Het instellen
• Schakel de flitser via de toets
in;
• druk op de flitser op de toets 'TTL'
SL
M
om de functie TTL in te stellen;
• stel op de camera een overeenkom-
TTL
LED
stige functie in, bijv. P, S, A enz.;
5.1.8 Automatische TTL-invulflits-
Bij de meeste camera's wordt in het
x
automatische programma P en bij de
vari- c.q. onderwerpsinstellingen, bij
daglicht de automatische TTL-invulflits-
functie ge-activeerd (zie de gebruik-
saanwijzing van uw camera).
Met de invulflitsfunctie kunt u vervelende
schaduwen wegwerken en bij tegenlich-
topnamen een uitgebalanceerde verlich-
ting van onderwerp en achtergrond
bewerken. Een computergestuurd meet-
systeem in de camera zorgt voor een
geschikte combinatie van belichtingstijd,
werkdiafragma en flitsvermogen.
+
Let er op dat de tegenlichtbron niet
rechtstreeks in het objectief schijnt.
Het TTL-meetsysteem wordt daardoor
misleid!
80
functie
Een instelling of aanduiding voor de
automatische TTL-invulflitsfunctie vindt
niet plaats.
5.1.9 Met de hand in te stellen (manu-
al) correctie in de TTL–flitsfunctie
+
Deze functie moet op de camera zelf
worden ingesteld, zie de gebruiksaan-
wijzing van uw camera.
De flitsbelichtingsautomatiek van de
meeste camera's is afgestemd op een
reflectiegraad van 25% gemiddelde
reflectiegraad van flitsonderwerpen).
Een donkere achtergrond die veel licht
absorbeert of een lichte achtergrond
die sterk reflecteert (bijv. bij tegenlich-
topnamen), kunnen tot over- c.q.
onderbelichting van het onderwerp lei-
den.
Om bovengenoemd effect te compen-
seren kan de flitsbelichting manual
met een correctiewaarde aan de opna-
me worden aangepast.
De grootte van de correctiewaarde
hangt af van het contrast tussen onder-
werp en achtergrond!