Crivit 373655 2104 Guía Rápida página 17

7. Trek de veiligheidshendel (1) naar boven en
houd hem vast (afb. F). Trek de hendel (2)
naar boven, laat vervolgens de veiligheids-
hendel (1) los.
8. Druk de stuurkolom (3) in de richting van de
treeplank (14), totdat deze op zijn plaats klikt
(afb. F).
Gebruik
Rijden, remmen, wegzetten
(afb. G)
• Klap de standaard (16) in voor het artikel
gebruikt wordt.
• Één been op de step (14) plaatsen en met het
andere been door regelmatig afdrukken vaart
maken.
• Om te remmen op de remplaat (15) trappen of
de remhendel (21) aantrekken (afb. E/afb. G).
• Klap voor het neerzetten de steun uit. Het ar-
tikel mag alleen op een vlakke ondergrond
worden neergezet.
Onderhoud
Vervangen van de wielen (afb. H)
Belangrijk!
Neem het hoofdstuk "Technische gegevens" in
acht. Wielen met een andere diameter kunnen
de rijeigenschappen veranderen en eventueel
tot een gevaar van de gebruiker leiden. Gebruik
geen wielen, die niet zonder problemen gemon-
teerd kunnen worden. Monteer nooit grotere
wielen dan de oorspronkelijke wielen van het
product.
Wielen zijn onderhevig aan slijtage. Deze
slijtage is afhankelijk van tal van factoren, zoals
bijvoorbeeld de ondergrond, de lengte en het
gewicht van de gebruiker, de weersomstan-
digheden, het materiaal van de wielen en de
hardheid hiervan. Vandaar is het noodzakelijk
dat u ze regelmatig vervangt.
1. Maak de asschroeven (17) met behulp van
twee binnenzeskantsleutels maat 5 los.
2. Trek de asschroeven eruit en verwijder het
wiel.
3. Monteer het nieuwe wiel (18) weer en beves-
tig het met de asschroeven.
Na het vervangen:
Als het wiel na het vervangen aan de zijkant
schuurt, dient u deze niet te gebruiken!
Controleer dat alle schroeven na de eerste
minuten rijden nog altijd vast zitten en niet los of
losjes zitten. Span het wiel nogmaals om ervoor
te zorgen, dat dit rustig loopt en de lagers geen
lawaai maken.
Vervangen van de kogellagers (afb. I)
1. Demonteer het wiel (18), zoals beschreven in
paragraaf "Vervangen van de wielen".
2. Beweeg het ene lager (20) met behulp van
een binnenzeskantsleutel eruit.
3. Verwijder de afstandhouder (19) uit het wiel
en draai het om.
4. Beweeg het andere lager met behulp van een
binnenzeskantsleutel eruit.
5. Druk het nieuwe lager erin. Draai het wiel om,
plaats de afstandhouder en druk vervolgens
een tweede nieuwe lager erin.
6. Bevestig het wiel weer zoals beschreven in
paragraaf "Vervangen van de wielen".
Opslag, reiniging
Na gebruik van het product raden wij u aan het
grondig te reinigen en te drogen.
Verwijder kleine steentjes of andere voorwer-
pen, die eventueel aan de wielen vastzitten.
Natte of vochtige kogellagers met een schone
doek afdrogen. Vet de lagers met een geschikt
lagervet van buiten in, om het ontstaan van roest
aan de buitenkant te vermijden.
Bewaar het product altijd op een droge plek.
NL/BE 17