nl
NEDERLANDS
4.11 Overige veiligheidsvoorschriften
- Neem eventueel de speciale werkbeschermings-
of ongevalpreventievoorschriften voor de omgang
met compressoren en persluchtgereedschap in
acht.
- Zorg ervoor dat de in de Technische gegevens
aangegeven maximaal toelaatbare werkdruk niet
wordt overschreden.
- Zorg dat u het gereedschap niet overbelast –
gebruik dit toestel gereedschap alleen binnen het
vermogensbereik dat in de Technische gegevens
vermeld wordt.
- Gebruik geen twijfelachtige smeermiddelen. Zorg
voor een voldoende ventilatie van de werkplek. Bij
verhoogde uittreding: persluchtgereedschap
controleren en eventueel laten repareren.
- Gebruik dit gereedschap niet, wanneer u niet
geconcentreerd bent. Wees alert, let goed op wat
u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik
van het persluchtgereedschap. Gebruik geen
gereedschap wanneer u moe bent of onder
invloed staat van drugs, alcohol of medicijnen.
Een moment van onoplettendheid bij het gebruik
van gereedschap kan tot ernstig letsel leiden.
- Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
- Persluchtgereedschap voor kinderen beveiligen.
- Het gereedschap mag niet in de open of in een
vochtige ruimte opgeborgen worden.
- Bescherm het persluchtgereedschap, met name
de persluchtaansluiting en bedieningselementen,
tegen stof en vuil.
De informatie in deze handleiding is als volgt ge-
kenmerkt:
Gevaar! Waarschuwing voor lichamelijk let-
sel of milieuschade.
Let opWaarschuwing voor materiële schade.
4.12 Symbolen op het persluchtgereedschap
Voor inbedrijfstelling de gebruiksaanwijzing
lezen.
Draag oogbescherming
Draag gehoorbescherming
Draairichting
5. Overzicht
Zie bladzijde 2.
1 Steeksleutel
2 Spantangmoer
3 Spantang
4 Spantanghouder
5 Spindel
6 Steeksleutel
7 Schakelaar (In-/Uitschakelen)
8 Inschakelblokkering
24
9 Regelschroef voor het instellen van het
toerental
10 Luchtuitlaat
11 Persluchtaansluiting met filter
12 Steeknippel 1/4"
6. Bediening
6.1
Voor het eerste bedrijf
Steeknippel (12) inschroeven.
6.2
Spantang inbrengen
De schachtdiameter van het gereedschap
moet exact overeenkomen met het span-
boorgat van de spantang (3)!
Er bestaan spantangen voor verschillende schacht-
diameters. De spantang (3) in de spantanghouder
(4) plaatsen en vervolgens de spantangmoer (2)
met de hand vastschroeven.
Wanneer er geen gereedschap in de span-
tang is geplaatst, deze niet met een steek-
sleutel aantrekken maar met de hand vast-
schroeven!
6.3
Inzetgereedschap aanbrengen
Bij kleine slijplichamen mag de door de fabri-
kant aangegeven maximaal toelaatbare over-
steek (L
) niet worden overschreden! Het gereed-
0
schap zo mogelijk met de gehele lengte van de
schacht in de spantang (3) inbrengen. Zorg ervoor
dat de inspanlengte (L
De schachtdiameter van het inzetgereed-
schap moet exact overeenkomen met het
spanboorgat van de spantang (3)!
- De spindel (5) met de steeksleutel (6) vast-
houden.
- De spantangmoer (2) met de steeksleutel (1)
aantrekken.
- Let op een veilige passing van het inzetgereed-
schap.
6.4
Persluchtgereedschap gebruiken
Gebruik altijd persluchtslangen met een binnendia-
meter van minstens 9 mm om het volledige
vermogen van uw persluchtgereedschap te
bereiken. Een te geringe binnendiameter kan het
vermogen aanmerkelijk verminderen.
Let opDe persluchtleiding mag geen con-
denswater bevatten.
Let opDit gereedschap dient van voldoende
pneumatische olie voorzien te worden om
lang gebruiksklaar te blijven. Dit kan als volgt ge-
beuren:
– Geoliede perslucht gebruiken door aanbouw van
een olievernevelaar.
– Zonder olievernevelaar: Dagelijks met de hand
via de persluchtaansluiting oliën. Ca. 3-5 drup-
) minstens 10 mm bedraagt.
g