5.1.1 Werkomgeving
a) Houd uw werkomgeving schoon en opgeruimd.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan
tot ongevallen leiden.
b) Werk niet met het gereedschap in een explo-
sieve omgeving waarin zich brandbare vloei-
stoffen, gassen of stof bevinden. Elektrische
gereedschappen veroorzaken vonken die het stof
of de dampen tot ontsteking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het
gebruik van het elektrische gereedschap uit
de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de
controle over het gereedschap verliezen.
nl
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereedschap moet
in het stopcontact passen. De stekker mag in
geen geval worden veranderd. Gebruik geen
adapterstekkers in combinatie met geaarde ge-
reedschappen. Onveranderde stekkers en pas-
sende stopcontacten beperken het risico van een
elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met ge-
aarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen,
verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er be-
staat een verhoogd risico door een elektrische
schok wanneer uw lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen
en vocht. Het binnendringen van water in het
elektrische gereedschap vergroot het risico van
een elektrische schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel,
om het gereedschap te dragen of op te hangen
of om de stekker uit het stopcontact te trek-
ken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie,
scherpe randen en bewegende gereedschaps-
delen. Beschadigde of in de war geraakte kabels
vergroten het risico van een elektrische schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereed-
schap werkt, dient u alleen verlengkabels te
gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn
goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik
buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het
risico van een elektrische schok.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van het elek-
trische gereedschap. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of onder invloed staat
van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment
76
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5070691 / 000 / 00
van onoplettendheid bij het gebruik van het ge-
reedschap kan tot ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrus-
ting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van
een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals
een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een vei-
ligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk
van de aard en het gebruik van het elektrische
gereedschap, vermindert het risico van letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer
of de schakelaar in de stand "UIT" staat voordat
u de stekker in het stopcontact steekt. Wanneer u
bij het dragen van het gereedschap uw vinger aan
de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap
ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit,
kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleu-
tels voordat u het gereedschap inschakelt. In-
stelgereedschap of een sleutel in een draaiend
deel van het gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Overschat uzelf niet. Zorg ervoor dat u stevig
staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor
kunt u het gereedschap in onverwachte situaties
beter onder controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen los-
hangende kleding of sieraden. Houd haren, kle-
ding en handschoenen uit de buurt van bewe-
gende delen. Loshangende kleding, sieraden en
lange haren kunnen door bewegende delen wor-
den meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzienin-
gen kunnen worden gemonteerd, dient u zich
ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten
en juist worden gebruikt. Het gebruik van deze
voorzieningen beperkt het gevaar.
5.1.4 Gebruik en onderhoud van elektrische
apparaten
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw
werkzaamheden het daarvoor bestemde elektri-
sche gereedschap. Met het passende elektrische
gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het
aangegeven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan
de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap
dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is
gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of het
accu-pack uit het apparaat voordat u het ge-
reedschap instelt, toebehoren wisselt of het ap-