U mag het apparaat niet in gebieden
met explosiegevaar gebruiken.
Wanneer u het apparaat in gevaarlijke
gebieden gebruikt (bijvoorbeeld
tankstations), moet u de betreffende
veiligheidsvoorschriften naleven.
Bij een onvakkundig ge-
bruik kan de hogedruk-
straal gevaarlijk zijn. U
mag de straal mag niet
richten op personen, dieren, onder
stroom staande voorwerpen of de ho-
gedrukreiniger zelf.
De hogedrukstraal niet op anderen of
op uzelf, richten om bijvoorbeeld kle-
ding of schoeisel te reinigen.
Sproei geen voorwerpen af, die stoffen
bevatten die gevaarlijk zijn voor de ge-
zondheid (bijvoorbeeld asbest).
Hogedrukstralen kunnen banden / ven-
tielen van voertuigen beschadigen,
waardoor de banden springen. Eerste
teken hiervoor is een verkleuring van de
band. Beschadigde voertuigbanden /
ventielen zijn levensgevaarlijk. Houd
minstens 30 cm straalafstand aan bij
het reinigen!
Zuig nooit oplosmiddelhoudende vloei-
stof of onverdunde zuren en oplosmid-
delen op! Tot deze stoffen behoren
bijvoorbeeld benzine, verfverdunner en
stookolie. De sproeinevel is zeer licht
ontvlambaar, explosief en giftig. Ge-
bruik geen aceton, onverdund zuur of
oplosmiddel, omdat die de materialen
aantasten die in het apparaat zijn ver-
werkt.
Waarschuwing
Netsnoer en koppeling van een ver-
lengsnoer moeten waterdicht zijn en
mogen niet in het water liggen.
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen
gevaarlijk zijn. Gebruik in de open lucht
alleen daarvoor goedgekeurde en over-
eenkomstig gemerkte verlengsnoeren
met een voldoende grote diameter: 1 -
10 m: 1,5 mm
; 10 - 30 m: 2,5 mm
2
38
Nederlands
Rol de verlengsnoer altijd helemaal van
de kabeltrommel af.
Hogedrukslangen, armaturen en kop-
pelingen zijn belangrijk voor de veilig-
heid van het apparaat. Gebruik
uitsluitend hogedrukslangen, armatu-
ren en koppelingen die de producent
heeft aanbevolen.
Dit apparaat is niet ervoor bestemd om
door personen (inclusief kinderen) met
beperkte fysieke, sensorische of gees-
telijke vaardigheden of met gebrek aan
ervaring en/of kennis gebruikt te wor-
den, tenzij ze door een voor hun veilig-
heid verantwoordelijke persoon in de
gaten gehouden worden of van hem
aanwijzingen ontvingen, hoe het appa-
raat gebruikt moet worden. Kinderen
dienen in de gaten gehouden te wor-
den, om er zeker van te zijn, dat ze niet
met het apparaat spelen.
De gebruiker moet het apparaat voor
het juiste doel gebruiken. De gebruiker
moet rekening houden met de plaatse-
lijke omstandigheden, en speciaal let-
ten op personen die zich in de buurt
bevinden.
Het apparaat niet gebruiken als er zich
andere personen binnen bereik bevin-
den, tenzij ze veiligheidskledij dragen.
Draag de juiste beschermende kleding
en een veiligheidsbril ter bescherming
tegen terugspattend water.
Voorzichtig
Houd minstens 30 cm straalafstand aan
bij het reinigen van gelakte oppervlak-
ken, teneinde beschadigingen te ver-
mijden.
Laat het apparaat niet zonder toezicht
achter, zolang het aan staat.
Let erop dat het netsnoer of een ver-
lengsnoer niet wordt beschadigd door-
dat men eroverheen rijdt ze knikt, er te
hard aantrekt of dergelijke. Bescherm
de netsnoeren tegen hitte, olie en
scherpe randen.
2