•
Een verkeerd oliemengsel in de brandstof (te veel of
verkeerde olie).
•
Een vuil luchtfilter.
Functionele inspectie
Algemene inspectie
•
Controleer of de bouten en moeren zijn vastgedraaid.
Motorolie
VOORZICHTIG! Bedenk dat de olie
!
schadelijk kan zijn voor gezondheid en
milieu. Volg de plaatselijke voorschriften
voor afvalverwerking en recycling op.
Voor het verversen van de motorolie leest u de
gebruikershandleiding die is meegeleverd door de fabrikant
van de motor.
Controle van het oliepeil van de motor
•
De motor moet horizontaal worden geplaatst om het
oliepeil te kunnen controleren. Demonteer het zaagblad of
neem andere maatregelen om de machine te kantelen,
zodat de motor zich in een horizontale positie bevindt.
•
Controleer het oliepeil en vul bij indien nodig. Het oliepeil
mag nooit lager staan dan de onderste markering op de
peilstok, zie de handleiding van de motor.
•
Gebruik HUSQVARNA motorolie voor het beste resultaat
en werking.
•
Indien geen HUSQVARNA motorolie verkrijgbaar is, kan
andere motorolie van hoge kwaliteit worden gebruikt.
Gebruik motorolie SAE 10W-30, klasse API, MS, SD, SE
of hoger.
•
Gebruik nooit olie bedoeld voor tweetaktmotoren.
Aandrijfriem
LET OP! Span de aandrijfriem niet te strak.
•
Controleer of de aandrijfriem heel en zonder zichtbare
defecten is.
Spannen van de aandrijfriem
Een nieuwe aandrijfriem moet nog een keer worden
opgespannen wanneer een of twee tanks met brandstof zijn
verbruikt.
ONDERHOUD
•
Draai de schroeven van de riembeschermer los. Verwijder
de kap.
•
Draai de schroeven los waarmee de motor op zijn plaats
wordt gehouden.
•
Draai de spannerschroef een kwartslag. De motor wordt
naar achteren geduwd en de riem wordt aangespannen.
•
Zorg ervoor dat de riempoelies parallel staan en met
elkaar zijn uitgelijnd. Haal de schroeven aan waarmee de
motor is bevestigd en draai de spannerschroef 2 slagen
los om te voorkomen dat deze in contact komt met het
motorblok. Monteer de riembescherming en draai de
schroeven die de riembescherming op haar plaats
houden vast.
Brandstofsysteem
Algemeen
•
Controleer of het tankdeksel en de afdichting
onbeschadigd zijn.
•
Controleer de brandstofleiding.
Smeren
Bladas
Smeer de bladas dagelijks. Sluit het smeerpistool
•
aan en pomp 3 à 5 keer of totdat vet zichtbaar is aan
het uiteinde. Gebruik alleen DIN 51825
vetclassificatie K2K-30 of K3K-30.
Smeernippel voor zaagdiepte-
instelsysteem
Smeer dagelijks de smeerpunten voor de zaagdiepte-
instelling.
Moer voor invoer van zaagdiepte
Smeer de invoerschroef een aantal cm boven en onder de
moer en verstel de zaag een aantal keren omhoog en omlaag
om het vet te verspreiden.
– 105
Dutch