D
HET BRANDEN VAN DE KACHEL
Na het ontsteken van de kachel duurt het 10 à 15 minuten voordat u kunt
controleren of de kachel goed brandt. Een te hoge vlam kan rook- en roetvorming
veroorzaken, terwijl een te lage verbranding tot geurontwikkeling leidt (fig. U).
✗
!
Als de verbranding te laag blijft, moet de koushoogte worden bijgesteld
(zie hoofdstuk G).
Een te lage verbranding kan ontstaan door:
te weinig brandstof
slechte brandstof
te weinig ventilatie
slijtage van de kous
Wanneer in de ruimte onvoldoende geventileerd wordt, dan zal de kachel
automatisch uitschakelen. Na het verbeteren van de ventilatie (b.v. door een deur
of raam iets verder te openen) kan de kachel weer ingeschakeld worden.
Dit apparaat is uitgerust met een veiligheidssysteem dat de kachel uitschakelt
!
wanneer de wisseltank uit de kachel genomen wordt (fig. P). Om de kachel
opnieuw te ontsteken dient u het reservoir terug te plaatsen in de kachel en de
instructies te volgen zoals aangegeven in hoofstuk C.
E
HET UITZETTEN VAN DE KACHEL
U schakelt de kachel uit door de UIT-toets in te drukken. De vlam zal dan na
enige tijd vanzelf doven (fig. Q).
F
STORINGEN, OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Als u een storing niet kunt oplossen met behulp van de onderstaande
aanwijzingen, dient u contact op te nemen met uw dealer.
HET AANMAKEN LUKT NIET.
De batterijen zitten niet goed in de houder.
Controleren (fig. R).
De batterijen zijn niet meer krachtig genoeg voor de ontsteking.
Vervangen (fig. R).
U hebt de kachel helemaal leeg gestookt of de kous is vervangen.
Na het plaatsen van de gevulde wisseltank 30 minuten wachten met ontsteken.
U duwt de ontstekingstoets te krachtig in, waardoor de ontstekingsspiraal
smoort in de kous.
Minder hard indrukken (hoofdstuk C).
De ontstekingsspiraal is stuk.
Raadpleeg uw dealer.
1
54
✓
1-3 cm.
(vul de tank)
(raadpleeg uw dealer)
(zet een raam of deur op een kier)
(raadpleeg uw dealer, of vervang de kous,
zie hoofdstuk L)
✗
U
P
Q