6.5 AAN /UIT-schakelaar (fi g. 5, pos. 4)
Met de AAN/UIT-schakelaar kunt u het toerental
traploos regelen. Hoe verder u de schakelaar
indrukt, hoe hoger is het toerental van de accu-
schroever.
6.6 Verwisselen van gereedschap (fi g. 6)
LET OP! Breng bij alle werkzaamheden (zoals
verwisselen van gereedschap, onderhoud enz.)
op de accu-schroever de draairichtingsscha-
kelaar (3) naar zijn tussenstand.
•
Draai de boorhouder (2) open.
•
De boorhouderopening (a) moet groot
genoeg zijn om het gereedschap (boor of
schroevendraaierbit) op te nemen.
•
Kies het gepaste gereedschap. Schuif het
gereedschap zo ver mogelijk de boorhoude-
ropening (a) in.
•
Draai de boorhouder (2) hard aan en contro-
leer dan of het gereedschap goed vast zit.
6.7 Schroeven
Gebruik best zelfcentrerende schroeven (b.v.
Torx, kruiskopschroeven) die een veilige werkwi-
jze verzekeren. Let er wel op dat de gebruikte bit
en de schroef qua vorm en grootte bijeenpassen.
Stel het koppel, zoals beschreven in de handlei-
ding, naargelang de grootte van de schroef in.
6.8 Magnetische schroefhouder
(fi g. 4, pos. 9)
Op de magnetische schroefhouder kunt u
schroeven opbergen die u dan tijdens de werk-
zaamheden bij de hand hebt.
6.9. Omschakelen versnelling 1 naar versnel-
ling 2 (fi g. 4, pos. 10)
Naargelang de stand van de omschakelaar kunt u
met een hoger of lager toerental werken. Om een
beschadiging van de transmissie te voorkomen
mag de versnellingsschakeling enkel in stilstand
worden omgeschakeld.
6.10 Accu-capaciteitsindicator (fi g. 2, pos. 11)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (12). De accu-capaciteitsindicator (11) sig-
naleert de laadtoestand van de accu aan de hand
van 3 gekleurde LEDs.
Alle LEDs branden:
de accu is vol geladen.
De gele en rode LED branden:
de accu beschikt over een voldoende restlading.
Anl_BT_CD_18_1_SPK2.indb 36
Anl_BT_CD_18_1_SPK2.indb 36
NL
Rode LED:
de accu is leeg, laad de accu.
7. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
7.1 Reiniging
•
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
•
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
•
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
7.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
7.3 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
•
Type van het toestel
•
Artikelnummer van het toestel
•
Ident-nummer van het toestel
•
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
- 36 -
09.07.12 11:16
09.07.12 11:16