Kiezen van een vastgelegde geluidsfunctie
U kunt een voor het muziekgenre passende
vastgelegde geluidsfunctie kiezen.
FLAT = NATURAL = DYNAMIC = VOCAL
= BASS = USER = (terug naar het begin)
Tijdens weergave kunt u de tonen van de
gekozen geluidsfunctie instellen.
1
[Houd ingedrukt]
2
] Kies de toon (Bass / Middle / Treble).
3
] Stel het niveau (–6 t/m +6) voor de
gekozen toon in.
De geluidsfunctie wordt automatisch
onder "USER" vastgelegd.
Vastleggen van uw eigen
geluidsfunctie
U kunt uw instellingen in het geheugen
vastleggen.
1
[Houd ingedrukt]
2
] <PRO EQ> ] <Bass / Middle /
Treble>
3
Stel de geluidselementen van de
gekozen toon in. (
1 Druk op 4
frequentie in te stellen.
2 Druk op 5 / ∞ om het niveau in te
stellen.
3 Verdraai de regelschijf om de
Q-helling in te stellen.
4 Druk op de regelschijf om de
instelling op te slaan.
4
Herhaal stappen 2 en 3 voor het
instellen van de andere tonen.
5
] Verlaten van het menu.
De gemaakte instellingen wordt
automatisch onder "USER" vastgelegd.
De huidige geluidsfunctie verandert
automatisch naar "USER".
Toon
Geluidselement
Bass
Frequenties: 50 Hz, 100 Hz, 200 Hz
Niveau:
–6 t/m +6
Q:
Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
Middle Frequenties: 500 Hz, 1 kHz, 2 kHz
Niveau:
–6 t/m +6
Q:
Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
Treble Frequenties: 5 kHz, 10 kHz, 15 kHz
Niveau:
–6 t/m +6
Q:
Q0.7, Q1.0, Q1.4, Q2.0
tabel hieronder)
/¢
om de
of
NEDERLANDS
27