12. Maak de ventilatieopeningen van het gereed-
schap regelmatig schoon. De ventilator van de
motor kan het stof de behuizing in trekken, en een
grote opeenhoping van metaalslijpsel kan leiden
tot elektrisch gevaarlijke situaties.
13. Gebruik het elektrisch gereedschap niet in
de buurt van licht ontvlambare materialen.
Bedien het elektrisch gereedschap niet terwijl
het op een brandbaar materiaal ligt, zoals
hout. Vonken kunnen deze materialen doen
ontvlammen.
14. Gebruik geen accessoires die met vloeistof
moeten worden gekoeld. Het gebruik van water
of andere vloeibare koelmiddelen kan leiden tot
elektrocutie of elektrische schokken.
Terugslag en aanverwante waarschuwingen
Terugslag is een plotselinge reactie op een beknelde
of vastgelopen draaiende schijf. Beknellen of vastlo-
pen veroorzaakt een snelle stilstand van de draaiende
schijf dat op zijn beurt ertoe leidt dat de doorslijpeen-
heid omhoog in de richting van de gebruiker wordt
gedwongen.
Bijvoorbeeld, als een slijpschijf bekneld raakt of vast-
loopt in het werkstuk, kan de rand van de schijf die het
beknellingspunt ingaat, zich invreten in het oppervlak
van het materiaal waardoor de schijf eruit klimt of eruit
slaat. Slijpschijven kunnen in dergelijke situaties ook
breken.
Terugslag is het gevolg van misbruik van het elek-
trisch gereedschap en/of onjuiste gebruiksprocedures
of - omstandigheden, en kan worden voorkomen door
goede voorzorgsmaatregelen te treffen, zoals hieronder
vermeld.
1.
Houd het elektrisch gereedschap stevig vast
en houd uw armen en lichaam zodanig dat u
in staat bent een terugslag op te vangen. Als
gebruiker kunt u terugslagkrachten omhoog de
baas blijven, mits u de juiste voorzorgsmaatrege-
len treft.
2.
Plaats uw lichaam niet in één lijn met de rond-
draaiende schijf. Als terugslag optreedt, zal de
doorslijpeenheid omhoog in de richting van de
gebruiker worden geworpen.
3.
Bevestig geen zaagketting, houtbewerkings-
blad, gesegmenteerde diamantschijf met
inkepingen in de omtrek die groter zijn dan 10
mm, of een getand zaagblad. Dergelijke bladen
leiden vaak tot terugslag of verlies van controle
over het gereedschap.
4.
Laat de schijf niet vastlopen en oefen geen
buitensporige druk uit. Probeer niet een
buitensporig diepe snede te slijpen. Een te
grote kracht op de schijf verhoogt de belasting
en de kans dat de schijf in de snede verdraait of
vastloopt, waardoor terugslag kan optreden of de
schijf kan breken.
5.
Wanneer de schijf vastloopt of u het snijden
onderbreekt, schakelt u het elektrisch gereed-
schap uit en houdt u de doorslijpeenheid stil
totdat de schijf volledig tot stilstand is geko-
men. Probeer nooit de schijf uit de snede te
halen terwijl de schijf nog draait omdat hier-
door een terugslag kan optreden. Onderzoek
waarom de schijf is vastgelopen en tref afdoende
maatregelen om de oorzaak ervan op te heffen.
6.
Begin niet met doorslijpen terwijl de schijf al
in het werkstuk steekt. Wacht totdat de schijf
op volle snelheid draait en breng daarna de
schijf voorzichtig terug in de snede. Wanneer
het elektrisch gereedschap opnieuw wordt gestart
terwijl de schijf al in het werkstuk steekt, kan de
schijf vastlopen, omhoog lopen of terugslaan.
7.
Ondersteun een groot werkstuk om de kans
op het beknellen van de schijf en terugslag te
minimaliseren. Grote werkstukken neigen door
te zakken onder hun eigen gewicht. U moet het
werkstuk ondersteunen vlakbij de snijlijn en vlakbij
de rand van het werkstuk aan beide kanten van de
schijf.
Aanvullende veiligheidswaarschuwingen
1.
Pas gedurende de werking op voor rondvlie-
gende vonken. Deze kunnen letsel veroorzaken
of ontvlambaar materiaal doen ontbranden.
2.
Zet het werkstuk vast. Gebruik klemmen of een
bankschroef om het werkstuk vast te zetten,
indien dit praktisch is. Dit is veiliger dan met
uw hand en zo heeft u beide handen vrij om het
gereedschap vast te houden.
3.
Zet de doorslijpschijf zorgvuldig vast.
4.
Zorg ervoor dat u de as, de flenzen (vooral hun
montagevlak) of de bout niet beschadigt, aan-
gezien de doorslijpschijf zelf dan kan breken.
5.
Houd de beschermingen op hun plaats en in
goede staat.
6.
Houd de handgreep stevig vast.
7.
Houd uw handen uit de buurt van draaiende
onderdelen.
8.
Zorg ervoor dat de doorslijpschijf het werk-
stuk niet raakt alvorens het gereedschap in te
schakelen.
9.
Controleer vóór elk gebruik op wiebelen of
overmatige trillingen die door een verkeerd
aangebrachte of slecht gebalanceerde schijf
kunnen worden veroorzaakt.
10. Verwijder ontvlambaar materiaal of brokstuk-
ken uit de werkomgeving. Zorg ervoor dat
niemand zich in de vonkenregen bevindt. Houd
een in goede staat verkerend brandblusappa-
raat gereed dicht bij de werkomgeving.
11.
Wanneer tijdens de werkzaamheid de
doorslijpschijf plotseling stopt, vreemde gelui-
den maakt of begint te trillen, schakel dan het
gereedschap onmiddellijk uit.
12. Schakel het gereedschap altijd uit en wacht
totdat de doorslijpschijf volledig tot stilstand
is gekomen, alvorens het werkstuk te verwijde-
ren of vast te zetten, de bankschroef te bedie-
nen, de werkpositie of de hoek te veranderen,
of de doorslijpschijf te vervangen.
13. Raak het werkstuk niet aan onmiddellijk na het
werken, aangezien het dan gloeiend heet is en
brandwonden kan veroorzaken.
14. Berg de schijven uitsluitend op een droge
plaats op.
BEWAAR DEZE INSTRUCTIES.
36 NEDERLANDS