het product wordt uitgevoerd. Het onderhoudspunt is via
een pad verbonden met het koppelpunt.
Als u objecten op de kaart wilt plaatsen, bedient u het
product met de appDrive-installatie om waypoints op
Objecten op de kaart te
de kaart toe te voegen. Zie
plaatsen op pagina 163 .
51.10.6.1 Objecten op de kaart te plaatsen
De waypoints (A) zijn posities die de virtuele grenzen
en paden (B) vormen. De lijnen zijn recht tussen
de waypoints. We raden aan om zo weinig mogelijk
waypoints te gebruiken. Voor elk werkgebied en de
bijbehorende te vermijden zones en transportpad is
het totale maximumaantal waypoints 800. Husqvarna
raadt aan maximaal 1000 waypoints toe te voegen
voor de volledige installatie van de kaart. U kunt de
posities van de waypoints aanpassen in de app, na de
installatie van de kaart. Gebruik meerdere waypoints om
vloeiende bochten te maken. Husqvarna raadt u aan
een minimale afstand van 30 cm / 1 ft aan te houden
tussen waypoints. U kunt de posities van de waypoints
aanpassen in de app, na de installatie van de kaart.
A
OPGELET:
Til het product niet op
en verplaats het niet tussen de waypoints
als u de kaartobjecten installeert. Gebruik
appDrive voor een correcte installatie.
Let op:
De positie van het waypoint wanneer u
een werkgebied of een te vermijden zone plaatst,
bevindt zich in de linker voorhoek van het product.
Het werkgebied wordt gespecificeerd door de virtuele
grenzen. Het product kan niet al het gras maaien in het
werkgebied vanwege de positie van de maaischijf.
2211 - 002 - 30.11.2023
Let op:
installatie van een transportpad of een pad naar een
onderhoudspunt bevindt zich in het midden van het
product tussen de aandrijfwielen.
B
•
•
•
•
•
•
•
•
De positie van het waypoint bij de
Zorg ervoor dat u zich in de buurt van het product
bevindt en met het product verbonden bent via de
app door middel van Bluetooth
EPOS
Zorg ervoor dat de status
de appDrive.
Let op:
Een gamecontroller met Bluetooth
worden gebruikt metappDrive om het product te
bedienen.
Selecteer het object dat u wilt plaatsen en gebruik
de knoppen in de appDrive-installatie om het
product te bedienen.
Gebruik de knop omhoog (A) om het product naar
voren te verplaatsen.
Gebruik de knop omlaag (A) om het product naar
achteren te verplaatsen.
Gebruik de knop met de pijl naar links (C) om het
product naar links te draaien.
Gebruik de knop met de pijl naar rechts (D) het
product naar rechts te draaien.
Gebruik de middelste knop (E) als joystick om het
product in een willekeurige richting te bewegen en
te draaien.
®
.
™
bevestigd is in
®
kan
Installatie - 163