Instelling van de gewenste temperatuur
AUTO toets ingedrukt houden tot de aanduiding op het display begint te knipperen. Vervolgens met de toets (!) of (") de temperatuur
instellen. Wachten of AUTO indrukken om over te schakelen naar automatische instelling. De kamertemperatuur wordt gemeten door
een sensor in de afstandsbediening. Deze wordt met de ingestelde waarde vergeleken, waarna een signaal naar de ontvanger wordt
gestuurd, die de motor van de gasklep verdraait om de vlamhoogte overeenkomstig te veranderen.
Programmering van de timer
TIMER ingedrukt houden tot de aanduiding P1* op het display begint te knipperen. De inschakeltijd instellen met (!) voor uren of (")
voor minuten en daarna TIMER indrukken; als P1! verschijnt, de uitschakeltijd instellen, opnieuw TIMER indrukken en de tijden voor
het programma 2 (P2* en P2!) instellen. Vervolgens bevestigen met TIMER. Als de instelling buiten de geprogrammeerde tijden valt,
verschijnt er een ! op het display.
Gebruik van de diverse instellingen
Manuele instelling van de vlamhoogte (MAN)
(!) indrukken om het vuur in te schakelen of de grootte van de vlam te verhogen, (") indrukken om de vlamhoogte te verkleinen of om
het toestel op waakvlam in te stellen. Telkens een van deze toetsen wordt ingedrukt, verschijnt links boven het verzendsymbool.
Wanneer de eindaanslagen van de klep worden bereikt, knippert de LED van de ontvanger.( fig. 11 )
Temperatuurregeling (AUTO)
AUTO kort indrukken. Op het display verschijnt heel even de ingestelde temperatuur, alvorens opnieuw de kamertemperatuur wordt
getoond.
Timer (TIMER)
In de timermodus wordt tijdens de inschakeltijden dezelfde temperaturregeling uitgevoerd als in de AUTO-modus. In de
uitschakeltijden schakelt de motor het toestel op waakvlam. Om de ingestelde temperatuur te controleren, AUTO indrukken en
vervolgens teruggaan naar de timermodus door TIMER in te drukken.
Tijdens de uitschakeltijden vindt er geen temperatuurcontrole plaats; het batterijverbruik van de zender is dus bijzonder laag.
Met de toetsen (!) en (") kunt u vanuit elke modus naar de manuele instelling overschakelen.
Er wordt aanbevolen vooralleer men het toestel buiten gebruik stelt eerst met behulp van de toets (") het toestel op waakvlam te
plaatsen. Zo wordt verhinderd dat de zender actief blijft en de batterijen onnodig belast.
In geval van storing in het sturingssysteem ( bv. Ontladen batterij ) kan men manueel de regelknop 2 (fig. 8 ) bedienen.
Vervanging van de batterij
Wanneer rechts boven op het display BAT verschijnt, moet de batterij van de afstandsbediening worden vervangen.
Let op wanneer een ingeschakeld toestel onbewaakt wordt achtergelaten:
In uitzonderlijke gevallen kunnen signalen van buitenuit de ultrasone ontvanger in werking stellen en
zodoende de ingestelde vlamhoogte veranderen.