Ingebruikname - Oase Nautilus 50 Instrucciones De Uso

Ocultar thumbs Ver también para Nautilus 50:
Tabla de contenido

Publicidad

Idiomas disponibles
  • ES

Idiomas disponibles

  • ESPAÑOL, página 12
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag volgens de EVU en de VDE uitsluitend gemaakt worden door een hiertoe bevoegde vakman.
Voor alle installaties geldt de VDE 0100 deel 702. Alle vermogensgegevens vindt u op het typeplaatje. Een regeling van het
vermogen is alleen mogelijk met de OASE FM-Master 3. Alle werkzaamheden aan het apparaat dienen in stroomloze
toestand te worden verricht!
Montage
Het apparaat kan met aan de pomp vastgemaakte filtervleugels (A = toestand bij levering) of met een afzonderlijke
filtervleugeladapter (B) worden gebruikt
Spuitkopverlenging monteren
Nautilus 50-150: Spuitkopverlenging (6) door blauwe wartelmoer steken.
Nautilus 200-450: Onderste spuitkopverlenging (6) door blauwe wartelmoer steken, kogellager aanschroeven, bovenste
spuitkopverlenging door zwarte wartelmoer steken en deze op de onderste spuitkopverlenging schroeven.
Nautilus 50 - 450: Houder spuitkopverlenging (7) op bovenste buis schroeven, gewenste sproeier inschroeven en de
blauwe wartelmoer los op de bovenste uitgang van het pompfilter schroeven.
Het apparaat plaatsen
Het apparaat en evt. de filtervleugeladapter in de vijver zo horizontaal mogelijk op een vaste, slibvrije ondergrond zetten,
zodat het compleet door water bedekt wordt en maximaal 2,0 m onder de waterspiegel in de vijver. De spuitkopverlenging
op de gewenste hoogte en helling boven het wateroppervlak instellen, de blauwe wartelmoer vastdraaien.
Let op! Het apparaat nooit zonder doorstromend water of zonder pompfilter gebruiken!
In bedrijfsmodus (A) de filtervleugels aan het pompfilter naar boven draaien. Optionele spuitfiguren worden op de regelbare
aansluiting (3) gemonteerd en de OASE-schijnwerper op de schijnwerperaansluiting (4).

Ingebruikname

Het apparaat schakelt zichzelf automatisch in, als u de stroomverbinding gemaakt heeft. De hoogte en de vorm van de
fontein is afhankelijk van de gebruikte sproeier. De fonteinhoogte regelt u bovendien door het draaien van de
stromingsregelaar op het apparaat (8) resp. op de filtervleugeladapter (10). Om het apparaat uit te schakelen de
netstekker uit het stopcontact trekken.
Reiniging en onderhoud
Let op! Voor reinigings- en onderhoudswerkzaamheden altijd de stekker uit het stopcontact trekken!
Om het apparaat te reinigen, moet u het uit de vijver nemen. Als de capaciteit minder wordt, moet u de filterbehuizing (1),
de filtervleugel (2) en de zeef (9) reinigen.
Belangrijk! Nautilus 200 - 450: open de pomp in geen geval zelf! Indien de rotor door vervuiling geblokkeerd is,
neem dan contact op met een vakkundig elektricien!
Nautilus 50 - 150: Indien de rotor door vervuiling geblokkeerd is, demonteert u de pomp: De waterverdeler eraf
schroeven, de dichtingsring controleren en evt. vervangen. Bij gebruik van de filtervleugeladapter het slangmondstuk van
de pomp trekken. Het pompdeksel eraf trekken (Nautilus 50) resp. het pomphuis eraf draaien (Nautilus 80 - 150). De rotor
eruit trekken, reinigen, controleren en evt. vervangen. In omgekeerde volgorde weer monteren.
Dichtingsring in de spuitkopverlenging vervangen
Nautilus 50 -150: De blauwe wartelmoer losdraaien en de spuitkopverlenging eraf halen. De twee buizen van de
spuitkopverlenging in elkaar schuiven (de neus moet daarbij in de uitsparing passen) de nu zichtbare dichtingsring
vervangen, de twee buizen weer in elkaar schuiven, de spuitkopverlenging met de wartelmoer weer op het pompfilter
schroeven. De spuitkopverlenging in de juiste positie brengen en met de wartelmoer weer vastdraaien.
Nautilus 200 - 450: De zwarte wartelmoer losdraaien en de bovenste buis van de spuitkopverlenging eraf halen, de
zwarte wartelmoer eraf trekken, de dichtingsring vervangen vervangen, de wartelmoer over de bovenste buis trekken en
op de onderste buis vastschroeven, de spuitkopverlenging in de juiste positie brengen en met de blauwe wartelmoer weer
vastdraaien.
Bewaren/overwinteren
Bij vorst moet u het apparaat deïnstalleren. Maak het apparaat grondig schoon, controleer het op beschadigingen en
bewaar het gedompeld of gevuld op een vorstvrije plaats. De stekker mag niet overspoeld worden!
Tot afval verwerken
Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.
Storingen
Storing
Het apparaat loopt niet
Onvoldoende of onregel-
matige fonteinhoogte
Apparaat schakelt na
korte looptijd uit
Oorzaak
- Geen netspanning
- Rotor geblokkeerd
- Hoofdstroomregeling te ver dichtgedraaid
- Mondstuk verstopt
- Filter/zeef verontreinigd
- Rotor verontreinigd
- Slang verstopt - defect
- Geknikte toevoer
- Te veel verlies in de toevoer
- Rotor versleten
- Filter/zeef verstopt
- Filter verstopt
- Watertemperatuur te hoog
Oplossing
- Netspanning controleren
- Pomp reinigen
- Hoofdstroomregeling instellen
- Mondstuk/zeef reinigen
- Filter/zeef reinigen
- Reinigen
- Slang reinigen - vervangen
- Toevoer controleren, eventueel vervangen
- Slang inkorten op de benodigde minimumlengte
- Rotor vervangen
- Filter/zeef reinigen
- Reinigen
- Maximale watertemperatuur van +35°C in acht nemen
NL
11

Publicidad

Tabla de contenido
loading

Tabla de contenido