1.0) in de gewenste richting, d.w.z.
rechtsom om de Verti-Groom kooi
omhoog te brengen en linksom om hem
te laten zakken. Er kan een passtukje van
de gewenste dikte, tot 5 mm, worden
gebruikt op de instelstang om de vereiste
hoogte van de Verti-Groom kooi te
bereiken.
3.
Wanneer beide kanten van de Verti-
Groom zijn bijgesteld en parallel lopen,
dienen de borgmoeren weer te worden
vastgezet.
N.B.
Aangeraden wordt om de Verti-Groom kooi in
eerste instantie in een stand op 3 mm boven de
voorrol in te stellen. De machine dient op een
grasveld te worden uitgeprobeerd en waar nodig
moet de positie van de Verti-Groom kooi hoger of
lager worden gebracht om de verlangde maai-
afwerking te krijgen.
VERTI-GROOM DRIJFRIEM
Deze bevindt zich aan de rechterkant van de
machine en wordt bereikt door de afdekking van het
drijfriemhuis te verwijderen.
BIJSTELLING VAN DE VERTI-GROOM
DRIJFRIEM (Afb.1.1)
Los de riemdranger en span de drijfriem door de
dranger op of neer te bewegen in de stelgleuf totdat
in het midden van de onderste spanwijdte
(A Afb.1.1) een doorbuiging van 5 mm wordt
gerealiseerd middels een kracht van 2,2 kg.
NL-4
61
35
VERTIGROOM AANZETSTUK
VEILIGHEIDS-, BEDIENINGS-, ONDERHOUDS-
EN ONDERDELENHANDLEIDING
Afb. 1.0
Afb. 1.1