REMS Cobra 22 Instrucciones De Servicio página 30

nld
2.3.5. Getande bladboor
Wordt gebruikt voor het uitboren van buizen met vettige verstoppingen of sterk
dichtgeslibde buizen. Aan de koppeling vastgeklonken (niet gesoldeerd of
gelast), daardoor geen vervorming van de bladen, die van gehard verenstaal
gemaakt zijn.
2.3.6. Getande kruisbladboor
Universeel bruikbaar bij alle soorten verstoppingen, ook incrustaties (bijv.
kalkaanslag aan de binnenwand van de buis). Aan de koppeling vastgeklonken
(niet gesoldeerd of gelast), daardoor geen vervorming van de bladen, die van
gehard verenstaal gemaakt zijn. Gebruik met ontstoppingsspiralen S aanbevolen.
2.3.7. Gaffelsnijkop
Grootte 16 met één blad als gaffelsnijkop, met twee bladen als kruisgaffels-
nijkop, van gehard verenstaal voor het ontstoppen van licht tot sterk dichtge-
slibde buizen of buizen met taaie, vettige verstoppingen. Grootte 22 en 32 met
een getand, verwisselbaar blad als getande gaffelsnijkop, van gehard
verenstaal, veelzijdig bruikbaar, bijv. voor het verwijderen van verstoppingen
en voor het vermalen (doorboren) van wortels.
2.3.8. Wortelsnijder
Gereedschap met geharde, verwisselbare zaagkrans, voor- en achteruit snij-
dend. Speciaal voor buizen die door wortels verstopt zijn. Gebruik met ontstop-
pingsspiralen S aanbevolen.
2.3.9. Kettingfrees
Belangrijkste gereedschap voor de afsluitende ontstopping, voor het verwijderen
van vettige verstoppingen en incrustaties (bijv. kalkaanslag aan de binnenwand
van de buis). Kettingfrees met gladde ringen voor gevoelige buizen, bijv. van
kunststof. Kettingfrees met gepinde schakels voor gietijzeren of betonnen
buizen.
3. Bedrijf
3.1. Onderzoek/verwijdering van de verstopping
Plaats de elektrische buisontstoppingsmachine 30 – 50 cm voor de opening
van de te ontstoppen buis.
Controleer of de beschermkap (2) op de spanbekhouder en de geleidings-
slang (1) voor de spiraal gemonteerd zijn. Monteer deze indien nodig!
De geleidingsslang verhindert het omslaan van de spiraal als het gereedschap
blokkeert, dempt de trillingen van de ontstoppingsspiraal en neemt het vuil uit
de ontstoppingsspiraal op.
Plaats de ontstoppingsspiraal (5) met de koppelingszijde met T-kop (7) vooraan
in de elektrische buisontstoppingsmachine, tot nog ongeveer 50 cm van de
deelspiraal uit de elektrische buisontstoppingsmachine uitsteekt. Koppel nooit
meerdere deelspiralen tegelijkertijd aan elkaar. Koppel het ontstoppingsge-
reedschap (6) aan het vrije einde van de ontstoppingsspiraal, door dit zijwaarts
op de T-kop van de ontstoppingsspiraal te schuiven, tot de koppeling vastklikt.
Gebruik als eerste gereedschap de rechte boor. Breng het gereedschap en de
ontstoppingsspiraal in de te ontstoppen buis. Schakel de elektrische buisont-
stoppingsmachine met de schakelaar (3) op rechtsloop (schakelaarstand 1).
Trek de ontstoppingsspiraal met de hand uit de elektrische buisontstoppings-
machine en schuif deze in de te ontstoppen buis, tot een boog ontstaat.
WAARSCHUWING
Draag een geschikte geleidingshandschoen!
Druk met de andere hand de draag- en aandrukhendel (4) krachtig volledig
naar beneden, tot de ontstoppingsspiraal (5) draait. Door de veerkracht van
de ontstoppingsspiraal ontstaat de noodzakelijke voortbewegingsdruk. Als de
boog afgevlakt is, moet de draag- en aandrukhendel (4) naar boven worden
getrokken. De ontstoppingsspiraal blijft direct stilstaan. Schuif met de hand de
ontstoppingsspiraal verder in de buis, tot weer een boog ontstaat. Druk dan de
draag- en aandrukhendel (4) weer krachtig naar beneden, tot de boog afgevlakt
is. Herhaal dit proces zoals beschreven. Koppel indien nodig extra ontstop-
pingsspiralen aan, tot de verstopping bereikt en verwijderd is.
Belangrijk is dat bij het bereiken van de verstopping (weerstand) de ontstop-
pingsspiraal (5) nog slechts voorzichtig (cm per cm) vooruit wordt geschoven.
Als de ontstoppingsspiraal blokkeert, moet de draag- en aandrukhendel (4)
direct naar boven worden getrokken, omdat de ontstoppingsspiraal anders kan
breken.
Als desondanks toch een ontstoppingsgereedschap (6) in een verstopping is
vastgelopen, moet dit weer worden vrijgemaakt door de elektrische buisont-
stoppingsmachine herhaaldelijk kortstondig op linksloop (schakelaarstand R)
en rechtsloop (schakelaarstand 1) te schakelen. Gebruik linksloop uitsluitend
hiervoor! Alle overige werkzaamheden, ook het terughalen van de ontstop-
pingsspiraal, gebeuren met rechtsloop.
30
3.2. Terughalen van de ontstoppingsspiraal
Ook het terughalen van de ontstoppingsspiraal (5) gebeurt met rechtsloop.
Trek de roterende ontstoppingsspiraal uit de buis, tot zich een boog gevormd
heeft. Ontlast de draag- en aandrukhendel (4) en schuif de ontstoppingsspiraal
weer terug in de elektrische buisontstoppingsmachine. Druk de draag- en
aandrukhendel weer in en trek de ontstoppingsspiraal uit de buis, tot zich weer
een boog gevormd heeft. Herhaal het proces tot een deelspiraal volledig in de
elektrische buisontstoppingsmachine resp. in de geleidingsslang is ingeschoven
en de koppeling met de volgende deelspiraal kan worden geopend. Trek de
losgekoppelde deelspiraal uit de elektrische buisontstoppingsmachine en
geleidingsslang. Herhaal het proces, tot alle deelspiralen uit de buis verwijderd
zijn.
3.3. Reinigen van de buis
Op basis van de vuilresten aan de teruggetrokken rechte boor kan meestal de
oorzaak van de verstopping worden afgeleid en een geschikt gereedschap (zie
2.3.) worden gekozen om bij het volgende ontstoppingsproces de gehele
doorsnede van de buis volledig te reinigen.
3.4. Adaptertrommel met ontstoppingsspiraal 8 mm (toebehoren)
Demonteer de beschermkap (2) en geleidingsslang (1). Monteer hiervoor de
adaptertrommel (fi g. 3) (10) met de ontstoppingsspiraal Ø 8 mm. De adapter-
trommel bevat een inzetstuk met een spantang voor de ontstoppingsspiraal Ø
8 mm. De werkwijze met deze ontstoppingsspiraal is dezelfde als met de
ontstoppingsspiralen Ø 16, 22 en 32.
3.5. Buitenbedrijfstelling en transport (fi g. 5)
Wikkel de geleidingsslang (1) en aansluitkabel (15) zoals beschreven. Bevestig
de geleidingsslang (1) en aansluitkabel (15) met spanband (16) (toebehoren
art.nr. 131104) aan de transport- en aandrukhendel (4) en transporteer het
apparaat aan de transport- en aandrukhendel (4).
4. Onderhoud
Ongeacht het hieronder beschreven onderhoud wordt aanbevolen om het
elektrische apparaat ten minste één keer per jaar naar een geautoriseerde
REMS klantenservice te brengen voor een inspectie en herhaalde controle van
het elektrische apparaat. In Duitsland is zo'n herhaalde controle van elektrische
apparaten volgens DIN VDE 0701-0702 verplicht en volgens het ongevalpre-
ventievoorschrift DGUV-voorschrift 3 'Elektrische installaties en bedrijfsmiddelen'
ook voor mobiele elektrische bedrijfsmiddelen voorgeschreven. Daarnaast
dienen de voor de plaats van inzet geldende nationale veiligheidsbepalingen,
regels en voorschriften in acht genomen en gevolgd te worden.
4.1. Onderhoud
WAARSCHUWING
Vóór onderhoudswerkzaamheden altijd de netstekker uittrekken!
REMS Cobra is onderhoudsvrij. De lagers van de aandrijfas lopen in een
continue vetvulling. Hierdoor hoeft de machine niet te worden gesmeerd. Reinig
de REMS Cobra, ontstoppingsspiralen en ontstoppingsgereedschappen na elk
gebruik, vooral ook de spanbekken en het gebied rond de spanbekken. De
koppelings-T-aanslag (7) en T-gleuf (8) van de ontstoppingsspiralen (5) en
ontstoppingsgereedschappen (6) dienen eveneens te worden gereinigd. Reinig
de geveerde drukpen van de koppelings-T-aanslag (7) en controleer de correcte
werking ervan. Sterk verontreinigde metalen onderdelen kunnen bijv. met de
machinereiniger REMS CleanM (art.-nr. 140119) worden gereinigd en dienen
aansluitend tegen roest te worden beschermd. Reinig kunststof onderdelen
(bijv. de kast) uitsluitend met de machinereiniger REMS CleanM (art.-nr. 140119)
of met milde zeep en een vochtige doek. Gebruik geen huishoudelijke reini-
gingsmiddelen. Deze bevatten allerlei chemicaliën die kunststof onderdelen
kunnen beschadigen. Gebruik in geen geval benzine, terpentijnolie, thinner of
dergelijke producten voor de reiniging van kunststof onderdelen. Zorg ervoor
dat vloeistoffen nooit binnen in de elektrische buisontstoppingsmachine raken.
Dompel de elektrische buisontstoppingsmachine nooit in een vloeistof onder.
4.2 Inspectie/onderhoud
WAARSCHUWING
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet de netstekker worden
uitgetrokken! Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door gekwalifi ceerd
vakpersoneel worden uitgevoerd.
nld