NL
12 ALARMEN - STORINGEN - NUTTIGE ADVIEZEN
Storingen, oorzaken en mogelijke oplossingen
Storing
Oorzaken
Onvoldoende verbrandingslucht
Brandstof van ongeschikte kwaliteit, afmetingen
en hoeveelheid
Onvoldoende trek
Moeizame ontsteking
Er is geen verseluchtinlaat aanwezig of deze
heeft een te kleine doorsnede
Rookgasafvoersysteem is verstopt of niet
correct tot stand gebracht
Lekken van rookgas uit de leidingen
Onvoldoende trek
Aanwezigheid van
rookgas en roet in de
Rookgasafvoersysteem is verstopt of niet
ruimte
correct tot stand gebracht
Er is geen verseluchtinlaat aanwezig of deze
heeft een te kleine doorsnede
Brandstof van ongeschikte kwaliteit, afmetingen
en hoeveelheid
Het glas wordt gauw
Onvoldoende trek
vuil
Rookgasafvoersysteem is verstopt of niet
correct tot stand gebracht
Langzame verbranding en daardoor een te lage
rookgastemperatuur
Condensvorming
Rookgasafvoersysteem en opvangkamer
condens zijn niet correct tot stand gebracht
Aanwezigheid van
Rookgasafvoersysteem is niet correct tot stand
water in de haard
gebracht
Geen elektrische voeding in de woning
Het apparaat krijgt geen voeding
De ventilator werkt niet
(indien aanwezig)
Verkeerde aansluiting van de voeding
Regeleenheid defect
Aanwezigheid van stof of ander vuil in de
Ventilator maakt
ventilator
lawaai (indien
Aanwezigheid van trillingen in de ventilator
aanwezig)
Slijtage van de draaiende onderdelen
Leiding voor kanalisering niet geïsoleerd
Leiding voor kanalisering met te lang traject en/
Er komt weinig warme
of met te veel bochten/vertakkingen
lucht uit de luchtgaten
Ruimte overgedimensioneerd in verhouding tot
(indien aanwezig)
het vermogen van het apparaat en de capaciteit
van de ventilator (indien aanwezig)
30
Mogelijke oplossing
Vergroot de inlaat voor verbrandingslucht (zie "Regelen van de
verbrandingslucht").
Gebruik brandstof volgens de beschrijving in het hoofdstuk "Brandstof".
Open de rookgasregelaar (indien aanwezig) en de primaire regelaar voor de
verbrandingslucht.
Maak het brandvlak schoon (zie "Reiniging van het brandvlak").
Maak de verbrandingskamer schoon (zie "Reiniging verbrandingskamer").
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Controleer de afdichting van de rookgasleiding.
Stel de rookgasregelaar in (indien aanwezig).
Maak het brandvlak schoon (zie "Reiniging van het brandvlak").
Maak de verbrandingskamer schoon (zie "Reiniging verbrandingskamer").
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Gebruik brandstof volgens de beschrijving in het hoofdstuk "Brandstof".
Stel de rookgasregelaar in (indien aanwezig).
Maak het brandvlak schoon (zie "Reiniging van het brandvlak").
Maak de verbrandingskamer schoon (zie "Reiniging verbrandingskamer").
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Vergroot de inlaat voor verbrandingslucht (zie "Regelen van de
verbrandingslucht").
Gebruik kleinere en beter gerijpte houtblokken (zie "Brandstof").
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Controleer de elektriciteitsinstallatie van de woning.
Controleer of de stekker zowel op het stroomnet als in het apparaat is
gestoken en of eventuele schakelaars van de elektriciteitsinstallatie zijn
ingeschakeld.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Controle en reiniging van de ventilator.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Neem contact op met een erkend Technisch assistentiecentrum van KLOVER.
Isoleer de leiding voor de kanalisering met geschikte materialen.
Wijzig het traject en houd u aan de instructies.
Verwarm minder ruimtes of gebruik het apparaat in combinatie met andere
warmtegeneratoren.
ONDERHOUD
CS.STB.IST-1_NL_Rev.1.0_08-23