Bedieningsaanwijzingen
Binnen-unit
Zet de netschakleaar op "I" (AAN).
Kies de automatische bedieningsfunctie.
Druk op de functiekeuzetoets.
A (OES re)
Functiedisplay
W
Open het
voorpaneel.
Stel de temperatuur in.
¢ U kunt de temperatuur
Functiedisplay
desgewenst 2°C hoger It of
Cc
lager |} dan de standaard-
temperatuur § instellen.
De temperatuur met 2°C
verhogen.
De temperatuur met 2°C
verlagen.
Stel de ventilatorsnelheid in.
¢ Er zijn drie instellingen voor
de ventilatorsnelheid: Laag,
Midden en Hoog.
¢ Het symbool op de display in
deze afbeelding geeft de
"Hoog"' instelling aan.
4
Druk de Uit/aan toets "QD"
in.
®
r
3 ® so)
(Bij de automatische bedieningsfunctie zal het
bedrijfsindicatielampje eerst gedurende 20 seconden
knipperen en vervoigens constant gaan branden.)
— 110 —