DE BEHUIZING REINIGEN
Schakel het apparaat uit voordat u het schoonmaakt, wacht een paar minuten
en trek daarna altijd de stekker uit het stopcontact.
Reinig het apparaat met een matig vochtige doek en veeg het vervolgens af
met een droge doek.
•
Maak het apparaat om veiligheidsredenen nooit schoon met water.
Dit kan gevaarlijk zijn.
•
Gebruik nooit benzine, alcohol of oplosmiddelen voor het reinigen.
•
Spuit geen insecticiden of soortgelijke middelen op de airconditioner.
WATERTANK HANDMATIG LEGEN
De unit heeft een automatisch waterverdampingssysteem. De circulatie van het gecondenseerde water
koelt de compressor, wat niet alleen de koelprestaties verbetert, maar ook energie bespaart.
Als het waterreservoir nog vol is, verschijnt "FL" op het display van het bedieningspaneel en wordt de
airconditioner automatisch uitgeschakeld. Het apparaat is vergrendeld totdat het waterreservoir leeg is.
Volg de onderstaande stappen om het condenswaterreservoir te
1. Trek de stekker
2. Plaats een opvangbak onder de condenswateruitlaat aan de achterkant van het apparaat, verwijder
voorzichtig de dop van de uitlaat en laat het water in de opvangbak lopen.
3. Aan het einde kun je de airconditioner iets kantelen - maar niet meer dan 30°.
4. Zodra de tank helemaal leeg is, steekt u de stekker weer voorzichtig in de wateruitlaat.
5. Steek
de
ACTIVITEITEN AAN HET BEGIN/EIND VAN HET SEIZOEN
EINDE VAN HET SEIZOEN ACTIVITEITEN
•
Giet het condenswaterreservoir voorzichtig helemaal leeg in een geschikte bak zoals beschreven
in het hoofdstuk "Waterreservoir legen".
•
Laat de airconditioner 2 uur draaien in de ventilatorstand tot het apparaat vanbinnen helemaal
droog is.
•
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact.
•
Reinig het filter en plaats het terug nadat het is opgedroogd (zie hoofdstuk "Het luchtfilter
reinigen").
•
Verwijder de uitlaatslang en accessoires en berg ze zorgvuldig op.
•
Verwijder de batterijen uit de afstandsbediening
•
Pak het apparaat in en bewaar het op een koele, droge plaats.
CONTROLES AAN HET BEGIN VAN HET SEIZOEN
•
Controleer of de voedingskabel en het stopcontact in orde zijn en of de aarding goed werkt.
•
Zorg ervoor dat de stekker goed in de condenswateruitlaat zit en dat de filters geplaatst zijn.
•
Volg de installatie- en veiligheidsinstructies zorgvuldig op.
uit
het stopcontact.
stekker
in
het
legen:
stopcontact
en
start
61
Symbolisch beeld
het
toestel
opnieuw
op.