LET OP:
• Wanneer u de kettingzaag voor het eerst vult met ket-
tingolie, of de olietank bijvult nadat deze geheel leeg is
geraakt, vult u olie bij tot aan de onderrand van de vul-
nek. Anders kan de olietoevoer gehinderd worden.
• Als kettingolie gebruikt u een olie exclusief voor Makita-
kettingzagen
of
een
kettingolie.
• Gebruik nooit olie verontreinigd met vuil- en stofdeel-
tjes of vluchtige olie.
• Gebruik botanische olie voor het snoeien van bomen.
Minerale olie kan de bomen beschadigen.
• Dwing de kettingzaag nooit tijdens het snoeien van
bomen.
• Voordat u de kettingzaag uitzet, controleert u of de bij-
geleverde dop op de olievulopening van de olietank is
gedraaid.
Houd de kettingzaag uit de buurt van de boom. Start de
kettingzaag en wacht tot de zaagketting voldoende
gesmeerd is.
Breng de puntgeleider/onderkantgeleider in aanraking
met de tak die u wilt afzagen alvorens de kettingzaag in
te schakelen. Als u begint te zagen zonder eerst de punt-
geleider/onderkantgeleider in aanraking te brengen met
de tak die u wilt afzagen kan het zaagblad gaan schom-
melen, waardoor letsel van de gebruiker kan worden ver-
oorzaakt.
Zaag het hout door de kettingzaag omlaag te bewegen.
Snoeien van bomen
LET OP:
• Houd alle delen van uw lichaam uit de buurt van de
zaagketting wanneer de motor draait.
• Houd de kettingzaag stevig vast met beide handen
wanneer de motor draait.
• Reik niet te ver. Zorg ervoor dat u altijd stevige steun
voor de voeten hebt en uw evenwicht behoudt.
Breng de puntgeleider/onderkantgeleider in aanraking
met de tak die u wilt afzagen alvorens de kettingzaag in
te schakelen. Als u begint te zagen zonder eerst de punt-
geleider/onderkantgeleider in aanraking te brengen met
de tak die u wilt afzagen kan het zaagblad gaan schom-
melen, waardoor letsel van de gebruiker kan worden ver-
oorzaakt. (Fig. 15 en 16)
Voor het zagen van dikke takken moet u eerst een
ondiepe ondersnede maken en dan de rest van de snede
van boven af zagen. (Fig. 17)
Wanneer u dikke takken vanaf de onderkant van de tak
probeert af te zagen, kan de tak zich sluiten zodat de
zaagketting in de zaagsnede vastgeklemd raakt. Wan-
neer u dikke takken vanaf de bovenkant probeert af te
zagen zonder een ondiepe snede van onderen te maken,
kan de tak splinteren. (Fig. 18)
Indien u niet in één keer recht door het hout kunt zagen:
Oefen lichte druk uit op het handvat en ga door met
zagen en trek de kettingzaag een beetje terug; breng de
spijkers een beetje lager aan en zaag de rest van de
snede door het handvat omhoog te brengen. (Fig. 19)
Dragen van de machine (Fig. 20)
Verwijder altijd de accu uit het gereedschap en plaats de
kettingbeschermer op het zaagblad alvorens het ger-
reedschap te gaan dragen. Plaats ook het accudeksel op
de accu.
in
de
winkel
verkrijgbare
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
accu ervan is verwijderd alvorens te beginnen met
onderhoud of inspectie.
• Draag voor inspectie- of onderhoudswerkzaamheden
altijd handschoenen.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol en
dergelijke. Hierdoor het verkleuring, vervormingen en
barsten worden veroorzaakt.
De zaagketting slijpen
LET OP:
• Haal altijd de accu van het gereedschap af en draag
altijd veiligheidshandschoenen wanneer u werkzaam-
heden uitvoert aan de kettingzaag.
Slijp de zaagketting als:
– Poederachtig zaagsel wordt geproduceerd tijdens het
zagen van vochtig hout;
– De zaagketting moeizaam in het hout binnendringt,
zelfs wanneer hoge druk wordt uitgeoefend;
– De zaagsnede duidelijk beschadigd is;
– De kettingzaag naar links of rechts trekt in het hout.
De reden hiervan is een ongelijkmatige scherpte van
de zaagketting, of een beschadiging aan slechts een
kant. (Fig. 21)
Slijp de zaagketting veelvuldig, maar slijp iedere keer
slechts een weinig materiaal weg.
Twee of drie bewegingen met een vijl zijn doorgaans vol-
doende voor regelmatig bijslijpen. Als de zaagketting
meerdere malen is bijgeslepen, laat u deze een keer slij-
pen door een in MAKITA gespecialiseerde reparatie-
dienst.
Vijl en vijlbeweging (Fig. 22)
– Gebruik een speciale ronde vijl (optioneel accessoire)
voor het slijpen van een zaagketting met een diameter
van 4 mm. Normale ronde vijlen zij niet geschikt.
– De vijl mag alleen tijdens de voorwaartse beweging
met het materiaal in aanraking komen. Til de vijl van
het materiaal af tijdens de achterwaartse beweging.
– Slijp eerst het kortste mes. De lengte van dit mes is
vervolgens de maatstaf voor alle andere messen op
de zaagketting.
– Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
– De vijl kan gemakkelijker worden bewogen als een vijl-
houder (accessoire) wordt gebruikt. Op de vijlhouder
staan merktekens voor de juiste slijphoek van 30° (lijn
de merktekens parallel uit met de zaagketting) en
beperkt de diepte waartoe de vijl doordringt (tot 4/5
van de vijldiameter).
Beweeg de vijl zoals aangegeven in de afbeelding.
(Fig. 23)
– Nadat de zaagketting is geslepen, controleert u de
hoogte van de dieptemeter met behulp van het ket-
tingmeetgereedschap (optioneel accessoire).
– Verwijder eventueel uitstekend materiaal, ongeacht
hoe klein, met een speciale platte vijl (optioneel
accessoire).
– Maak de voorkant van de dieptevoeler weer rond.
– Spoel vuil- en stofdeeltjes van de zaagketting af na
het instellen van de hoogte van de dieptemeter.
59