5. SCHOONMAAK EN ONDERHOUD
Het wordt aanbevolen om een vochtige katoenen doek of spons te gebruiken in plaats
-
van een slang of waterstraal.
Het wordt aanbevolen om de elektrische fiets na elk gebruik schoon te maken. U kunt
-
hem echter wekelijks wassen. Dit verlengt de levensduur van de elektrische fiets.
Gebruik zepen en onderhoudsproducten voor fietsen die kunststof en afdichtingen niet
-
aantasten en die u in gespecialiseerde winkels kunt vinden. U kunt ook een zeepoplossing
of vloeibaar wasmiddel gebruiken. Gebruik geen agressieve producten of sterke
ontvettingsmiddelen.
U kunt de elektrische fiets droog reinigen met een katoenen doek of microvezeldoek om
-
corrosie te voorkomen.
De accuhouder is zo ontworpen dat water sneller wegloopt en de contacten gemakkelijk
-
drogen. Hiervoor moeten de houder en de stekker schoon worden gehouden. De
contacten zijn voorzien van een coating die het oppervlak beschermt tegen corrosie en
slijtage.
Onderhoud
Houd de bandenspanning tussen 4,5 en 5,8 bar om een lekke band te voorkomen. Als u
onregelmatigheden opmerkt, breng de elektrische fiets dan naar een fietsenmaker.
Onderhoud van de ketting
Smeer de ketting regelmatig in om vervelende kettinggeluiden en andere problemen bij
-
het schakelen te voorkomen. Smeer de ketting elke 100-200 km in of wanneer de ketting
droog of vuil is. Gebruik een specifiek smeermiddel voor fietskettingen, bij voorkeur een
met een basis van wax of teflon. Breng het smeermiddel aan op de binnenkant van de
ketting terwijl u de pedalen naar achteren draait. Vergeet niet om de ketting schoon te
maken voordat u het smeermiddel aanbrengt voor het beste resultaat.
Zorg er bij het smeren van de ketting voor dat de remschijven niet vuil worden en dat het
-
tandwiel niet vastzit. Spuit waar de ketting soepel glijdt en veeg overtollig smeermiddel
af met een doek. Gebruik alleen specifiek kettingvet.
-
De juiste fietskettingspanning is die waarbij u de ketting verticaal lichtjes kunt bewegen
tussen ongeveer 1 cm en 3 cm zonder dat hij te slap of te strak staat.
Volg deze stappen om de versnellingen op een fiets af te stellen:
1. Zorg ervoor dat de fiets horizontaal en stabiel staat.
2. Schakel naar de laagste versnelling op zowel de voor- als de achterderailleur.
3. Draai de afsteller van de achterderailleur spanning zodat de ketting soepel over de
tandwielen loopt zonder te verspringen.
4. Stel de achterderailleur zodanig af dat de ketting niet buiten of binnen de tandwielen
loopt.
NEDERLANDS
159
MOUNTAIN VENTUS