INBEDRIJFSTELLING EN GEBRUIK
9.6
REGELEENHEID VOOR VENTILATIE
De regeleenheid wordt gebruikt om de ventilatie van de warme lucht te
beheren wanneer er ventilatoren zijn geïnstalleerd. Deze wordt meege-
leverd met de
"Set ventilatie
voorzijde" en wordt ook gebruikt wanneer
de
"Set kanalisering geventileerde
l
Voordat u de regeleenheid gebruikt:
Lees aandachtig de volledige documentatie door die
■
meegeleverd is met het product en de set
zorg dat alle aanwijzingen van de fabrikant en de wet-
■
telijke voorschriften worden opgevolgd
Zorg ervoor dat de eenheid correct wordt geïnstal-
■
leerd en op het apparaat wordt aangesloten.
Hieronder worden de knoppen op de regeleenheid en hun werking be-
schreven.
1
2
3
4
Beschrijving
Status
(1)
DISPLAY
(2)
Led1
Led 1 brandt
OFF
... bij de
eerste lange
(3)
druk
Toets P1
... bij de
ON/OFF
tweede lange
druk
(4)
... bij de
Toets P2
eerste korte
VERLAGEN
druk
(5)
... bij de
Toets P3
eerste korte
VERHOGEN
druk
... bij de
eerste korte
druk
(6)
Toets P4
MENU
... bij opeen-
volgende
drukken
CS.STB.IST-1_NL_Rev.1.0_08-23
lucht" wordt geïnstalleerd.
7
6
5
Afb. 29
Werking
De regeleenheid is
uitgeschakeld.
De regeleenheid schakelt in.
De regeleenheid schakelt uit.
Wijzigt/verlaagt de
geselecteerde waarde.
Wijzigt/verhoogt de
geselecteerde waarde.
Geeft de actuele
bedrijfsmodus weer op het
display en de desbetreffende
led brandt.
Selecteert cyclisch de
op het display en door
de desbetreffende leds
aangegeven bedrijfsmodi.
Beschrijving
Status
L2 brandt
(7)
L3 brandt
Led
BEDRIJFSMODUS
L4 brandt
L5 brandt
9.6.1 ONTSTEKING
De inschakeling (ON) en uitschakeling (OFF) van de regeleenheid vindt
plaats door langdurig op de toets P1 te drukken.
De status UIT (OFF) wordt gesignaleerd door het branden van de led L1.
9.6.2 BEDRIJFSMODI
HANDMATIG
Wanneer led L2 (MAN) brandt, draait de ventilator op de ingestelde
snelheid los van de door de voeler gedetecteerde temperatuur.
AUTOMATISCH
Wanneer led L3 (AUTO) brandt, wordt de ventilator geactiveerd op de
ingestelde snelheid als de door de voeler gedetecteerde temperatuur
hoger is dan de ingestelde SET-parameter.
PROPORTIONEEL
Wanneer led L4 (PROP) brandt, wordt de ventilator geactiveerd op de
berekende snelheid binnen het bereik van de parameters SET ÷ (SET +
DEL) als de door de voeler gedetecteerde temperatuur hoger is dan de
ingestelde SET-parameter.
9.6.3 FUNCTIES
Functie STAND-BY
De functie is actief (parameter Stb=1).
Als het apparaat UIT (OFF) is en de door de temperatuurvoeler gedetec-
teerde temperatuur de waarde van parameter TSI overschrijdt, schakelt
het apparaat automatisch in de status AAN (ON).
Functie VEILIGHEID
De functie is actief (parameter SIC=1).
Als de temperatuur de waarde van parameter TSI overschrijdt bij uitge-
schakelde ventilator en modus HANDMATIG (MAN), schakelt het appa-
raat naar modus PROPORTIONEEL (PROP) met een initiële vertraging
van 10 seconden.
Functie VEILIGHEID VENTILATOR
De functie is niet actief (parameter SAF=0).
Wanneer de functie actief is en de temperatuur de waarde van parame-
ter tSA overschrijdt, wordt de ventilator uitgeschakeld (OFF).
Functie ALARM
De functie is actief (parameter Enb=1).
Als de temperatuur de waarde van parameter TAL overschrijdt:
- er weerklinkt een geluidssignaal dat 5 minuten kan worden uitge-
schakeld door op een willekeurige toets te drukken
- als de alarmconditie na het verstrijken van deze tijdspanne nog aan-
houdt, wordt het signaal opnieuw geactiveerd.
NL
Werking
Werking in modus
HANDMATIG.
Werking in modus
AUTOMATISCH.
Werking in modus
PROPORTIONEEL.
Ventilator in werking.
23