5.4 Externe bediening (optioneel)
Via de volgende contacten kan externe bediening worden ingeschakeld. Maar
zelfs als het via een externe controller werkt, kan u het apparaat stoppen door
op
te drukken.
Zet geen spanning op deze ingangen.
Draadkleur
PIN
1
ROOD
2
ZWART
3
WIT
4
GRIJS
5
GEEL
6
GROEN
7
BRUIN
Bijv.: Om externe snelheidsregeling via een digitale ingang mogelijk te maken,
sluit u één van de cijfers van PIN 1/2/3 aan op COM.
Als PIN4 verbonden is met Com, zal de pomp stoppen; als de verbinding
verbroken wordt, zal de digitale besturing ongeldig zijn;
Als PIN3 verbonden is met Com, draait de pomp op 2900 rpm; als de
verbinding verbroken wordt, ligt de prioriteit van de besturing weer bij de
paneelbesturing;
Als PIN2 verbonden is met Com, draait de pomp op 2400 rpm; als de
verbinding verbroken wordt, ligt de prioriteit van de besturing weer bij de
paneelbesturing;
Als PIN1 verbonden is met Com, draait de pomp op 1200 rpm; als de
verbinding verbroken wordt, ligt de prioriteit van de besturing weer bij de
paneelbesturing;
5.5 Parameters instellen
Houd in UIT-modus
parameterinstellingen te gaan.
Signaalbeschrijving
Digitale ingang 4
Digitale ingang 3
Digitale ingang 2
Digitale ingang 1
DGND
RS485-A
RS485-B
3 seconden ingedrukt om naar de
114
Fig. 8