NEDERLANDS
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Lees de bedieningsinstructies zorgvuldig door
voordat u uw ontvochtiger de eerste keer in
gebruik neemt en bewaar de instructies daarna
op een veilige plaats.
• Dit apparaat kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar oud en door personen
met lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
beperkingen of met gebrek aan ervaring en
kennis indien toezicht wordt uitgeoefend of
indien zij instructies hebben gekregen over
veilig gebruik van het apparaat en zij de
betreffende gevaren begrijpen. Kinderen mogen
niet met het apparaat spelen. Het apparaat
mag zonder toezicht niet door kinderen worden
gereinigd of onderhouden.
• Dompel het apparaat nooit onder in water of
andere vloeistoffen.
• Gebruik het apparaat nooit als een kabel of
connector beschadigd is, na een apparaatstoring
of wanneer het apparaat is gevallen of op
andere wijze beschadigd is geraakt.
• Haal de stekker van het apparaat uit het
stopcontact als het apparaat niet wordt gebruikt
en voordat u het apparaat verplaatst of reinigt.
• Schakel het apparaat niet in of uit door de
stekker in het stopcontact te steken of uit
het stopcontact te halen. Dit kan brand en/of
elektrische schokken tot gevolg hebben.
• Gebruik geen verlengsnoeren of adapters om
dit apparaat aan te sluiten. Dit kan brand en/of
elektrische schokken tot gevolg hebben.
• Beschadig of verander het netsnoer of de stekker
niet. Laat het netsnoer intact. Zet het netsnoer
niet vast. Verdraai het netsnoer niet. Plaats geen
zware onderdelen op het netsnoer. Stel het
netsnoer niet bloot aan hitte. Dit kan brand
en/of elektrische schokken tot gevolg hebben.
• Trek niet aan het snoer en verdraai het snoer
niet. Wikkel het snoer niet om het apparaat
omdat het snoer hierdoor snel kan slijten en
breken. Als het netsnoer van dit apparaat
beschadigd raakt, moet een vervangend snoer
worden aangeschaft bij de leverancier waar
het apparaat werd gekocht of bij een persoon
met vergelijkbare kwalificaties, om gevaren te
voorkomen. Controleer het netsnoer regelmatig
58
op slijtage en schade (vooral bij het punt waar
het snoer het apparaat binnengaat, en bij de
stekker).
• Veeg stof weg van de stekker en steek de
stekker goed in het stopcontact. Als de stekker
niet volledig in het stopcontact wordt gestoken,
kan zich stof ophopen op de connectors,
wat brand en/of elektrische schokken tot gevolg
kan hebben.
• Gebruik het apparaat alleen met de spanning
die staat vermeld op het typeplaatje.
• Plaats geen zware objecten op het apparaat.
• Plaats de ontvochtiger niet rechtstreeks op
houten meubels of andere oppervlakken die
door water beschadigd kunnen raken. Bescherm
uw meubels door de ontvochtiger op een niet-
metalen waterdicht oppervlak te plaatsen.
Kaz is niet aansprakelijk voor schade die wordt
veroorzaakt doordat water wordt gemorst en
gelekt.
• Leeg de watertank voordat u het apparaat
verplaatst. Zo voorkomt u dat water wordt
gemorst.
• De bedrijfstemperatuur van dit apparaat ligt
tussen 5 en 35 °C.
• Deze ontvochtiger is specifiek ontworpen en
goedgekeurd voor gebruik met niet-ontvlambaar
R134a-koudemiddel.
• De interne ventilator draait op hoge snelheid.
Steek uw vingers of objecten daarom niet in de
luchtuitlaat en luchtinlaat. Anders kunt u letsel
oplopen of kan het apparaat beschadigd raken.
• Repareer het apparaat niet, haal het niet uit
elkaar en verander het apparaat niet. Anders
kan dit brand of elektrische schokken tot gevolg
hebben.
• Plaats het apparaat niet in de buurt van
warmtebronnen (zoals kachels, luchtverhitters,
etc.). De plastic onderdelen kunnen anders
smelten, met brand als gevolg.
ONDERDELEN
(Zie pagina 4)
1 Luchtuitlaatopening
2 Bedieningspaneel
3 Transportgreep
4 Luchtfilter
5 Luchtinlaatopening
6 Watertank, circa 3 liter
7 Opening voor waterafvoerslang
8 Vlotter
9 Slang voor continu-afvoer
10 Netsnoer
BEDIENINGSPANEEL
a Aan/uit-knop
b Humidistaatknop
c Timerknop
d Aan/uit-indicator
e Indicator 'automatisch ontdooien'
f Indicator 'volle tank'
g Digitaal display van humidistaat
h Indicator timerinstellingen
EERSTE GEBRUIK
• Lees eerst alle instructies voordat u de ontvochtiger in gebruik
neemt.
• Haal de ontvochtiger uit de verpakking. Breng alle
verpakkingsmaterialen naar een inzamelpunt voor recycling.
• Plaats de ontvochtiger op een solide, horizontaal en waterdicht
oppervlak. Water kan meubels en vloerbedekkingen beschadigen
en brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Zorg ervoor
dat de ontvochtiger stevig op zijn plaats staat, zodat deze niet kan
kantelen of vallen.
• Gedurende de eerste paar dagen dat u het apparaat gebruikt, kan
dit geur afgeven. Dit is normaal en ongevaarlijk, en houdt vanzelf op.
BEDIENINGSINSTRUCTIES
DE ONTVOCHTIGER PLAATSEN
• Vocht verplaatst zich op dezelfde wijze in de lucht zoals andere
geuren. Omdat vocht met de luchtstroom mee beweegt, moet u
de ontvochtiger op een punt plaatsen waar de meeste lucht kan
worden aangetrokken. U vergroot de efficiëntie door de ontvochtiger
ergens te plaatsen waar deze vanuit alle richtingen het meeste
vocht kan aantrekken en de lucht in de gehele ruimte kan circuleren.
• De ontvochtiger moet op een vlak en horizontaal oppervlak worden
geplaatst. De ontvochtiger gaat mogelijk trillen of minder goed
werken als het oppervlak niet horizontaal is.
• De ontvochtiger is uitgerust met wieltjes zodat deze gemakkelijk
kan worden verplaatst. Als u de ontvochtiger wilt verplaatsen,
zorg er dan eerst voor dat deze is uitgeschakeld en de watertank
wordt geleegd.
• Gebruik geen verlengsnoeren of adapters om dit apparaat aan te
sluiten. Zorg ervoor dat de ontvochtiger in de buurt staat van een
stopcontact in de muur.
NEDERLANDS
WERKZAAMHEDEN
• Druk op de aan/uit-knop
(a) om het apparaat in te schakelen.
De aan/uit-indicator gaat branden. Na 5 seconden verschijnt op
het display de feitelijke relatieve vochtigheid die in de ruimte
aanwezig is.
Opmerking: als de indicatie [LO] verschijnt, dan is de gedetecteerde
omgevingsvochtigheid lager dan 35%. Als de indicatie [HI] verschijnt,
dan is de gedetecteerde omgevingsvochtigheid hoger dan 90%.
CONTINUMODUS EN TIMERINSTELLING
• U kunt ervoor kiezen het apparaat 2, 4 of 8 uur of continu in bedrijf
te nemen:
1. Het apparaat staat standaard ingesteld op de continumodus.
Om de timerfunctie uit te schakelen, drukt u herhaaldelijk op
de timerknop
(c) totdat de 3 leds
,
,
(h) uit zijn.
2. Timerinstelling: druk herhaaldelijk op de timerknop
het gewenste aantal uren te selecteren. Het apparaat wordt
automatisch uitgeschakeld zodra de geselecteerde tijdsduur is
verstreken.
3. Als u het apparaat uitschakelt, wordt deze timeroptie geannuleerd.
HUMIDISTAAT EN GEAVANCEERD
VOCHTIGHEIDSREGELINGSSYSTEEM
• De eenheid blijft automatisch in bedrijf totdat de geselecteerde
vochtigheid is bereikt. De compressor schakelt zichzelf dan
uit. De ventilator blijft in bedrijf totdat deze handmatig wordt
uitgeschakeld. Met deze functie wordt de vochtigheid beter
gedetecteerd en wordt de compressor efficiënter gebruikt.
• Kies het vochtigheidspercentage door op de toets
(b) te
drukken totdat het gewenste percentage (80; 70; 60; 50; 40 %)
op het display wordt getoond. 5 seconden later zal het display de
actuele omgevingsvochtigheid tonen.
Opmerking: als de continumodus wordt geselecteerd (zie de paragraaf
over de timerinstelling), zal het apparaat onafhankelijk van de
omgevingsvochtigheid werken.
AUTOMATISCH ONTDOOIEN
Wanneer de temperatuur bijna 10 °C is, wordt de functie 'automatisch
ontdooien' automatisch geactiveerd. De led
(e) gaat geel branden.
Het apparaat activeert automatisch de automatische ontdooicyclus:
de compressor wordt uitgeschakeld en blijft dat gedurende 8 minuten.
Daarna wordt de compressor weer ingeschakeld en blijft deze gedurende
24 minuten in bedrijf. Dit proces wordt herhaaldelijk uitgevoerd. De
ventilator is de hele tijd in bedrijf om het apparaat te ontdooien.
AFVOERINSTRUCTIES
(zie pagina 5)
1. WATERTANK
• Wanneer de waterslang niet wordt gebruikt, wordt aan de
achterzijde van de tank water in de tank geloosd. Zodra de
tank vol is, gaat het lampje
(f) rood branden en wordt de
compressor automatisch uitgeschakeld, waarna het apparaat
in de stand-bystand komt. De tank moet worden geleegd
(fig. 2) en teruggeplaatst (afb. 3), waarna het apparaat weer
automatisch wordt opgestart.
(c) om
59