Descargar Imprimir esta página

COMPANION 25785 Manual De Las Instrucciones página 13

Publicidad

1. Veiligheidsregels
Veilige bedienlngsmethoden
voor zittrekkers
u
BELANGRIJK:
DEZE MAAIMACHINE KAN HANDEN EN VOETEN AMPUTEREN EN VOORWERPEN WEGSLINGEREN.
HET NIET
OPVOLGEN VAN DE.ZE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
KAN ERNSTIG OF DODELIJK LETSEL TOT GEVOLG HEBBEN.
(_
I. TRAINING
Lees de instructiesaandachtig. Zorg dat u vertreuwd bent
met de bedieningselementen en het juiste gebruik van
de machine.
Laat kinderen of mensen die niet bekend zijn mot de in-
structies, de maaimachine niet gebruiken. Het is mogelijk
dat plaatselijke voorschriften een beperking stellen aan
de leefUjd van de bestuurder.
Maai nooit terwijl mansen, vooral kinderen, of huisdieren
in de buurt zijn.
Bedenk dat de bestuurder of gebruiker verantwoordelijk
is voor ongelukken of risico's die andere mensen of hun
eigandommen kunnen overkomen.
Geen passagiers vervoeren.
Alia bestuurders dienen vakkundige instructieste ontvan-
gen. Bij dergelijke instructies dient de nadruk te worden
gelegd op:
- de noodzaak voor aandacht en concentratie bij her
werken mat zittrekkers;
°een zittrekker die op een helling wegglijdt, kan niet onder
controle worden gehouden door te remmen.
De hoofdredenen voor besturingsverlies zijn:
a) onvoldoende houvast;
b) te snel rijden;
c) ontoereikend remmen;
d) hat soort machine is niet geschikt voor de taak;
e) gebrek aan kennis van hat effect van bodemcondities,
vooral hellingen;
f) verkeerd vastkoppelen an verkeerde verdeling van
de lading.
I1. VOORBEREIDING
Draag tijdens her maaien altijd stevige schoenen en een
lange break. Gebroik de machine niet blootsvoets of terwijl
u open sandalen draagt.
Inspecteer de plek waar de machine zal worden gebruikt,
grendig en verwijder alia voorwerpen die door de machine
kunnen worden weggeslingerd.
WAARSCHUWING
- Benzine is licht ontvlambaar.
Bewaar brandstof in blikken die speciaal voor dat doel
zijn bestemd.
- Tank alleen buiten en rook niet tijdens her tanken.
- Tank voordat u de motor start. Draai de dop nooit van
de benzinetank af of tank nooitterwijl de motor draait
of heat is.
- AIs benzine is gemorst, probeer de motor dan niet te
starten maar haal de machine van de plaats vandaan
waar u benzine heeft gemorst en zorgdat u geen ont-
stekingsbronteweeg brengt totdatdebenzinedampen
zijn verdreven.
- Draai de dop van alle brandstoftanks en -blikken weer
goed vast.
Vervang defecte geluiddempers.
Inspecteer v6br het gebruik altijd of de messen, mes-
bouten en maai-inrichting
niet versleten of beschadigd
zijn. Vervang versleten of beschadigde messen en bouten
in sets om het evenwicht in stand te houden.
Op machines met meerdere messen dient u eraan te
denken dat het draaien van _dn mes andere messen kan
doen draaien.
13
III. BEDIENING
Laat de motor niot draaien in een beslotan ruimta waar
gevaadijke koolmonoxydedampen zich kannen verza-
melen.
Maai alleen bij daglicht of goed kunstlicht.
Voordat u de motor gaat starten, moet u alia meshulp-
stukkoppelingen uitschakelen en naar de vrijloop schake-
len.
Gebruik de trekker niet op hellingen van meer dan 10 °.
Dank eraan dater geen =veilige" hellingan bestaan. Bijhat
djden op hellingen met gras dient men extra voorzichtig
te zijn. Zo zorgt u ervoor dat de trekker niet omslaat:
- stop en start niet plotseling bij het op- of afdjden van
een helling.
schakel de koppeling langzaam in, houd de machine
altijd in de versnelling, vooral bij het afdjden van een
heuvel;
- de snelheid van de machine dient op hellingen en in
scharpe bochten laag te worden gehouden;
kijk uit voor bulten en kuilen en andere varborgen
gevaren;
maai nooit dwam op de belling tenzij de maaier voor
dit doel is ontworpen.
Wees voorzichtig bij het trakken van ladingen of het
gebroik van zwaar materieel.
Gebruik alleen goedgekeurde aanhaakpunten voor
een trekstang.
Beperk de lading tot hetgeen u veilig kunt hanteren.
Maak geen scherpe bochtan. Wees voorzichtig bij
achteruit rijden.
Gebruik contragewicht(en) of wielgewichten wanneer
dat in de handleiding wordt aangeraden.
Kijk uit voor bet verkeer wanneer u de weg oversteekt of
zich nabij een weg bevindt.
Stop de messen voordat u andere oppervlakken dan gras
oversteekt.
Voer bij het gebruik van hulpstukken het materiaal nooit
af in de dchting van omstanders en laat niemand in de
buurt van de machine koman terwijl daze in beddjf is.
Gebruik de maaimachine
nooit met defecte bescherm-
kappen en schermen of zonder beveiligingsinrichtingen
op hun plaats.
Verander de instelling van de motorregelaar niet en laat
de motor niet met te hoge toeren draaien. AIs de motor
met te hoog toerental draait, kan het dsico van lichamelijk
letsel groter worden.
Voordat u de bestuurdersstoel
vedaat:
de aftakas uitschakelen en de hulpstukken neerla-
ten;
naar de vdjloop schakelen en de parkeerrem inschake-
len;
de motor stoppen en de sleutel verwijderen.
Schakel de aandrijving naar de hulpstukken uit, stop de
motor en maak de bougiekabel(s)
los of verwijder her
contactsleuteltje,
voordat u opgehoopt materiaal weghaalt of een ver-
stopte afvoer leeg maakt;
voordat u de maaimachine
controleert, schoonmaakt
of eraan werkt;
nadat u een ongewenst voorwerp heeft geraakt.
Inspecteer de maaimachine
op schade en voer
reparaties uit voordat u de machine weer start en
gebruikt;

Publicidad

loading