Publicidad
I. KINDERWAGEN ONDERDELEN (FIG. 1)
1.
Frame met zitting en (2) veiligheidsgordel
3.
Voorwielen
4.
Achterwielen
5.
Veiligheidsbeugel
6.
Zonnekap
7.
Beker
8.
Klamboe
9.
Regenhoes
II. UITKLAPPEN FRAME KINDERWAGEN
Plaats het frame op een vlakke ondergrond met het handvat omhoog (FIG. A.I). Om het frame uit te klappen, duw de vergrendeling terug (AFB. A.II)
(FIG. A.III) aan de linkerkant van de kinderwagen en til het frame omhoog (FIG. A.IV) tot je het vergrendelingsgeluid hoort. Het correct uitgeklapte
frame is te zien in FIG. B
LET OP! Monteer de zonnekap voor het kinderwagen gebruik.
III. MONTAGE/DEMONTAGE VAN DE WIELEN
Steek de achterwielen in het gat in de achteras totdat ze volledig vergrendeld zijn (FIG. C). Om de achterwielen te verwijderen, druk op de
vergrendelingsknop aan weerszijden van de achteras (FIG. D) en trek tegelijkertijd de wielen uit de gaten (FIG. E). Steek de voorwielen in de vooras tot
je het vergrendelingsgeluid hoort (FIG. F). Om de voorwielen te verwijderen, druk op de snelontgrendelingsknop aan de zijkant boven elk wiel (FIG G.I).
De kinderwagen heeft een draaiend systeem voor de voorwielen met de mogelijkheid deze te blokkeren voor rechtuit rijden. Om de wielen voor
rechtuit rijden te vergrendelen, druk op de knop boven de wielen (FIG. G.II).
LET OP! Controleer of alle wielen correct zijn gemonteerd
voordat je de wagen gebruikt.
IV. MONTAGE ZONNEKAP
Bij het monteren van de zonnekap schuif de sluitingen aan beide zijden op het frame ( FIG. H.I) totdat deze is vergrendeld (FIG. H.II). Doe dan de rits
aan beide zijden van de zonnekap dicht (FIG. I). Een correct gemonteerde zonnekap is afgebeeld in FIG. J. Om de volgende laag van de zonnekap uit te
vouwen, maak de rits op de zonnekap open (FIG. K). De volgende laag van de zonnekap is afgebeeld in FIG. L
V. MONTAGE VEILIGHEIDSBEUGEL
De veiligheidsbeugel moet in de overeenkomstige gaten aan beide zijden van het frame worden gestoken (FIG. M). Om te demonteren, druk op de
knoppen aan weerszijden en verwijder de beugel (FIG. N).
VI. GEBRUIK VAN DE REM
De kinderwagen is uitgerust met een voetrem op de achteras. Druk het onderste deel van de rem naar beneden. Nadat je het vergrendelingsgeluid
hoort, is de rem geactiveerd (FIG. O). De ontgrendeling gebeurt door het bovenstuk van de rem in te drukken. (FIG. P)
VII. RUGLEUNING- EN VOETSTEUNVERSTELLING
De zitting heeft een vloeiende verstelbare rugleuning van lig- naar zitpositie, met behulp van een gesp (FIG. Q). De voetsteun heeft 3 instel-niveaus.
Druk op de knoppen aan beide zijden (FIG.R) om de positie van de voetsteun te wijzigen. Om de voetsteun naar boven te verstellen, is het niet nodig
knoppen te gebruiken, je kunt deze gewoon naar boven duwen.
VIII. VEILIGHEIDSGORDEL
De veiligheidsgordel van deze kinderwagen is al aangepast voor pasgeborenen. Gebruik altijd het bevestigingssysteem. Om het kind vast te zetten, duw
de sluitingen in de middelste gesp totdat ze vergrendelen (FIG.S). Stel de gordel telkens bij. Druk op de knop om de gordel los te maken (FIG.T). Voor
de montage/demontage steek de schouderriemen, heupriemen en kruisriem door de gaten in het zitting.
IX MONTAGE BEKERHOUDER
Bevestig de bekerhouder aan het pennetje aan de rechterkant van de wagen (FIG.U)
X. OPVOUWEN KINDERWAGEN
Houd de handgreep vast en beweeg de vergrendelingsknop (FIG.V.I) en de vouwknop (FIG. V.II) tegelijkertijd, duw naar voren (FIG. W). Totdat
de grendel op het pennetje is gezet (FIG. X)
XI. AANBRENGEN VAN DE KLAMBOE
Met de klamboe in de voetsteun gestoken, rits je de rits onder de voetsteun los en bevestig je deze door de knopen door de lussen te steken (AFB.Y).
XII. AANBRENGEN VAN DE REGENHOES
De kit bevat een regenhoes. Bevestig de regenhoes aan de zitting (AFB.Z).
XIII. ZORG EN ONDERHOUD
De koper is verplicht alle functionele elementen correct te monteren als ook alle zorghandelingen en instellingen uit te voeren om de wagen in een
goed technisch toestand te houden. De wagen moet periodiek worden gecontroleerd op mogelijke problemen. Beneden hebben wij belangrijke
handelingen beschreven, die uitgevoerd moeten worden om de veiligheid van het kind te waarborgen en verkorte levensduur van het product te
voorkomen:
• Controleer de sterkte en veiligheid van alle klinknagels en verbindingen.
• Controleer alle blokkades en wielen, zoals ook bandjes en, indien nodig, voer de nodige reparaties uit of vervang onderdelen
• Controleer of alle veiligheidsvoorzieningen correct functioneren. Besteed vooral aandacht aan de basis- en extrabevestigingen die ten alle tijden vrij
moeten bewegen.
Indien u twijfels hebt over het correcte gebruik van de wagen of vermoedt dat het gebruik daarvan niet veilig kan zijn, vragen wij u de wagen niet te
gebruiken. Indien te wielen piepen, smeer de assen met dunne laag silicone. Gebruik geen producten op basis van olie of vet, omdat ze vuil aantrekken
die beweging kan belemmeren.
XIV. REINIGEN
Was in water dat niet warmer is dan 30°, zacht
proces.
Niet wassen. Reinig met een vochtige doek en zacht
reinigingsmiddelen.
28
Publicidad
