WAARSCHUWINGEN
Deze warmtepomp bevat een brandbaar R32-koelgas. Elke interventie aan
het koelcircuit zijn verboden zonder geldige vergunning.
Om veilig aan het koelcircuit te werken zijn de volgende voorzorgsmaatre-
gelen nodig.
1. Hoe te werk gaan
Het werk moet worden uitgevoerd volgens een gecontroleerde procedure, zodat het risico van de aanwezigheid van
ontvlambare gassen of dampen tijdens de uitvoering van het werk tot een minimum wordt beperkt.
2. Algemeen werkgebied
Alle personen in de omgeving moeten worden geïnformeerd over de aard van de werkzaamheden. Vermijd werken in
een afgesloten ruimte. Het gebied rond de werkplek moet worden afgescheiden, beveiligd en er moet speciale aandacht
worden besteed aan nabije bronnen van vlammen of hitte.
3. Controle op de aanwezigheid van koelmiddel
De ruimte moet voor en tijdens het werk worden gecontroleerd met een geschikte koelmiddeldetector om er zeker van te
zijn dat er geen potentieel brandbare gassen zijn. Zorg ervoor dat de gebruikte lekdetectieapparatuur geschikt is voor brand-
bare koelmiddelen, d.w.z. dat ze geen vonken produceert, goed is afgesloten of een interne veiligheidsvoorziening heeft.
4. Aanwezigheid van een brandblusser
Als aan de koelinstallatie of bijbehorende onderdelen heet werk moet worden verricht, moet geschikte brandblusappara-
tuur beschikbaar zijn. Plaats een brandblusser met droog poeder of CO2 in de buurt van de werkplek.
5. Geen bronnen van vlammen, hitte of vonken
Het is absoluut verboden om een hittebron, vlam of vonk te gebruiken in de directe omgeving van een of meer kamers
of leidingen die een brandbaar koelmiddel bevatten of hebben bevat. Alle ontstekingsbronnen, inclusief roken, moeten
voldoende ver verwijderd blijven van de plaats van installatie, reparatie, verwijdering en afvoer, waarbij brandbaar
koelmiddel in de omringende ruimte kan vrijkomen. Voordat de werkzaamheden van start gaan, moet de omgeving van
het materia¬al worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat er geen gevaar voor ontvlambaarheid is. Er moeten "
Verboden te roken" borden worden opgehangen.
6. Geventileerd gebied
Zorg ervoor dat de ruimte open is voor de lucht of goed geventileerd voordat je in het systeem werkt of hete werk-
zaamheden uitvoert. Tijdens de werkzaamheden moet ventilatie worden voorzien.
7. Controle van de koelapparatuur
Wanneer elektrische onderdelen worden vervangen, moeten ze geschikt zijn voor het beoogde gebruik en voldoen
aan de juiste specific¬aties. Alleen de onderdelen van de fabrikant mogen worden gebruikt. Raadpleeg bij twijfel de
technische dienst van de fabrikant.
De volgende controles moeten worden toegepast op installaties die ontvlambare koelmiddelen gebruiken:
-
De hoeveelheid brandbare lading is evenredig aan de grootte van de ruimte waarin de koelmiddelhoudende
elementen zijn opgesteld
-
De ventilatie en luchtroosters werken goed en zijn niet geblokkeerd
-
Als een indirect koelcircuit wordt gebruikt, moet ook het secundaire circuit worden gecontroleerd
-
De markering op de apparatuur moet zichtbaar en leesbaar blijven. Onleesbare merktekens en tekens moeten
worden gecorrigeerd
-
Koelleidingen of componenten zijn geïnstalleerd op een plaats waar ze niet kunnen worden blootgesteld aan
stoffen die de componenten van het koelmiddel kunnen aantasten.
8. Controle van de elektrische apparatuur
Reparatie en onderhoud van elektrische componenten moeten onderworpen worden aan de eerste veiligheidscontroles
en inspectieprocedures voor de componenten. Als er een storing is die de veiligheid in gevaar kan brengen, mag er geen
stroom op het circuit worden gezet totdat het probleem is opgelost.
9. De eerste veiligheidscontroles moeten omvatten:
• Dat de condensatoren worden ontladen: dit moet op een veilige manier gebeuren om de mogelijkheid van vo¬nken
te vermijden,
• Dat er geen elektrische onderdelen of bedrading bloot komen te liggen tijdens het laden, aftappen of doorspoelen
van het koelgassysteem,
• Dat er continuïteit van aarding is.
2 |
NL