functies zoals continuweergave, willekeurige
weergave, mp3weergave vanaf USBopslagme
dia en geheugenkaarten (max . 32 GB)* .
Met het apparaat kunt u zowel audiocd's,
zelfgebrande audiocd's (audiocdr) als cd's met
tracks in mp3formaat afspelen . Bij herbeschrijf
bare cd's (cdrw) kan het afspelen naargelang
het cdtype en gebruikte cdbrander echter pro
blematisch verlopen .
4 Auto Start-functie
uitschakelen
De cd / mp3speler is uitgerust met een Auto
Startfunctie: Na inschakelen van het apparaat
en inlezen van een geluidsdrager (cd, USBstick
of geheugenkaart) start automatisch het afspe
len van de eerste track . Als u de automatische
start niet wenst [het afspelen start pas na druk
ken op toets PLAY/ PAUSE (10)], kunt u de Auto
Startfunctie uitschakelen .
WAARSCHUWING Omdat het apparaat voor
deze wijziging moet wor
den geopend, mag dit uit
sluitend door een gekwali
ficeerde vakman uitgevoerd worden . Door on
zorgvuldige ingrepen loopt u immers het risico
van elektrische schokken!
Trek de netstekker in elk geval uit het stop-
contact, alvorens het apparaat te openen!
Op de printplaat met de voeding en de audio
uitgangsjacks bevindt zich een jumper (zie pijl in
de afbeelding 5) . De Auto Startfunctie is inge
schakeld, als de jumper in de stand AUTO PLAY
staat . Om de functie uit te schakelen, steekt u
de jumper in de stand MANUAL PLAY .
5 Het apparaat opstellen
en aansluiten
Het apparaat is voorzien voor montage in een
19"rack (482 mm), maar kan ook als vrijstaand
tafelmodel worden gebruikt . Voor de montage
in een rack is 1 RE (1 rackeenheid = 44,45 mm)
nodig .
De in en uitgangen mogen enkel worden aan
gesloten en gewijzigd, wanneer de CD122 en
de aan te sluiten apparatuur is uitgeschakeld .
1) Verbind de uitgangen van beide afspeel
mechanismen CD PLAYER 1 OUT (21) en
CD PLAYER 2 OUT (22) – L = linker kanaal,
R = rechter kanaal – via cinchkabels met de
cdspeleringangen, b .v . op een mengpaneel
of een versterker .
2) Ten slotte verbindt u het meegeleverde
net snoer eerst met de POWERjack (22) en
plugt u de stekker ervan in een stopcontact
(230 V/ 50 Hz) .
6 Bediening
Schakel het toestel in met de POWERschakelaar
(1) . Op het display (14) verschijnt de melding
Welcome
.
Eerst leest het apparaat de cd in . Als er geen
cd is ingeschoven, wordt de USBstick ingelezen .
Als er geen USBstick is ingestoken, wordt de
SD/ MMCgeheugenkaart ingelezen . Als er ook
* Opmerking: Door de verscheidenheid aan
opslaggeheugenfabrikanten
programma's kan niet gegarandeerd worden, dat alle
opslagmedia compatibel zijn met de CD122speler .
geen geheugenkaart wordt gedetecteerd, ver
schijnt het displaybericht
Beide afspeelmechanismen worden op
identieke wijze bediend . Als er slechts een af
speelmechanisme nodig is, kunt u het andere
uitschakelen met de toets POWER (15) .
6.1 Afstandsbediening
1) Om de batterijen (2 × 1,5 V, maat AAA =
micro) aan te brengen, moet u aan de ach
terzijde van de afstandsbediening het deksel
van het batterijvakje afnemen . Breng de bat
terijen aan zoals in het batterijvak is aange
geven . Sluit het vak opnieuw met het deksel .
Als de afstandsbediening langere tijd niet
wordt gebruikt, neemt u de batterijen eruit,
zodat ze niet wordt beschadigd bij eventueel
uitlopen van de batterijen .
2) Houd de afstandsbediening steeds naar
de sensor IR (4) gericht, als u op een toets
drukt . De visuele verbindingslijn tussen de
afstandsbediening en de sensor mag worden
belemmerd .
3) Selecteer eerst het afspeelmechanisme dat
met de afstandsbediening moet worden be
diend: gebruik hiervoor de toets CD 1 / CD 2
(28) . Op het geselecteerde afspeelmecha
nisme licht de groene LED CD 1 resp . CD 2
(12) op .
4) Als het bereik van de afstandsbediening het
laat afweten, zijn de batterijen bijna leeg en
moeten ze worden vervangen .
Lege batterijen horen niet in het huis
vuil . Verwijder ze voor een milieuvrien
delijke verwerking uitsluitend als KGA
(bv . de inzamelbox in de detailhandel) .
6.2 Tracks afspelen
1) Schuif een cd met het label naar boven ge
richt in de sleuf (6) tot de cd automatisch
wordt ingetrokken
en / of
steek een USBstick in de USBaansluiting
(5) of verbind een harde schijf (evt . met
eigen voeding) met de USBaansluiting
en / of
steek een geheugenkaart in de slot SD/ MMC
CARD (13) . Daarbij moet de afgeschuinde
hoek van de kaart omhoog gericht zijn . Als
u de kaart er weer wilt uitnemen, drukt u ze
iets in, zodat ze ontgrendelt .
2) Selecteer de geluidsdrager (cd, USBstick,
geheugenkaart) evt . met de toets FUNC (19) .
3) Na het inlezen wordt het afspelen van de
eerste track automatisch gestart . Bij uitge
schakelde Auto Startfunctie (hfdst . 4), start u
het afspelen van de eerste track met de toets
PLAY/PAUSE (10) . Om een andere tracks te
selecteren, zie hoofdstuk 6 .3 .
4) Tijdens het afspelen verschijnt in de boven
ste displayregel het weergavesymbool .
In de onderste regel verschijnt het nummer
(TR ...) van de huidige track en de reeds ver
streken speeltijd (min . : sec .) van de track .
Helemaal rechts wordt
bij tracks in mp3formaat of
audiocd's .
5) Bij mp3bestanden staan in de bovenste regel
continu volgende gegevens:
en
besturings
File – ...
Title – ...
NO DISC
.
weergegeven
MP3
bij gewone
CDA
= bestandsnaam
= tracknaam
Artist – ...
= naam van de artiest
Album – ... = naam van het album
Opmerking: Als er gegevens ontbreken, verschijnt
het displaybericht
in de plaats .
Unknown
Met de toets ID3 (27) kunt u deze door
lopende informatie uit en opnieuw inscha
kelen .
6) Door op de toets DISPLAY (26) van de af
standsbediening te drukken, kunt u bij
mp3bestanden in de onderste displayregel
verschillende gegevens oproepen:
Basisinstelling
In de onderste regel wordt het tracknummer
en de reeds verstreken speeltijd van de track
weergegeven
1 ste keer drukken op de toets
De naam van de map wordt weergegeven
2 de keer drukken op de toets
Het aantal mappen en tracks wordt weer
gegeven
3 de keer drukken op de toets
Terugschakelen naar de basisinstelling
7) Met de toets PLAY/ PAUSE kunt u tussen af
spelen en pauze wisselen . In de pauzemodus
wordt het pauzesymbool
de tijdsaanduiding knippert .
8) Als u het afspelen voortijdig wenst te beëin
digen, druk dan op de toets STOP (9) .
9) Om een cd uit te werpen, drukt u op de
toets EJECT (11) . Op het display verschijnt
EJECT
. De cd komt uit de invoersleuf en
kan eruit worden genomen . Als de cd niet
uit de intreksleuf wordt genomen, trekt de
cdspeler deze na ca . 10 seconden automa
tisch weer in .
6.3 Een track selecteren
6.3.1 Het tracknummer rechtstreeks
selecteren
Met de cijfertoetsen (24) van de afstandsbe
diening kunt u een track door invoeren van het
nummer ervan rechtstreeks selecteren . Om de
track te starten, drukt u vervolgens op de toets
PLAY/ PAUSE (10) .
Voorbeelden:
Tracknr . Toetsen
4
4, PLAY/ PAUSE
27
2, 7, PLAY/ PAUSE
135
1, 3, 5, PLAY/ PAUSE
Opmerking: De mp3tracks worden door het apparaat
als volgt doorgenummerd:
1 . alle tracks zonder mappen in de hoofdindex ROOT
2 . alle tracks in mappen in de hoofdindex
3 . alle tracks in submappen etc .
De nummering van de tracks en mappen gebeurt niet
in alfabetische volgorde, maar kan met de zoekfunc
tie makkelijk worden vastgelegd (
☞
en 6 .3 .4) .
6.3.2 Naar een volgende of vorige track gaan
Om een of meerdere tracks vooruit te gaan of
terug te keren, drukt u kort (meerdere keren)
op de toets CUE resp . REV (8) .
Toets CUE: naar de volgende track gaan
Toets REV: naar het begin van de geselecteerde
track terugkeren . Door verschillende keren op
de toets REV te drukken, wordt telkens een track
teruggesprongen .
Opmerking: Druk slechts even op de toetsen REV en
CUE, anders wordt er snel achteruit of vooruit gezocht .
weergegeven, en
hoofdstuk 6 .3 .3
19