5 Schoonmaken
Opmerking
•
Haal altijd de stekker uit het stopcontact
voordat u het apparaat schoonmaakt.
•
Dompel het apparaat nooit in water of
een andere vloeistof.
•
Maak het apparaat nooit schoon met
schurende, agressieve of brandbare
schoonmaakmiddelen zoals bleek of
alcohol.
•
Alleen het voorfilter en het
bevochtigingsfilter zijn wasbaar. Het
luchtzuiveringsfilter mag niet worden
gewassen of gestofzuigd.
Schoonmaakschema
Frequentie
Schoonmaakmethode
Wanneer
Veeg het oppervlak van
nodig
het apparaat schoon
met een zachte, droge
doek.
Elke week
Spoel het
bevochtigingsfilter af.
Spoel het waterreservoir
om.
Als de
Maak het voorfilter
indicator
schoon.
voor filter
Ontkalk het
vervangen
bevochtigingsfilter met
/
gaat
een mengsel van azijn
branden
en water.
Om de twee
Reinig de
maanden
luchtkwaliteitssensor
en de
luchtvochtigheidssensor
met een droog
wattenstaafje.
106 NL
Maak de behuizing van
het apparaat schoon
Maak regelmatig de binnen- en
buitenkant van het apparaat schoon om
ophoping van stof te voorkomen.
1
Stof de behuizing van het apparaat
af met een zachte, droge doek.
2
Gebruik een zachte, droge doek om
de luchtinlaat en -uitlaat schoon te
maken.
De luchtkwaliteitssensor
reinigen
Reinig de luchtkwaliteitssensor om de
twee maanden om deze optimaal te
laten functioneren. Reinig deze vaker als
u het apparaat in een stoffige omgeving
gebruikt.
Opmerking
•
Als de vochtigheidsgraad in de
ruimte zeer hoog is, bestaat de
kans op condensvorming op de
luchtkwaliteitssensor. Hierdoor kan het
gebeuren dat de luchtkwaliteitsindicator
aangeeft dat de luchtkwaliteit slecht is,
terwijl dit niet zo is. In dit geval moet u
de luchtkwaliteitssensor reinigen of een
van de handmatige snelheidsinstellingen
gebruiken.
1
Reinig de inlaat en uitlaat van de
luchtkwaliteitssensor met een
zachte borstel (afb. z ).
2
Verwijder de kap van de
luchtkwaliteitssensor (afb. { ).
3
Reinig de sensor, de stofinlaat en de
stofuitlaat met een licht bevochtigd
wattenstaafje (afb. |).
4
Maak deze droog met een droog
wattenstaafje.