11. BUITEN BEDRIJF STELLING, LEGEN
Als het reservoir voor langere tijd buiten bedrijf wordt gesteld of niet gebruikt wordt, moet deze bij elektrische verwarming volledig
worden ontkoppeld van de elektrische voeding - toevoerschakelaar of veiligheidsautomaten uitschakelen.
In vorstgevaarlijke ruimtes moet de waterverwarmer voor het begin van het koude seizoen worden geleegd, indien het apparaat
meerdere dagen buiten bedrijf blijft.
Het legen van het verbruikswater gebeurt na het sluiten van de afsluitklep in de koudwatertoevoer via de aftapkraan van de veilig-
heidsklepcombinatie, bij het gelijktijdig openen van alle warmwaterkleppen voor warm water op de aangesloten gebruiksarma-
turen.
Het gedeeltelijk legen is ook via de veiligheidsklep in de trechter voor expansiewater (druppelvanger) mogelijk. Daartoe wordt de
veiligheidsklep in de positie »Controleren« gedraaid.
Voorzichtig Bij het legen kan er heet water uitlopen!
Bij vorstgevaar moet er tevens op worden gelet dat niet alleen het water in het reservoir en in de warmwaterleidingen kan bevriezen,
maar ook al het water in de koudwaterleidingen voor de gebruiksarmaturen en voor het apparaat zelf. Het is daarom belangrijk
dat alle water geleidende armaturen en leidingen (ook warmtecircuit = raster) terug tot het vorstveilige deel van de huishoudelijke
installatie (huishoudelijke wateraansluiting) wordt geleegd.
Als het reservoir weer in bedrijf wordt genomen, moet er altijd op gelet worden dat deze met water is gevuld en dat het
water er lucht vrij uitloopt bij de armaturen.
12. CONTROLE, REPARATIE, ONDERHOUD
a) Tijdens het verwarmen moet het expansiewater zichtbaar uit de afvoer van de veiligheidsklep lopen. Bij een volledige
opwarming (~ 80 °C) bedraagt de hoeveelheid expansiewater ca. 3,5% van de reservoirinhoud.
De functie van de veiligheidsklep moet regelmatig gecontroleerd worden. Bij het optillen of draaien van de controleknop
van de veiligheidsklep in de positie »Controleren« moet het water probleemloos uit het lichaam van de veiligheidsklep in
de afvoertrechter stromen.
Opgelet: De koudwatertoevoer en de onderdelen van het aansluitgarnituur van het reservoir kunnen daarbij heet worden.
Als het reservoir niet wordt verwarmd of er geen warm water wordt opgenomen, mag er geen water uit de veiligheidsklep
druppelen. Als dit het geval is, bedraagt de waterleidingdruk meer dan de toegestane waarde of de veiligheidsklep is
defect. Als de waterdruk hoger is dan is toegestaan , moet er een reduceerklep worden gebruikt.
b) Bij sterk kalkhoudend water is de verwijdering van ketelsteen, dat zich in de binnenketel van het reservoir heeft gevormd,
evenals kalkafzettingen na één tot twee bedrijfsjaren noodzakelijk. Dit moet worden uitgevoerd door een vakman. De
reiniging gebeurt door de flensopening - verwarmingsflens demonteren, reservoir reinigen, bij de montage van de flens
moet een nieuwe afdichting worden gebruikt. De schroeven moeten daarbij kruislings met een aanhaalmoment van 18
Nm tot 22 NM worden aangehaald. Het speciaal geëmailleerde binnenreservoir van de waterverwarmer mag niet in aan-
raking komen met oplosmiddel voor ketelsteen. Geen ontkalkingspomp gebruiken! Afsluitend moet het apparaat goed
worden doorgespoeld en het opwarmingsproces moet zoals bij de eerste ingebruikname in acht worden genomen.
c) Voor de wettelijke aansprakelijkheid van de door de producent gegeven garantie, moet de ingebouwde veiligheidsanode
maximaal elke 2 jaar een vastgelegde controle ondergaan, die wordt uitgevoerd door een vakman. Bij servicewerkzaam-
heden moet ook de reinigings- en serviceflens worden geopend, om het reservoir te controleren op eventuele vreemde
voorwerpen en verontreinigingen en deze evt. te verwijderen.
De zwerfstroomanode heeft een praktisch onbegrensde levensduur. Zijn functie moet regelmatig via de controlelamp
worden gecontroleerd. Deze geeft twee bedrijfstoestanden aan:
groen: Installatie in orde.
rood knipperend: Functiestoring: Contact opnemen met de klantenservice! Er is geen corrosiebescherming actief!
Voorwaarde voor een probleemloze functie is dat het reservoir gevuld is met water. Voor een probleemloze functie van de
zwerfstroomanode is een richtwaarde van het medium van minimaal 150 μs noodzakelijk.
d) Voor de reiniging van het apparaat mogen geen schurend poetsmiddel en verfverdunner (zoals nitro, trichlor, etc.) wor-
den gebruikt. Het beste is de reiniging met een vochtige doek en een paar druppels huishoudelijke reiniger. In zieken-
huizen en andere openbare gebouwen moeten de geldende voorschriften voor de reiniging en desinfectie altijd in acht
worden genomen.
68
Id.Nr. 251571-0